18.

1 0 0
                                    

Léon wilde niet veel kwijt aan Mathieu over die dag. Het enigste wat hij wilde zeggen is dat het niet verliep zoals hij zou willen. Wat de beste kabouter daar ook van zou denken, het mocht allemaal van Lé.

Zoals aangekondigd kwam Alette zondag aan bij het appartement. Het was laat in de ochtend toen Mathieu haar voorstelde aan Léon. Hij schudde haar de hand en nam haar op. Ze was ietsje langer dan haar vader, maar was vooral wat meer gedrongen. Ze had volle rondingen, was van ongeveer dezelfde leeftijd als Léon en had duidelijk aardig wat make-up op. Alhoewel dat overigens niet storend was omdat ze het deskundig aan heeft gebracht, maar het viel Léon op. Ze had een zwarte haardos die in een paardenstaart zat en ook de ogen van haar leken erg op die van Mathieu. Al met al gaf dit Léon het idee dat ze een stout type was, en dat hij nu begreep wat de kabouter tegen hem zei met de woorden "je zal ongetwijfeld vinden dat ze niet op mij lijkt". Want afgezien van de ogen en de lengte leek Alette inderdaad nauwelijks op haar vader.

'Jij bent zeker een hulpjongen die mijn vader weleens helpt bij zijn kraam en weleens bij hem thuis komt?' vroeg Alette aan Léon na de begroeting.

'Dit is Léon. Ik leg je dadelijk wel uit wie dat is,' zei Mathieu.

Alette knikte bedenkelijk. Léon was benieuwd hoe Mathieu het gesprek aan ging pakken, zeker gezien zijn eerdere geuite zorgen daarover.

Onder een bak koffie legde de kabouter alles uit. Wat Léon aan hem vertelde wist hij feilloos te reproduceren richting zijn dochter. Na tien minuten was hij uitgepraat en reageerde Alette.

'Pap, ik weet dat je een goed mens bent. Maar je kan niet zomaar iedereen in huis halen.'

'Dat doe ik ook niet. Dit is eenmalig.'

'Waarom heb je me hierover niks verteld? Hoelang is hij hier al?'

'Ongeveer een week. Ik wilde nog niks tegen je zeggen omdat ik ook pas heb besloten hem op te vangen totdat het niet meer nodig is. Hij is nog maar achttien en kan nog niet alles alleen aan.'

Alette zuchtte. 'Goed. Ik snap het. Het is oké.' Ze glimlachte richting Léon, die terug glimlachte. Het was geen onaardig meisje, maar hij had gemerkt aan Mathieu en ook nu ze er is dat ze snel een mening heeft en best eigenwijs kan zijn. Sommigen stralen dat uit. Opmerkelijk hoeveel je uit een uitdrukking of uitstraling bij mensen soms kan opmaken.

Later op de dag ging Mathieu nog even aan het werk en ging Alette op pad om boodschappen te doen. Léon bleef alleen achter in het appartement. Hij lag op bed in "zijn" kamer en keek naar Monsieur Moustache. De zomer brak aan en de tijd om naar buiten te gaan en entertainen was aangebroken. Lé nam zich voor om misschien wel iedere dag proberen buiten te zijn. Iedere dag schilderen. Iedere dag zijn pop bespelen. Iedere dag geld verdienen. Afleiding was zeker nodig, en als hij zich goed voelde hierbij kon hij langzaam aan de toekomst denken. En misschien hetgene voelen voor Séverine wat zij voor hem voelde.

Een dag later begon Léon al. De belofte die hij met zichzelf maakte kwam hij na, want vanaf die dag ging hij bijna elke dag erop naar buiten. Monsieur Moustache sloeg aan, Léon kreeg steeds meer aandacht en zowel kinderen als volwassenen vermaakten zich kostelijk als ze de pop zagen. Ook de schildertechnieken van de jonge kunstenaar bleven niet onopgemerkt. Zoals Armieu had voorspeld kreeg hij van vele andere mensen, waaronder kenners en andere kunstenaars, veel lof. De energie en positieve kracht die hij daardoor kreeg was ongekend.

De twee weken waarin Alette bij haar vader was vlogen voorbij. Lé was net gewend aan haar aanwezigheid toen ze weer weg moest. Op het moment dat hij samen met Mathieu haar uitzwaaide drong het tot hem door dat hij de minimaalste aandacht had voor haar de afgelopen weken. Alette voelde voor hem niet meer als een bijfiguur, die weinig tot geen betekenis zal hebben. Lé had het idee dat dit ook niet zo snel zal veranderen.

De StraatartiestWhere stories live. Discover now