15.

1 0 0
                                    

Het weer in Parijs werd eindelijk beter. De zon prikte meer door de wolken en de temperatuur werd aangenamer. Iedereen begon ook optimistischer te kijken, zo leek het. Ook Léon kreeg een hoopvol gevoel. In Rue Monge werd het steeds drukker en hij had zijn doek al gepakt en op een kleine ezel gezet. Alleen stuitte hij op een probleem waar hij nog niet aan had gedacht met zijn pop: het kleurenpalet moet ook vastgehouden worden. Lé had de pop zo gemaakt dat hij de rechterarm en de kop kon bespelen, maar de linkerarm was vrij en het was het handigst als de palet vastgehouden werd.

De functie van de linkerarm is nu eindelijk bekend.

Met de spijketjes die hij nog over had bevestigde Léon (met een klein beetje geweld en moeite) de palet aan de linkerarm. De pop lijkt nu eindelijk functioneel te zijn voor het doeleinde waar hij voor is gemaakt.

Léon pakte de verftubes die hij had meegenomen en kwakte flink wat verf op de palet. Van Armieu had hij veel geleerd over het mengen van kleuren, dus deze bruikbare tips paste hij nu ook toe. "Soms is het mengen van de juiste kleur al een op zichzelf staande kunst", had Armieu eens wijs gezegd. Nu Lé eigenhandig een heel schilderij probeerde op te zetten kon hij dat alleen maar beamen. Gelukkig was het doek wat hij voor zijn neus had al gespannen. Het was van een klein formaat en Léon besloot daarom zonder vooraf te gaan tekenen met potlood gewoon te gaan schilderen. Hij ging zitten op de versleten koffer, pakte een penseel, zette de pop op zijn schoot en begon te gaan schilderen.

Eerst was het flink wennen aan de pop. Het voelde ook onwennig en lomp om een soort gezelschap te hebben die je zelf moet besturen en bespelen. De multitasking bevatte van alles: Léon moest de juiste kleuren mengen, de pop zo zetten dat de palet recht bleef en de verf er niet van af viel, de omgeving in de gaten houden, kijken naar zijn onderwerp, de pop bespelen en het penseel op de juiste manier vast weten te houden. Zijn concentratie werd zwaar op de proef gesteld en had nauwelijks tijd om zijn aandacht te verdelen aan de pop. Dat merkte Lé ook aan de omgeving. Hij kreeg wel blikken toegeworpen, maar deze waren eerder verbaasd en onbegripvol dan waarderend en amuserend.

Ik moet het anders gaan aanpakken. Steek meer aandacht in de pop.

Terwijl Léon in gedachten door bleef schilderen verzon hij een dialoog. En een naam voor de pop. Hij probeerde het uit.

'Het is mooi weer, nietwaar meneer Moustache?'

Met een ander stemmetje antwoordde Lé de vraag zelf, voorstellend als de pop die hij de naam meneer Moustache heeft gegeven. 'Kan altijd beter, mijn vriend.'

'Hoezo? Is dit niet genoeg?' ging Léon door.

'Stoor me niet tijdens het werken,' luidde het antwoord een beetje nors.

Een klein meisje van hoogstens zes jaar keek ineens op naar het toneelstukje van Léon. Ze liep aan haar de hand van haar moeder, die aan de overkant van de straat een winkel in keek. Even later liep ze weer door, maar het meisje verzette zich. Lé kreeg dat door en keek in haar richting. Het meisje had al lang blond haar en mooie blauwe ogen. Ze was netjes gekleed en kwam duidelijk niet van een arme komaf.

Ga door, hield Léon zichzelf voor. Hij richtte zijn aandacht weer op het schilderij van zijn pop en zichzelf. 'Wat een mooi schilderij maak je daar. Wat wordt het?'

'Zie je dat niet? Je zit al de hele tijd achter me en je vraagt nu pas wat ik aan het schilderen ben? Wat onnozel.'

'Maman! Ik wil daar! Kijken!'

'Waarom zo kortaf, meneer Moustache? Ik zit toch altijd bij je? We zijn beste vrienden!'

'Maar het punt is dat ik altijd schilder en jij mij altijd stoort. Het is ongelooflijk.'

De StraatartiestWhere stories live. Discover now