||24|| Het Lya Woud

2.2K 151 123
                                    

"Their life is mysterious, it is like a forest; from far off it seems a unity, it can be comprehended, described, but closer it begins to separate, to break into light and shadow, the density blinds one.''

—James Salter, Light Years

Ze hadden de stoffige, zanderige wegen achter zich gelaten. Elys hield Nhani's manen stevig vast en volgde Lila en Sage die voor haar reden op de grifaldí. Torenhoge bomen, omstrengeld door takken met elegante stervormige bladeren, vormden pilaren die het dak van smaragden bladeren en gouden licht droegen. Het bladerdak was als een gewelf, een prachtige hemel vol fonkelende sterren die lachend op iedereen neerkeken. De gigantische bronzen wortels hielden de bomen op hun plaats en kronkelden over de bosgrond die was bedekt met donkere bladeren en struiken die elk geluid dempten. Er was geen enkele andere levende ziel te zien, maar Elys had toch het gevoel dat duizenden ogen haar aankeken. Dat iets niet zichtbaar was, betekende niet dat het niet bestond. En dat realiseerde ze zich maar al te goed. Ademloos bewonderde ze haar omgeving, niet in staat om te bevatten hoe prachtig dit eeuwenoude woud was. Af en toe had ze het idee dat de wind fluweelzachte, maar onbegrijpelijke woorden in haar oor fluisterden en dat de oeroude bomen haar toelachten, maar ze wist dat dat onmogelijk was. 

Elys haalde diep adem en voelde haar lichaam ontspannen toen de geur van mos, planten en water haar neusgaten vulden. Ze voelde zich hier meer thuis dan in die zanderige, droge en bloedhete achterbuurten van Thera. Het water voedde de planten, gaf de bomen kracht en levensenergie. En Elys voelde dat. Ze merkte hoe de minuscule waterdruppeltjes haar huid kietelden en streelden en hoe het water door alles om haar heen stroomde. Af en toe probeerde ze zich te concentreren en lukte het haar om water uit haar omgeving te halen, waardoor de koele vloeistof in haar handen samenvloeide. Hoewel het haar een zelfverzekerd en krachtig gevoel gaf, stopte ze er redelijk snel mee. Elys had gemerkt hoe de lucht om haar heen droger werd, hoe prachtige tere bloemblaadjes verwelkten en zwart werden, hoe ze door haar stuurkunsten leven aan haar omgeving onttrok. Kennelijk moest overal een prijs voor betaald worden. 

Zwijgend reden ze een tijdje door. De stilte was niet ongemakkelijk, in tegendeel. Het voelde haast alsof woorden het woud zouden vergiften, alsof het woud een tempel was en spreken heiligschennis zou zijn. Want dat was wat dit woud was; een goddelijk paleis met oneindige groene galerijen. Het was een paradijs. 

''Waar zijn we?'' vroeg Ash slaperig. Elys voelde hoe hij rechter op ging zitten en zijn armen steviger om haar middel sloeg. 

''In het Lya Woud,'' antwoordde ze terwijl ze even achterom keek om zijn blik te ontmoeten. ''Malia, Yin en Jai vluchtten vlak nadat je door die bliksem geraakt was. Ik heb je geheeld. Lila vond het te gevaarlijk om de normale weg naar de Zaharwoestijn te vervolgen, omdat Malia ons daar gevonden heeft. We nemen nu een andere weg naar de Zaharwoestijn, via het Lya Woud. Kennelijk kent ze de weg.''

Elys fronste even bij haar laatste woorden. Ze vroeg zich af hoe het kon dat Lila de weg hier kende. Zover zij wist had de tengere aardestuurder haar hele leven in de achterbuurten van Thera en de gangen van Zalaberín doorgebracht. 

''Ze zijn gevlucht? Waarom?'' vroeg Ash verbaasd. 

Elys zuchtte. ''Geen idee. Maar nu zijn we gelukkig van hen af.''

''Ik denk het niet, Elys,'' zei hij, zo zacht dat zijn adem een fluistering was in haar oor. Ze hield van de manier waarop hij haar naam uitsprak. ''Ze zullen terugkomen. Voor mij.''

The Frostfire PrinceWhere stories live. Discover now