9

13 1 0
                                    

maandag, 30 maart.

Vermoeid doe ik men ogen open wanneer ik men wekker hoor afgaan.

'Meid!', kreunt Zoë. Snel zet ik men wekker af waarna ik rechtop ga zitten. Lachend kijk ik naar Zoë, die halfdood naast me in bed ligt.

'Misschien gisteren iets minder moeten drinken.'

'Sssttt. Ik heb hoofdpijn.'

'Ik zal een paracetamol gaan halen voor u.' Ik stap uit bed en loop naar de keuken. Mama is niet meer in de living te bespeuren, waarschijnlijk is ze vannacht wakker geworden en dan naar haar bed gegaan.

'Alstu.', zeg ik wanneer ik haar een pilletje en een glas water overhandig.

'Dank u.' Al snel zit het pilletje op haar tong en neemt ze een slok water. Ondertussen zoek ik in men kast wat ik moet aandoen. Ik heb geen zin om hier vandaag lang over te doen, dus neem gewoon een jeans en een crop top. Prima. Wanneer ik men gordijnen opendoe, zie ik Victor ook net zijn raam opendoen. Wanneer hij me opmerkt, glimlacht hij. Ik glimlach terug, maar merk al snel dat ik alleen een shirt aanheb, dus ik maar beter me verder kan gaan klaarmaken.

'Kom, opstaan, anders komt ge nog te laat op school.', zeg ik terwijl ik het dekbed van haar aftrek.

'Ik ga niet naar school vandaag.'

'Oh, drama, gij hebt bijna elke dag een kater, kom, opstaan.'

'Soms haat ik u echt.'

'Oh, ik hou ook van jou sweetie.' Ik geef haar een kus op haar voorhoofd en ga dan naar de badkamer om me om te kleden en men make-up en haar te doen. Na een paar minuten komt Zoë ook de kamer binnen, wanneer ze in de spiegel kijkt, worden haar ogen groter. Amuserend kijk ik haar aan. Wanneer ik klaar ben, ga ik naar de keuken, waar ik mama aantref.

'Goeiemorgen mama.', zeg ik terwijl ik haar een knuffel van achteren geef.

'Amai, zo'n goed humeur op dit uur, alles okee? Toch niet ziek?' Lachend schud ik men hoofd en maak ik ontbijt voor Zoë en mij. 'Is Zoë blijven slapen?'

'Ja, het werd later dan gedacht. Ik vond je slapend in de zetel gisterenavond, dus ik heb maar de TV uitgezet en een dekentje over u gedaan.'

'Dank u wel.', glimlacht ze waarna ze de keuken verlaat.

Net wanneer het ontbijt klaar is, komt Zoë te voorschijn. Ze ziet er al een stuk beter uit, met kleren van mij aan, en wat make-up.

'Leuke outfit! Vanwaar opeens al die leuke kledingstukken?', vraag ik terwijl ik aan tafel ga zitten. Ook Zoë gaat zitten aan tafel.

'Van een goede vriendin gestolen.', knipoogt ze terwijl ze een boterham neemt.

'Wat heb je toch een goede vriendin.'

Aan het station nemen we afscheid, aangezien zij daar de trein moet nemen, en ik de bus. Gelukkig moeten we allebei niet lang wachten op onze trein/bus. Op school gaat alles normaal. Altijd zo'n kutvakken dat ik heb op maandag: 2 uur wiskunde, Frans, Fysica, Aardrijkskunde, Biologie en Economie.

Eens ik thuis ben, besluit ik om direct me om te kleden in iets frisser, aangezien ik al de hele dag het veels te warm had. Ik doe gewoon terug een denim short aan met een topje. Mama is nog aan het werk, dus ik ben alleen thuis. Ik besluit om effe op het terras te zitten, nu het zonnetje nog schijnt. Daar check ik men gsm terwijl ik aardbeien eet. Healthy girl check, nee just kiddng, ik vreet alles op wat ik wil en let eigenlijk nooit op wat gezond is of niet.

Jaxx heeft gisterenavond blijkbaar geantwoord, maar ik zie het nu pas. 'Sorry, er was een noodgeval. Wanneer zie ik je terug? Mis je x' Pfff. Ik heb eigenlijk geen geduld meer voor deze jongen. Eerst geeft hij me het gevoel dat ik speciaal ben, en dan laat hij opeens 2 dagen niks van zich horen. Ik besluit om gewoon het bericht nog niet te openen, en later pas te antwoorden. Wanneer ik op iedereen heb geantwoord en men aardbeien op zijn, neem ik men fiets en ga ik een stukje fietsen. Echt zalig om gewoon effe een uurtje te gaan fietsen, gewoon alleen muziek, geen afleiding. Op een rustig plekje zet ik me op het gras. Ik heb zicht op het water en een beetje verderop een brug. Ik ga liggen en sluit men ogen.

'Ems?', hoor ik opeens iemand zeggen. Snel ga ik rechtzitten en kijk ik naar achter. Voor me staat Jaxx. Fuck.

'Jaxx? Wat doet gij hier?'

'Ik wou u komen zoeken. Ik was bezorgd, ge antwoordde maar niet.'

'En dat moet gij zeggen.' Hij komt naast me zitten terwijl ik gewoon voor me uitstaar.

'Sorry, ik had u iets moeten sturen.' Ik knik, nog steeds kijk ik hem niet aan. 'Ik heb u gemist.' Hij legt zijn hand op men bovenbeen, maar al snel duw ik hem weg.

'Nu niet opeens lief beginnen doen. Niet 2 dagen niks van u laten horen, en dan terugkomen alsof er niks is gebeurt.' Ik sta op, stap op men fiets en fiets naar huis. Ik zag dat hij me de hele tijd aanstaarde toen ik wegging, maar hij had de ballen niet om nog iets te zeggen. Debiel.

Wanneer ik naar huis fiets, borrelt de woede in me op. Ugh. Als ik thuis ben, zet ik men fiets in de fietsenstalling, maar dat loopt niet al te soepel.

'Ugh.', brom ik wanneer men fiets niet in de deur past. Men geduld is op en gooi de fiets op de grond. Na een paar seconden begin ik ertegen te schoppen. Maar dat is niet genoeg. Vervolgens begin ik te boksen tegen de muur. Ik kan maar niet stoppen, meer en meer woede borrelt in me op.

'What the fock doet gij?', hoor ik iemand roepen. Snel stop ik en zie ik dat Victor komt aanlopen. Wanneer ik naar men handen kijk, zitten ze helemaal onder bloed. Fuck. Wat deed ik net? Wanneer hij vlak voor me staat, trekt hij me in een knuffel. Al snel leg ik men handen op zijn rug en rust men hoofd op zijn schouder.

'Gaat het?', fluistert hij na een tijdje. Ik trek me terug uit de knuffel en knik. 'Kom, we gaan u handen verzorgen.' Hij loopt voor me uit naar zijn huis. Bij hem binnen, lopen we direct naar de badkamer, waar hij een EHBO tasje uit een kastje neemt.

'Au.', zeg ik wanneer hij men handen ontsmet en het pikt.

'Sorry.' Hij kijkt me kort recht in men ogen aan, maar richt zich dan terug op men handen. Wanneer men handen verzorgd zijn, lopen we naar de keuken. 'Ik lijk nu iemand met agressie problemen ofzo.' Hij lacht en kijkt me aan.

'Nee hoor. Waarom waart ge opeens zo boos?'

'Boystruggles.', zucht ik terwijl ik tegen het aanrecht aanleun.

'Ai. Iets drinken? Misschien helpt dat om de pijn te verzachten.', knipoogt hij.

'Ik denk dat ik maar eens ga. Men mama is thuis dus...'

'Ik snap het.'

'Maar bedankt, we zien elkaar nog wel is.'

'Ja, inderdaad.' We lopen samen naar de voordeur en nemen daar nog even afscheid voordat ik naar huis wandel.

Sleep when you're deadWhere stories live. Discover now