||56|| Het Offer van Elys

Start from the beginning
                                    

''En wie dan wel, Ash?'' kaatste ze terug. ''Wat wil je doen? Aan iemand anders vragen om zijn of haar stuurkrachten op te geven? Zoiets kun je niet vragen van iemand, niet van Sage of Lila of Celia.''

Ongemerkt balde hij zijn vuisten. ''Maar ook niet van jou.''

''Nee, maar je hebt het ook niet hoeven vragen aan mij. Ik doe dit vrijwillig.''

Elys had haar armen over elkaar heen geslagen en staarde onverbiddelijk in zijn ogen. Geen van beide liet de blik van de ander los en spanning was voelbaar, alsof het trillingen veroorzaakte in de lucht.

De stilte werd verbroken door Irgador, die grinnikte.

''Mensenliefde,'' verzuchtte hij. ''Zo gecompliceerd en vol drama. Ik was vergeten hoe vermakelijk jullie mensen konden zijn.''

Elys' liet Ash blik los en schoot de draak een dodelijk blik, alsof ze de onvoorstelbaar dikke drakenhuid kon doorboren met haar blik alleen. ''Dit is niet grappig. We verliezen zo tijd. Ash moet zo snel mogelijk genezen, dus vertel: hoe werkt het?''

Irgadors lippen krulden en zijn enorme tanden werden iets zichtbaar. Het leek verbazingwekkend veel op een glimlach. ''Voor zo'n klein mensenkind heb je sterke wil,'' gniffelde hij.

Elys snoof en de draak zuchtte. ''Oké, dan. Je hoeft alleen maar wat dichterbij te gaan staan en dan haal ik je stuurkrachten uit je lichaam. Die energie gebruik ik om die Brénain z'n vuursturen terug te geven.''

Ze haalde diep adem en liep richting Irgador, die zijn gouden ogen op haar had gericht. In de halfdonkere grot leken zijn ogen licht te geven. Het was spookachtig en betoverend en voor een moment vergat Elys dat ze op het punt stond een groot offer te brengen.

Elke stap bracht haar dichter bij de draak, maar ze werd gestopt door Ash, die strompelend achter haar aan was gegaan en nu haar weg blokkeerde. Zijn gezicht was vertrokken van pijn en alleen wilskracht hield zijn verzwakte lichaam nog op de been. Woede vlamde in haar op. Natuurlijk wist ze dat hij koppig was ― dat had ze al geweten sinds hun ontmoeting ― maar dit ging te ver. Het maakte haar niet uit waarom hij niet wilde dat ze dit deed, welke argumenten hij dacht te hebben, want niets zou opkunnen tegen het feit dat haar offer zijn leven ging redden.

''Ga aan de kant,'' siste ze.

''Nee.''

Ze balde haar vuisten en probeerde haar irritatie niet door te laten schemeren in haar stem. ''Je weet dat ik je gemakkelijk opzij kan duwen nu je zo verzwakt bent.''

Ash perste lippen samen en zijn ogen werden een tint donkerder. Hij wist dat ze gelijk had en hij wist ook dat ze in dit geval haar vermomde dreigement zou uitvoeren, dacht Elys. Maar kennelijk was ze niet overtuigend genoeg geweest.

'Ik accepteer dit niet. Ik wil niet dat je dit voor me doet,'' zei hij.

Elys' woede verspreidde zich door har lichaam en ze had het gevoel dat het niet lang meer zou duren voordat haar bloed ging koken en er stoom uit haar oren zou komen. De drang om hem een klap te verkopen omdat hij zich idioot gedroeg was nog nooit zo groot geweest ― behalve natuurlijk die keer in Tarniss dat ze hem had geslagen.

''Dat kan me niet schelen. Jouw mening telt niet mee wat betreft deze beslissing,'' wist ze knarsetandend uit te brengen.

''Maar ―''

''Nee, stop'' onderbreekt hem ruw met handgebaar. ''Ik ga hier niet meer naar luisteren. Ik weet dat je niet wil dat iemand zich opoffert voor jou. Ik weet dat je denkt dat je dat niet waard bent, dat jouw leven niet belangrijk is, maar dat is het wel. Wel voor mij, voor Celia, voor Sage en ja, zelfs voor Lila ook al zou ze dat niet snel toegeven. Als je doodgaat, laat je ons achter en dan zullen wij elke seconde van elke dag moeten leven met dat verlies. En dat niet alleen. Je bent de kroonprins, Ash. Ik weet dat je bang bent dat je weer zult toegeven aan de macht, dat je zoals Eroh zal worden, maar je bent veranderd. Het is tijd dat je accepteert dat je het verplicht bent aan Esmaron, aan de burgers van Ignuron, om je rol te aanvaarden. Je zal moeten vechten voor hen, als kroonprins, en dat kan niet als je dood bent.''

The Frostfire PrinceWhere stories live. Discover now