41.

1 0 0
                                    

De bewaker achter de poort liet Léon bijna onmiddellijk al naar binnen. Dat registreerde de krullenbol niet meer, omdat zijn opa het enigste was waar hij aan dacht. Hij moest hem aan het praten krijgen.

'LEUGENAAR!' brulde hij rancuneus met een uitzinnige stem.

Martin was niet meer in de woonkamer. Ook niet meer in de keuken. Net toen Lé naar de eerste verdieping wilde gaan, kwam zijn opa al de trap af. Zonder nog af te wachten rende hij erop af en zwaaide met een gebalde vuist richting de hoofd van de man. Verassend snel reageerde Martin daarop door net op tijd weg te duiken en Lé een stomp te verkopen in zijn ribben. Daar moest hij van herstellen, en even wankelde hij op de trap. Met een stevige greep pakte Martin hem bij zijn schouder vast.

'Rustig aan, druktemaker.'

Met een grotere kracht dan Léon had verwacht werd hij achterover geduwd. Hij kukelde van de trap af, zo'n vijf treden naar beneden. Op de begaande grond kwam hij terecht op zijn buik. Martin liep rustig de laatste treden af. Lé wilde zich herstellen, maar kon niet de kracht vinden om snel op te staan. Zijn opa raapte hem al van de grond en hield hem in zijn greep. Totdat hij zijn eigen kleinzoon weer op de grond smeet van de woonkamer.

Léon hoorde wat kraken, maar sloeg er geen acht op. Hij gleed tegen een tafelpoot aan en keek toen omhoog. Martin liep naar een bureau toe waar hij een la opende. Léon probeerde op te staan. Dat lukte maar langzaam, maar hij vond steun bij de tafel. Martin stond naast de geopende la. De bewaker was nog niet van zijn post geweest gedurende de afgelopen minuten.

'Wat maakt je zo boos, jongen?'

'De ring... hij is gevonden in mijn caravan,' sputterde Léon. 'Het kan niet anders zijn dan dat jij het bent.'

Martin zweeg. Zijn mond was een strakke streep en zijn blik was streng. 'Wie hebt het door gehad? Je vriendje zeker? Hij is niet van het circus. God, ik zei nog dat hij in de gaten gehouden moest worden.'

'Xavier... komt hierheen,' zei Léon. Hij voelde nu de pijn ineens opkomen van de flinke dreun van zonet.

'Hij was altijd al een lastpak, hè? Ik had hem misschien nooit vrij moeten laten.'

'Dus jij was het wel? Ik wist het.' Zijn ademhaling steeg tot het niveau hijgend als een hond, maar Lé wist dat hij nu beet had.

'Wie kon het anders zijn?' vroeg Martin luchtig terwijl hij een pistool uit de la haalde. Hij laadde hem en richtte de loop op de krullenbol.

Als hij nog niet wist dat hij nog niet beet had, wist Léon het nu wel. 'Vertel me alles, daar heb ik recht op voordat ik doodga.'

'Daar hebben we allemaal geen tijd voor. Xavier is onderweg, zo zei je net nog.'

'Vertel me dan zoveel je kunt.' Léon wist dat dit uitstel van executie was, maar misschien had hij nog een kleine kans. Zijn positie was gunstig, want hij keek uit naar de binnentuin. Martin stond daar met zijn rug naartoe, dus als Xavier hierheen zou komen en de bewaker uit zal schakelen hoeft Martin misschien niets door te hebben. Met een beetje geluk. Als het meezit.

Allemachtig. Waarom heb ik dit gedaan? Ik had naar Olivier en Pierre moeten luisteren. Waarom was ik dan zo blind bezig en geloofde ik die onzin van mijn buitengewoon gevaarlijke opa?

'Jij bent het dus wel geweest. Jij hebt die diamantenring gestolen. Waarom probeerde je hem bij mij te verstoppen?'

'Omdat dat mijn wraak zou zijn. De wraak van de familie die jou al je hele leven achtervolgde. Pauline was de enigste die me snapte toen ik Melanie vermoordde. Ze brak me doordat ze nam met Pierre. Terwijl ik alles voor haar deed, net als voor Pauline en Yvonne. Wat maakt het uit dat het illegaal was? Dat ik roofde, geld wit heb gewassen en afperste? Dat was mijn keuze. De keuze om mijn leven in gevaar te brengen voor mijn familie. Wat kreeg ik ervoor terug? Een gebroken hart door mijn eigen vrouw. Daar begon het mee. Dus roofde ik het kostbaarste bezit van die gladde Pierre. Het was dom van Melanie om ertussen te komen. Haar schuld.'

De StraatartiestWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu