||44.2|| IJs en Vuur

En başından başla
                                    

Haar vaders ogen werden groot en schoten nerveus heen en weer. Hij beet op zijn lip en om een of andere reden irriteerde Elys dat. Ze wist dat ze soms precies hetzelfde deed, maar ze wilde niet op haar vader lijken. Hij was uiteindelijke degene die haar haar vrijheid ontzegd had.

''Ik...ik wist dat Nuria Parrodin had verlaten voor haar verloofde die niet uit Uslan kwam, maar ik heb nooit geweten dat ze is getrouwd met koning Egan Brénain,'' antwoordde haar vader terwijl zijn ogen naar Ash gleden. ''En ik heb nooit geweten dat ze een zoon hadden gekregen.''

Gódir Murator sloeg zijn ogen neer. ''Dat was mij ook niet bekend, net zoals dat bij vele Esmaranen niet bekend was. Er waren alleen geruchten. Ik dacht dat die kashtír trè haar hadden vermoord tijdens haar zwangerschap en dat het leven van mijn ongeboren kleinkind dus ook verloren was gegaan.''

Gódir Murator keek op naar Ash en een dankbare glimlach die zijn gezicht verlichtte verspreidde zich over zijn gelaat. ''Maar het tegendeel werd bewezen toen Aedan me niet zo lang geleden opzocht in Parrodin en mij Nuria's dagboek liet zien. Haar dagboek bewees dat Aedan inderdaad mijn kleinzoon is.''

Elys fronste licht. Haar gedachten schoten razendsnel door elkaar heen en ze probeerde de losse draadjes aan elkaar te knopen tot één helder geheel. Nu pas snapte ze hoe het kon dat Ash en gódir Murator elkaar kenden. Ze herinnerde zich de dag dat ze met Istars sariphi Parrodin bereikten nog goed. Ash moest iets doen in Parrodin had hij gezegd en hij had absoluut niet gewild dat zij met hem was meegegaan. Hij was naar het Zilveren Paleis gegaan om te zoeken naar de enige andere familie die hij nog had. De enige mensen die haar minstens zo goed hadden gekend als zijn vader die niets over haar zei. Elys begreep nu ook waarom haar dagboek—het witte boekje dat Ash overal mee naartoe sleepte—zo belangrijk was. Het was niet alleen het enige wat hij van zijn moeder had, het was ook een van de weinige dingen die kon bewijzen dat zijn moeder Nuria Murator was.

''Waarom heb je nooit gezegd dat dat de reden was dat je naar Parrodin ging?'' fluisterde Elys zo zacht als ze kon.

Ash stond vlak naast haar en draaide zijn hoofd naar haar toe. Spijt flitste in zijn ogen en hij zei: ''Dat probeerde ik wel. Ik wilde het zeggen toen we naar Rhys gingen, maar—''

''Nu dat allemaal opgehelderd is,'' bulderde de stem van gódir Murator, ''kunnen we beginnen met het voorbereiden van een tegenaanval in Iralin.''

Iedereen knikte instemmend en begon plaats te nemen aan de ronde stenen tafel die in het midden van de ruimte stond. Elys merkte echter dat haar vader en heer Opalín onbeweeglijk in de ruimte stonden en haar met enige irritatie aankeken.

''Met alle respect, vrouwe Elys,'' begon heer Opalín met zijn zachte, sissende stem, ''maar het is u niet toegestaan om bij dit belangrijke overleg aanwezig te zijn.''

Verbaasd keek Elys naar heer Opalín die een sluwe grijns tevoorschijn toverde. ''Dat zijn de regels, vrouwe. Alleen Gódiri, Raadsleden en leden van de andere partijen mogen aanwezig zijn bij zulk belangrijk overleg, bij regeringszaken.''

Haar vader knikte en gebaarde naar twee bewakers die al die tijd geluidloos hadden toegekeken. ''Bewakers, neem mijn dochter mee naar haar kamer en zorg dat ze daar blijft tot verdere instructies.''

De twee mannen kwamen in beweging, maar stopten toen Ash razendsnel opstond van zijn stoel, wat een oorverdovend lawaai veroorzaakte door de koude marmeren vloer.

''Nee,'' zei hij kalm, hoewel Elys zag dat hij zijn kaken gespannen op elkaar klemde. De bewakers stopten, niet zeker naar wie ze moesten luisteren: hun eigenlijke baas, gódir Kenswin, of kroonprins Aedan, kleinzoon van gódir Murator.

The Frostfire PrinceHikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin