||24|| Het Lya Woud

Start from the beginning
                                    

Hij liet een geërgerde zucht ontsnappen. ''Je bent toch niet vergeten wat Malia in Tarniss vertelde, in de herberg?''

Elys slikte. Herinneringen kwamen bovendrijven. De posters van haar gezicht, overal in Tarniss. De Bloedende Roos, vol gespuis en wapens en Malia met haar jazaru, beeldschoon en dodelijk. Het leek eeuwen geleden, maar ze wist dat dat niet zo was. Echter, het leven dat ze nu leidde, iets meer dan een maand later, was heel anders dan haar leventje in Elodir geweest was. Een vloed van verdriet denderde door haar lichaam toen haar herinneringen aan Selin en Rhys voor haar ogen dansten. Ze hoopte dat het goed met hen ging en bad in stilte tot Dír, de godin van het water, hoewel ze niet in goden en godinnen geloofde. 

''Gaat het wel met je?'' vroeg hij. 

Ze knikte en haar vingers gleden over de opaal van haar ketting. 

''Ik moest aan Rhys en Selin denken,'' zei ze.

''Selin is je broertje, toch?'' 

Ze knikte en kreeg een brok in haar keel. Ash leek haar verdriet op te merken en zijn warme armen hielden haar stevig vast. Ze leunde iets achterover en sloot haar ogen. De geur en warmte van Ash omringde haar en zijn rustige ademhaling stelde haar gerust. 

''Mis je hem?''

Elys wierp hem een blik toe en fronste. ''Selin? Natuurlijk mis ik hem,'' zei ze terwijl ze haar blik weer op het bospad voor zich richtte. ''Hij is mijn broertje.''

''Nou, ik mis mijn broer ook niet.''

Even was het stil. 

''Waarom?'' vroeg ze terwijl haar stem licht trilde. Elys wist dat ze zich op glad ijs bevond. De vorige keer, toen hij had verteld dat hij een halfbroer had, Joah, was hij ook dichtgeklapt.

Ze voelde hoe hij zijn spieren nerveus aanspande. 

''Hij en zijn moeder zijn de verschrikkelijkste mensen die ik ooit heb ontmoet. En als het aan mij ligt ga ik nooit meer terug naar huis. Ik wil ze nooit meer zien.''

Elys kreeg een brok in haar keel. Ze schrok van Ash' woorden, van de haat en afschuw die erin doorsijpelden. Zij had haar thuis ook verlaten, maar diep van binnen wist ze dat ze er ooit weer zou terugkeren. Ze kon zich gewoon niet voorstellen dat ze Selin, Rhys en Kata nooit meer zou zien. Zelfs haar vader zou ze gaan missen. Ze hadden meer dan eens ruzie gehad, maar ze waren familie. En dat zou altijd zo blijven. Een  zeurend gevoel van verdriet en medelijden vloeide door haar heen toen ze zich realiseerde dat Ash dit familiegevoel kennelijk niet kende. 

''Zelfs je vader niet?'' vroeg ze, haast onverstaanbaar. 

Stilte. 

''Ik denk niet dat hij me ooit weer wil zien,'' antwoordde hij, de bittere toon in zijn stem duidelijk aanwezig.

''Waarom niet?'' vroeg Elys. ''Hij is je vader.''

Ze sloot haar vingers steviger om de manen van Nhani heen en zag haar knokkels wit worden. Ze moest denken aan haar eigen vader. Hij wilde haar weer zien. Hoewel hij dat alleen wilde zodat hij haar weer kon opsluiten in het Meerpaleis en haar kon dwingen om met Rhys te trouwen. Maar toch. Ze wist dat hij dat deed omdat hij dacht haar zo te helpen, hoewel dat absoluut niet het geval was. Als ze hem dat nou maar duidelijk kon maken...

The Frostfire PrinceWhere stories live. Discover now