||4|| De Stille Maan

2.5K 194 57
                                    

[A/N] Speciaal een update, omdat Elys vandaag (20 maart) jarig is! (als ze in deze wereld geleefd had ^^). De volgende hoofdstukken zijn ook al klaar, maar ik wil een flinke voorraad hebben zodat ik elke week kan gaan updaten. Dus hopelijk hebben jullie nog even geduld ;) Veel plezier met lezen♥︎  Xx Amarelia

"Moonlight drowns out all but the brightest stars."

― J.R.R. Tolkien, The Lord of the Rings

Elys was kapot. Ze had als een gek oostwaarts door het bos gerend en haar enkel schreeuwde om aandacht. Haar gezicht zat onder de rode bloederige schrammen, haar mantel zat vol met takjes en bladeren, maar ze was bovenal toe aan een zacht bed. Ze had dan ook een opgeluchte zucht laten ontsnappen toen ze de herberg zag waar ze de hele nacht al naar op zoek was: 'De Stille Maan'.

De herberg lag op een open plek en was gemaakt van dikke houten balken en een klein kabbelend riviertje liep ernaast. Het rieten dak leek toe aan vervanging, maar verder zag het er prima uit. Maar Elys was vooral blij om te zien dat er licht scheen door de kleine glazen raampjes en dat er een rookpluim door de schoorsteen kringelde. 

Ze duwde de deur open en werd verwelkomd door warmte en de geur van eten. En drank. In de hoek van de herberg zaten drie mannen, diep voorovergebogen over hun tafel die volstond met lege en volle bekers. Sommige waren omgevallen en Elys rook de scherpe benevelende lucht van alcohol. De mannen waren overduidelijk aangeschoten.

''Kan ik u ergens mee helpen, vrouwe?''

Elys wierp nog een laatste afkeurende blik op de mannen en richtte zich toen tot de herbergier. Het was een kalende man van middelbare leeftijd met kleine vriendelijke ogen. Zijn bolle wangen waren rood en kleurden goed bij zijn vaalrode tuniek. Elys glimlachte vriendelijk.

''Ja, heeft u nog een kamer?''

De herbergier lachte. ''Natuurlijk! Ik zal uw kamer even klaarmaken. Als u even wilt wachten?''

Elys knikte en de herbergier verdween. Ze tikte ongedurig met haar vingers op de bar en kon een gaap niet onderdrukken. Ze wierp een blik naar de drie mannen die over waren gegaan op een luidruchtig zingen en schreeuwen terwijl ze bekers met drank achterover sloegen. Een onbehaaglijk gevoel bekroop Elys toen ze één van de mannen op haar af zag strompelen. Zijn ogen waren dik en paffig, zijn wangen en neus rood.

''Hey, m-meissie, wat doet zo'n s-schoonheid als jij al-alleen hier? Ben j-je de weg kwijt?'' zei de man met dubbele tong. Elys slikte en deed net of ze hem niet had gehoord.

''Hé, ik v-vroeg je wat!'' zei de man boos. Hij greep haar bij haar arm en trok haar naar zich toe. Elys verstijfde toen de man haar aanraakte. Om de man hing een wolk van zweet, ongewassen kleding en alcohol en Elys moest de neiging om te kokhalzen uit alle macht onderdrukken.

''Laat me los,'' zei ze terwijl ze haar trillende stem in bedwang probeerde te houden. Uit alle macht trachtte ze haar arm los te trekken, maar het was nutteloos. De man was veel sterker dan ze had gedacht. Hij ontblootte zijn tanden, Elys vroeg zich af of het en poging was om te lachen, en er kwamen gele rotte tanden tevoorschijn.

''J-je bent de weg kwijt, hè? Zullen w-wij je dan m-maar naar huis brengen? Het is gevaarlijk hier hoor, zo l-laat in de nacht,'' grijnsde de man. 'Hé, Lakos, Pael, kom eens kijken w-wat ik hier heb! Ik denk dat we deze s-schoonheid maar eens naar eh...naar h-huis brengen.''

De twee andere mannen strompelden naar haar toe. De één was klein en had een enorme bierbuik en de ander was reusachtig groot, was vel over been en had de afschuwelijkste littekens die je je maar kon indenken.

The Frostfire PrinceWhere stories live. Discover now