||45.1|| Een Familiereünie

Start bij het begin
                                    

Ze pauzeerde even en haar lichtbruine ogen glommen. ''We hebben toestemming,'' zei ze en ze reikte hem een perkamenten brief aan met een gebroken, groene zegel. Het teken van Aerion.

Sage nam de brief aan en zijn ogen gleden over de regels die geschreven waren in een onberispelijk blauwgekleurd handschrift.

Zijn vader wilde hem ontmoeten. Sage hapte naar adem. Guthrir Canrun wilde serieus met hem praten over de mogelijkheid dat Aerion het tegen Eroh zou opnemen.

Zenuwen kronkelden door zijn lichaam, maakte dat zijn spieren gespannen waren en hij een kriebelend gevoel in zijn buik probeerde te onderdrukken. Het zou echt gaan gebeuren. Hij zou oog in oog met zijn echte vader komen te staan en niemand zou hem tegenhouden.

***

Het Wolkenpaleis was nog even majestueus en indrukwekkend als Sage zich herinnerde van de vorige dag. Als kind had hij de spitse torens met glimmende metalen spiralen vanuit de verte bewonderd, maar van dichtbij-als je je hoofd in je nek moest leggen om de top te zien-was het Wolkenpaleis mooier dan elk ander gebouw op deze wereld.

Zonder enige problemen opende soldaat Vayne-die Istar een giftige blik wierp-de zilverkleurige poorten die gemaakt waren van metaal dat prachtig was gegraveerd. Zilveren strengen kronkelden over de deur, vormden plantenranken, wolkenpatronen en wervelde windvlagen die vertelden over de Windgoden en hun thuis.

Toen Sage, Lila en Istar alle drie het Wolkenpaleis hadden betreden, sloten de poorten geruisloos en een stilte daalde over hen neer. Met open mond aanschouwde Sage de schoonheid van de binnenkant van het Wolkenpaleis die nog hemelser was dan de buitenkant. In de zijden van de hal die zich tientallen meters uitstrekte zaten ramen die bijna tot het gewelfde plafond reikten. Lange witte pilaren kronkelden omhoog en droegen het dak van helder glas dat Sage meteen deed denken aan de troonzaal van Lyun. Net zoals daar kon je de hemelsblauwe lucht met de zachte wolken zien en door de tientallen ramen van het Wolkenpaleis voelde bijna alsof Sage in de hoge lucht zweefde, omringd door donzen wolken die gekleurd werden door de opkomende morgenzon. Meer dan ooit voelde hij zich verbonden met zijn element en de zachte luchtstroom die zich in de hal verplaatste deed zijn vingers jeuken om wind te sturen, weg te vliegen en vrijheid te ervaren. Sage had dagen kunnen doorbrengen in de hal, maar zelfverzekerde voetstappen die weerklonken op de spiegelende tegels verstoorden de vredige kalmte.

Een man van zo'n dertig lauturi kwam hen tegemoet lopen en Sage voelde onmiddellijk hoe Istar naast hem verstijfde. Hij had donkerbruine krullen en een goudbruine huid die kenmerkend was voor de meeste Aeri. De man toverde een brede glimlach tevoorschijn en zijn tanden hadden dezelfde kleur als zijn smetteloos witte kleren met zilveren stiksels en een groen insigne dat prijkte op zijn borst. Het teken van de Elite en de heersers van Aerion. Sage vroeg zich af wie de man was, maar hij dacht dat hij daar snel achter zou komen.

De man stopte voor hen en knikte kort naar Istar en Sage. Hij negeerde Lila volledig en Sage had het gevoel dat hij haar woede in golven van haar af voelde komen. Maar ze hield haar mond, precies zoals Istar haar had gezegd.

De man glimlachte weer, maar zijn lach bereikten zijn mosgroene ogen niet.

''Kaio, heer Canrun,'' zei hij met een zachte stem terwijl zijn ogen die van Sage vasthielden. ''Ik ben Meester Iselor, hoofd van de familie Iselor die Aerion al jaren mag dienen. Ik ben een vriend van uw vader en hij heeft me gevraagd u naar hem toe te brengen. Het is een eer om u te ontmoeten.''

Sage wist niet wat te zeggen dus boog zijn hoofd eerbiedig. Meester Iselor leek daar genoegen mee te nemen en zijn smalle ogen gleden naar Istar die gespannen naar de man keek.

The Frostfire PrinceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu