||39|| De Zuidelijke Eilanden

1.7K 124 377
                                    

"I see you're trying to distract me from the real point here," Magnus said instead. "You had a birthday - a perfect excuse for me to throw one of my famous parties - and you didn't even tell me about it?" 
―Cassandra Clare, Saving Raphael Santiago 

Alles was snel gegaan. Ash had Elys overeind geholpen en Sage en Lila hadden de weg teruggevonden naar het meertje dat hun doorgang was geweest. Kennelijk was het een stille afspraak dat ze deze plek—De Verborgen Bibliotheek—zo snel mogelijk zouden verlaten. Elys wilde vragen stellen, wilde weten wat er was gebeurd, maar ze kon het niet. Haar hoofd knalde uit elkaar van de hoofdpijn, haar lichaam was slap en kleurige vlekken lichtten af en toe op voor haar netvlies. Het was maar goed dat Ash haar ondersteunde, want anders was ze al meerdere keren over haar eigen voeten gestruikeld. Ze vroeg zich af of Ash zich ook zo slecht en gedesoriënteerd voelde—hij was het langst in de klauwen van de grú geweest—maar hij leek zich prima te voelen. Maar het was juist een teken dat hij zich afsloot, dat hij zijn masker opzette en deed alsof er niets aan de hand was, maar Elys wist beter. Ze zag de woeste zee die schuilging achter het grijs van zijn ogen, de worsteling met gevoelens en de bezorgdheid die straalde in de diamanten vlekjes.

Het kostte hen niet veel tijd om via het meer terug te keren naar het provisorische kamp dat ze dagen, weken, misschien wel maanden geleden hadden opgezet. Het was moeilijk te ontdekken hoe lang ze werkelijk weg waren geweest. Nhani en Rion leken prima in orde—Nhani verwelkomde haar met een grote lik over haar wang—dus al te lang konden ze deze dorre woestijn en terracotta rotsformaties niet achter zich hebben gelaten.

''Wat is er gebeurd?'' vroeg Elys toen ze zich alle vier hadden laten zakken op de rotsige ondergrond. ''Waar is de grú gebleven?''

Sage en Lila haalden beiden hun schouders op en wierpen een blik op Ash die voor zich uit staarde, alsof hij alle gebeurtenissen op een rijtje probeerde te zetten en te snappen.

''Ash?'' vroeg ze.

Hij schrok op en knipperde met zijn ogen.

''Hoe zijn we ontsnapt aan die grú?'' vroeg ze opnieuw.

Ash haalde zijn hand door zijn zwarte haar dat warrig zat en haalde diep adem ''Ik weet het niet...niet precies. Ik kan me niet goed herinneren wat er is gebeurd. Ik herinner me dat ik op zoek ging naar water. Alle geesten sisten naar me en staarden me aan dus toen ik een plek vond waar geen geesten leken te zitten, ben ik daar verder gaan zoeken.''

Hij slikte even en vervolgde toen zijn verhaal. ''De grú was er opeens, alsof het uit de schaduwen ontstond. Ik wilde mijn zwaard trekken, maar voordat ik kon uithalen keek ik in zijn ogen en toen werd het zwart.''

''En toen liet het je je ergste herinneringen zien?'' vroeg Sage ernstig. Ash knikte en zijn blik verschoof naar Elys.

''Je hebt ze ook gezien, of niet?'' Zijn stem was breekbaar als kristal.

Elys beet op haar lip en Ash' herinneringen schoten door haar gedachten. Ze kon nog steeds de woede en de pijn voelen die in de herinneringen waren verweven.

''Ja,'' fluisterde ze, terwijl de ijzige koude stem van Serphone nog in haar hoofd echode, ''totdat het gewoon stopte en ik wakker werd. Volgens mij heb ik niets speciaals gedaan.''

''Jawel,'' bracht Ash tegen haar in en zijn ogen boorden zich in die van haar. ''Je hebt me gered van die grú, Elys.''

De manier waarop hij haar naam uitsprak, voorzichtig alsof ze een fragiele bloem was, deed haar huid tintelen.

'''Ik beleefde elke pijnlijke herinnering opnieuw en opnieuw en plotseling zag ik een klein lichtje. Het werd steeds groter en verdrong alle duisternis. Het voelde alsof de klauwen van de grú zich terugtrokken uit mijn geest en toen ik mijn ogen opende, zag ik jou, Elys.''

The Frostfire PrinceWhere stories live. Discover now