De macht der gewoonte

By veelzeggend

5.9K 499 71

WATTY AWARD WINNER 2020: YOUNG ADULT Sigrid is een laatste schakel in een reeks familieleden die nogal twijfe... More

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
17
18
19
20
21
22
23
24

16

165 21 4
By veelzeggend

HET ONGELUK ZIT IN EEN KLEIN HOEKJE

De kok heet Frank. Hij is drieëntwintig en hij is altijd boos, maar hij praat nooit en daarom doet hij me denken aan Fivel.

Voor een kok heeft hij een slecht eetpatroon. Als we pauze hebben, dan eet hij alleen maar dropjes. Ik heb hem nog nooit zijn eigen eten zien eten. Hij speelt altijd spelletjes op zijn mobiel en hij praat nooit met me.

Maar ik denk dat stilte ook verbindt.

Want op een dag, steekt hij zijn hand naar me uit en dan geeft hij me wat dropjes. Ik neem ze aan en stop ze in mijn mond.

Hij blijft me elke pauze dropjes geven. Het is best lief, en vooral omdat hij me niet aankijkt als hij ze geeft.

Werk is best oké. Frank is de enige vriend die ik heb in die weken zonder Fivel.

Het wordt minder oké als Timo op een dag komt opdagen.

Hij is niet met Fivel en dat stelt me gerust, maar hij is helemaal alleen en dat stelt me dan eigenlijk minder gerust. Ik wacht tot een ander meisje zijn bestelling opneemt, maar Ilse zit met kauwgom in haar mond op de bar op haar mobiel te kijken en de anderen staan in de keuken te kletsen.

Ik zucht.

Loop naar hem toe.

'Wat moet je?'

Hij kijkt op als hij mijn toon hoort en even lijkt hij verontwaardigd, maar dan ziet hij dat ik het ben en niet een willekeurige serveerster.

'O,' mompelt hij. 'Ik wist niet dat je hier werkte.'

'Toch wel.'

'Eh- weet je-' hij schudt zijn hoofd. 'Ik denk dat ik eigenlijk toch met je moet praten. Zal wel een teken zijn uit de hemel of zo.'

'Dus je gaat niks bestellen?'

'Nee.'

'Dus je wil dat ik nu met je ga praten?'

'Ja.'

'Kom na werk maar terug. Ik ben om vier uur klaar.'

We staan buiten, in de steeg waar een paar plastic stoelen staan voor de rokers die in hun pauze willen roken. Timo rookt ook.

Ik ga niet zitten, om het zo kil mogelijk te maken. Ik leun met mijn rug tegen de muur. Mijn armen zijn over elkaar gevouwen.

'Je hebt gelijk,' zegt hij dan. 'Ik ben een klootzak.'

'Ja,' zeg ik.

'Ik weet niet waarom ik het toch gezegd heb.' Hij tikt wat as van zijn sigaret. 'Ik denk dat ik haar gewoon helemaal voor mezelf wilde.'

'Hoe dan? Als je bang was dat ze bij je weg ging als je het zou zeggen?'

'Ik heb gewoon gezegd dat jij mij kuste.' Hij haalt zijn schouders op. 'Dat je mijn vriendelijkheid verkeerd opvatte, dat je dacht dat ik geïnteresseerd in je was. Ze geloofde het.'

Ik word misselijk. Natuurlijk geloofde ze het; dat is precies wat er gebeurd is tussen mij en haar.

'Het spijt me,' zegt hij.

'Ja, leuk allemaal dat het je spijt, maar ga je haar ook nog de waarheid vertellen?'

'Nou, dat jij mij kuste, is niet gelogen.'

'Nee, maar dat ik dacht dat je geïnteresseerd in me was wel. Ik voel helemaal niks voor jou.'

'Ja, oké.'

Hij kijkt naar zijn sigaret. Ik staar hem afwachtend aan.

'Dus? Ga je het zeggen?'

Hij wipt ongeduldig met zijn been.

'Ik wil haar niet voor mezelf,' zegt hij dan. 'Het is spannender als er gezeik is, als we stiekem anderen hebben, als we ruzie hebben om stomme dingen.'

'Oké,' zeg ik.

'En ik kuste jou alleen omdat ik wist dat ze daar extra boos om zou worden,' zegt hij.

'Oké.'

'Bozer dan ik om dat meisje dat ze kuste.'

'Oké, maar ga je haar de waarheid zeggen?' snauw ik.

'Maar-' hij aarzelt, 'ik vind het lullig voor je en zo, maar... ik wil haar niet kwijt. Ik wou gewoon dat ik het nooit gedaan had. Dat is alles wat ik wilde zeggen.'

Mijn oren tuiten. Nog nooit in mijn leven heb ik zo'n leeg excuses ontvangen. Sorry dat ik je leven geruïneerd heb, ik wou dat ik het nooit gedaan had, maar ik ga het niet veranderen want het is jouw probleem en niet het mijne.

'Maar je-' mijn hoofd is rood, 'maar- hoezo? Wat is dat voor gelul? Wat moet ik hiermee?'

Hij haalt zijn schouders op. 'Ik wilde gewoon sorry zeggen.'

'Dat is niet hoe je het doet!' roep ik. 'Je bent niet vergeven. Excuses niet aanvaard.'

Hij zucht. 'Wat wil je dan dat ik doe?'

'Dat je met haar praat, dat je zegt hoe het echt zit,' zeg ik.

Hij denkt na en neemt een trek van zijn sigaret. 'Maar ze wil het helemaal niet horen, Sigrid.'

Sommige mensen zeggen je naam nooit, ze horen het niet te zeggen en het voelt vreemd als ze dat wel doen. Timo is zo'n persoon.

'Kan mij wat schelen!'

'Mij wel!' snauwt hij dan terug. Hij snauwt tegen me zoals hij tegen Fivel snauwt en opeens is hij boos. 'Ze wil helemaal niet over jou horen. Ze is helemaal klaar met je, weet je dat? Ze is kwaad!'

Hij weet dat de woorden me pijn doen.

'Ik denk dat je gewoon bij Fivel weg moet blijven,' mompelt hij dan. 'Ze wil je niet spreken.'

'Daarom wil ik dat jij met haar spreekt.'

'Maar wat helpt dat? Dan krijg ik alleen maar gezeur en aan het eind van de dag, heb je mij nog altijd eerst gekust en ik jou niet.'

'Maar- maar jij wílde dat ik-'

Hij trapt zijn sigaret uit. 'Nou ja, sorry in ieder geval, maar als je zo gaat schreeuwen, dan ga ik niet praten.'

Dan loopt hij het steegje uit en even overweeg ik om hem te wurgen, maar ik doe het niet.

Ik begin te huilen.

Frank de kok komt er aan en voert me wat dropjes.

Nu we ruzie hebben, bestaat er geen reden meer om met Fivel te spreken. Zelfs niet zakelijk; we doen geen projecten met elkaar op school, en verder hebben we niks meer met elkaar te maken omdat ik ook niet meer bij haar werk. Ik denk dat ik haar twee maanden niet spreek. Het laatste berichtje dat ik van haar gekregen heb ging over haar kat.

Lola heeft gelijk. Fivel kan je reputatie kapot maken als ze wil en het heeft me verbaasd dat ze het nog niet heeft gedaan, maar ik denk dat het na die middag begonnen is, want al snel vang ik via via op dat Timo's vrienden me een slet vinden en als Timo's vrienden iets vinden, dan vindt iedereen dat.

Ik denk niet dat ik het erg vind.

Zo lang iedereen denkt dat ik een slet ben, denken ze tenminste niet dat ik eigenlijk verliefd ben op Fivel.

De waarheid is vaak erger dan de werkelijkheid.

Het is alleen een beetje jammer dat je jezelf niet meer mag zijn als je een slet bent. Opeens ben je niet meer van jezelf, maar van een groep, van de maatschappij en dan mag iedereen je aanraken en zoenen en beledigen en zelfs als je dat niet wil. Een slet is geen persoon. Een slet is een ding.

Ik word op veel feestjes uitgenodigd en ze worden gegeven door Timo's vrienden en ik word alleen uitgenodigd omdat ik dus zo'n ding ben. Ik ben een soort kattenspeeltje waar ze mee mogen spelen en dat weet ik wel, maar zo lang Fivel op de feestjes verschijnt, vind ik het niet erg, want ze kijkt altijd net te lang als een jongen mij vastgrijpt en ze lijkt zich dan zowel gefrustreerd als schuldig te voelen.

Het derde feestje is van Luca. Ik herken hem eerst niet, maar dan besef ik me dat ik hem gezoend heb op Timo's nieuwejaarsfeestje en dan zeg ik dat ik wel kom als ik tijd heb.

Natuurlijk kom ik gewoon, maar ik merk al snel dat ik geen zin meer heb en dan raak ik verveeld, drink ik zoveel dat ik op de bank in slaap val en pas wakker word als iemand een glas water in mijn gezicht gooit en dan ben ik boos, maar ik ben te dronken om lang boos te blijven, want ik lach al snel met dezelfde jongen die het water over me heen heeft gegooid en dan zitten we naast elkaar op de bank.

'Zijn Timo en Fivel al naar huis?' vraag ik.

Hij schudt zijn hoofd. Hij is niet lelijk, maar ik weet niet meer of ik jongens aantrekkelijk vind of gewoon weet wat mooi is en mezelf dan aan praat dat ik ze aantrekkelijk vind. Hij wenkt naar Timo en Fivel. Fivel kijkt naar me.

'Ik moet naar de wc,' mompel ik.

'O.' Hij knikt. 'Wil je dat ik mee loop?'

Fivel hoort zijn vraag en daarom knik ik.

In de wc's zoen ik hem. Zomaar. Zonder na te denken en vooral zonder reden. Ik denk dat ik mijn verdriet niet weg eet of weg drink zoals sommige mensen doen; ik denk dat ik mijn verdriet vaak weg zoen, en dan vooral met de lippen van jongens, omdat het nooit echt voelt als ik ze zoen. Hun lippen bestaan eigenlijk niet, hun handen betekenen niks, en zelfs - soms - als ze iets liefs zeggen, dan kan het me niet schelen. Ik hoop gewoon dat hij me heel veel zuigzoenen geeft zodat Fivel ze kan zien, en dat doet hij als ik zijn lippen tegen mijn hals blijf drukken en hij lijkt dan nog lang niet verveeld, maar ik ben het wel.

Ik trek me los.

'Wat?' hijgt hij.

Ik veeg de natte plekken van mijn hals.

'Je zoent slecht.'

Hij lijkt gekwetst. 'Wat?'

'Ja.'

'Echt?'

Ik knik.

'O.' Hij kijkt naar de grond. Hij lijkt opeens jonger dan hij is. Dan kijkt hij weer op. 'Maar ik kan andere dingen goed.'

'Dat geloof ik niet.'

'Mijn vriendin zegt van wel.'

'Hm. Dus je hebt een vriendin?'

Hij knikt.

'O.'

'Maar we hebben ruzie, dus het is niet erg.'

Hij leunt tegen de wasbak achter me aan en klemt me tussen hem en de wasbak in.

'Oké, maar als ik boze berichtjes krijg, dan blokkeer ik haar en jou.'

Hij grijnst. Hij heeft best een leuke grijns. 'Oké oké.'

Dan zoent hij me weer. Ik wil zijn tong niet voelen en daarom trek ik me los en laat ik hem mijn hals zoenen. Zijn handen graaien onder mijn shirt.

'Hé, rustig aan, jezus.'

Hij grijns en blijft me zoenen. Zijn handen zakken naar mijn heupen. Hij trekt me tegen zich aan.

Alles gaat steeds net te snel en te ruw. Ik snap wel dat ik hem niet ken en dat we elkaars grenzen niet echt kennen, maar het is een ongemakkelijke situatie waarin hij steeds een stap verder lijkt te zijn dan ik en het ergste is nog dat hij die ongemakkelijkheid niet lijkt te voelen. Hij knijpt, hij bijt en hij trekt veel te hard aan mijn kleding en steeds als ik zijn handen weghaal of me terug trek, doet hij het gewoon opnieuw. Hij vat geen hints op en hij lijkt ze misschien niet op te willen vatten.

Er klopt iemand op de deur. Ik voel me opgelucht.

'Moment!' roept hij geërgerd.

'Ik moet plassen man!' roept iemand. 'Schiet nou eens op.'

Ik wil me al los wurmen, maar hij houdt me tegen de wasbak aan en opeens verandert alles in de ruimte. De ongemakkelijkheid is een spanning, zijn ruwheid is slecht bedoeld en zijn blik is hebberig en dwingerig.

'Even vlug,' fluistert hij dan, waarna hij mijn broek begint los te peuteren.

Ik word rood. Ik grijp zijn handen vast en duw ze weg. 'What the fuck? Flikker op.'

Dan klemt hij zijn handen om mijn polsen heen en duwt hij ze tegen de rand van de wasbak aan. Ik schrik van hem.

'Hé, doe normaal.'

'Je kan niet helemaal preuts gaan liggen doen als je jezelf net tegen me aangeworpen hebt,' fluistert hij. 'Dat is niet eerlijk.'

'Dat is wel eerlijk,' zeg ik.

'Kom op,' zeurt hij, waarna hij één van mijn polsen loslaat om verder aan mijn rits te sjorren.

Ik duw hem. Hij geeft niet mee. Ik knijp hem.

'Auw.' Hij lacht. 'Doe normaal.'

'Doe zelf normaal.' Mijn stem begint te knellen en te beven. Ik haat het, maar opeens ben ik bang. 'Hou op.'

Er wordt nogmaals op de deur geklopt.

'Schiet op makker.' Dat is Fivel. 'Ik zeik bijna in m'n broek.'

Hij lacht. Ik denk niet dat hij ziet dat ik bijna begin te huilen. Het lijkt er op dat hij denkt dat ik een spelletje met hem speel of zo, want hij blijft me vastgrijpen en duwen en zoenen en dan doe ik het gewoon: ik begin te huilen.

'What the fuck?' mompelt hij. 'Ben je oké?'

'Nee!' snauw ik. 'Ik zei toch dat je op moest houden!'

Hij lijkt ongemakkelijk. Zijn gezicht wordt een beetje rood. 'Oké, maar... dat zeggen meisjes zo vaak, dus ik dacht-'

Ik trek me van hem los en sla mijn armen om mezelf heen.

'Het is ook je eigen schuld hoor,' zegt hij dan boos. 'Net vond je me nog leuk en nu wil je me niet meer. Wat moet ik daar van denken?'

Ik zeg niks terug. Hij trekt de deur expres open zodat iedereen in de rij mijn rode ogen ziet en dan loopt hij boos weg. Mijn wangen beginnen te gloeien. Ik ben opeens niet alleen een slet, maar ook nog eens een domme slet.

Ik durf Fivel niet meer aan te kijken.

Thuis jank ik weer eens onder de douche. Ik douche mezelf vier keer en de vierde keer is het warme water op. Op de achtergrond klinkt het gekrijs van de baby. Soms slaapt mijn moeder er gewoon doorheen.

Fivel heeft me een bericht gestuurd als ik rillend onder de douche uit stap.

Gaat het?

Het laatste berichtje is van twee maanden geleden en het is een foto van Edgar, waaronder staat dat ze me mist... de kat mist me; niet Fivel.

Ik blijf even met mijn mobiel in mijn hand staan, met een handdoek om mijn lichaam heen, mijn haar nog druipend.

Nee, type ik, en dan verwijder ik het weer. Ik type ja, maar dat verwijder ik ook en dan stuur ik haar toch nee.

Ze reageert niet. Daar word ik nog bozer om.

Het hele weekend blijf ik naar mijn mobiel kijken, maar er komt geen bericht terug. Ik word er misselijk van en uiteindelijk verwijder ik het bericht dat ik haar gestuurd heb omdat ik er gewoon niet meer naar wil kijken. Mijn moeder merkt dat ik vreemd doe.

'Hé, Sigrid... wil je Hanna met mij wassen?'

Ik lig op de bank als ze dat vraagt. Ik wil haar niet helpen, maar sinds de baby kan kijken, dingen kan volgen met haar ogen en mama soms herkent, is ze veel schattiger geworden... of misschien gewoon menselijker.

Ik ben een erg slechte hulp, maar ik doe mijn best.

'Was het feestje leuk?' vraagt ze.

'Nee,' mompel ik. Ik ben verbaasd dat ik het zo makkelijk zeg.

Ze kijkt me bezorgd aan. 'O?'

Mijn handen worden zacht van de babyshampoo. Het roze dingetje in de teil heeft enorme ogen. Ze kijkt me strak aan.

'Waarom staren baby's altijd zo?'

'Vinden ze leuk.'

'Waarom?'

'Hoezo was het feestje niet leuk?'

Ik haal mijn schouders op. 'Gewoon. Kutfeestje.'

'Sigrid, ga je nog met me praten of...?'

Een klein klauwtje grijpt mijn vinger vast. De baby spartelt enthousiast met haar armpjes.

Mama glimlacht. 'Vind ze leuk. Om met je vingers te spelen.'

Ik wurm mijn vinger los.

'Ik voel me niet zo lekker.'

Mama heeft opeens twee babies om te verzorgen, en ik vind het stom van mezelf, maar ik kan er niks aan doen, want ik voel me echt niet lekker en die maandag ga ik de eerste vier uur niet naar school tot ik zo gek wordt van het gehuil van de baby dat ik het huis wel uit moet om niet door te draaien.

Ik slaap bijna in de lessen.

Na school, sjok ik terug naar mijn fiets.

En dan loopt Fivel opeens naast me. Ze houdt haar sleutels op. 'Wil je?'

Ik wil haar eerst negeren, maar ik voel me te slap om te fietsen en dan knik ik zwijgend.

Ik ben stil in haar auto. Ik ben doodop.

'We moeten praten,' zegt ze.

Ik rol mijn ogen. Ik heb geen zin om te praten; niet nu.

'Sorry,' flapt ze er dan uit. Ze blijft strak voor zich uitkijken. 'Het spijt me. Ik heb je laten vallen.'

'Weet je, ik zit dus echt niet te wachten op stomme sorry's van jou en je vriendje. Het spijt jullie helemaal niet; jullie voelen je schuldig, maar doen helemaal niks om mij te helpen.'

Ze kijkt naar me opzij. Het is moeilijk om boos te zijn op Fivel, omdat ze soms gewoon knikt. 'Ja.'

'En weet je, toen je zei dat je vrienden wilde blijven, dacht ik: oké, dat kan ik wel doen, maar zo gauw je de kans kreeg, liet je me vallen voor fucking Timo! Je luisterde niet eens naar wat ik te zeggen had!'

Ze knikt weer. Ze begint wel harder te rijden.

'Hij wilde dat ik hem zou zoenen!' roep ik. 'Omdat hij boos op jou was! Toen moest ik hem zoenen omdat hij anders vond dat ik lesbisch was! Omdat hij vond dat ik te veel bij jou was en ik weet gewoon dat je het hem verteld hebt!'

Ze knikt weer. In mijn woede zie ik haar gezicht niet. Er schieten weilanden langs ons heen.

'En ik dacht echt- ik dacht echt dat je een goede vriendin was, maar door jou vindt iedereen me één of andere slet terwijl jij ook iemand anders zoende. En je bent boos op mij! En voor wat! Wat heb ik gedaan?!'

Ik kijk naar haar opzij. Haar wangen zijn vlekkerig rood en er loopt een traan over haar wang. Die veegt ze weg.

Ik kalmeer abrupt. Ik ben niet meer boos op haar; ik wil huilen zo gauw ik haar zie huilen.

Ze kijkt naar me opzij. 'Ik ben niet boos op je, Sigrid.'

Ik geloof haar niet. Ik blijf haar in haar huilende gezicht kijken en dan glijden mijn ogen weg naar het dashboard.

'Ik dacht dat ik boos was.' Ze veegt haar tranen weg en kijkt weer naar de weg. 'Ik dacht altijd dat ik boos op je was. Ik was al boos op je vanaf het moment dat ik je in die snackbar zag.'

'Maar waarom?' vraag ik geërgerd. 'Wat heb ik verkeerd gedaan?'

'Helemaal niks!' zegt ze. 'Want ik ben niet boos op je. Ik was niet boos op je. Ik wilde gewoon bij je zijn en daarom werd ik boos op mezelf en dacht ik dat ik boos was op jou.'

'Waarom zou je in godsnaam bij mij willen zijn?'

'Omdat ik ook verliefd op jou ben!'

We zijn stil. Ik kijk haar aan.

'Wacht wat?'

Ze begint weer te huilen. Het verbaast me dat ze iets door haar tranen heen kan zien.

'Met Timo's feestje,' haar lippen bibberen, 'ik wilde zien hoe je met Lola zou zoenen omdat ik het leuk vond, ik- het is fucked up van me, maar ik vond je leuk en ik wist niet-' ze schudt haar hoofd. 'Maar ik had Timo ook nog. Daarom schrok ik op Ameland. Ik wist het al wel - dat je me leuk vond - maar ik wilde eerder zijn. Ik had opeens geen tijd meer om- om het met Timo uit te maken en toen raakte ik in paniek en toen werd ik weer zo boos.' Haar schouders schokken. 'Toen had ik het verknald.'

Op sommige momenten moet je gewoon niks zeggen. Vooral omdat je niets te zeggen weet en alleen maar domme dingen uit gaat kramen als je wel wat gaat zeggen.

'En ik probeerde wel weer-' ze slikt. 'Ik probeerde het goed met je te maken, maar toen je Timo zoende geloofde ik wat hij zei en toen voelde ik me verraden. Toen was ik wel boos op je. Jaloers op hem omdat je hem wel zoende en mij niet.'

Ik knik.

Haar schouders schokken weer. Ze perst haar lippen op elkaar en ik zie dat haar knokkels wit zijn - zo hard knijpt ze in haar stuur.

Ze kijkt naar me opzij.

'En ik weet gewoon niet wat dit allemaal betekent.'

Ik wil iets zeggen.

En dan klinkt er een keiharde knal. Ze remt hard, we worden allebei naar voren gelanceerd en onze gordels trekken strak tegen onze lichamen aan. Ik voel hoe de adem mijn longen verlaat. Dan staan we stil. Ik ruik rubber.

We zijn tegen één of ander houten hek aangereden bij een weiland. Het hek is kapot, Fivels auto staat een beetje scheef en alles in de auto begint te piepen en te knipperen.

Ze begint nog harder te huilen. Haar handen trillen. Ze legt haar voorhoofd hopeloos tegen het stuur aan.

'Fuck,' fluistert ze.

Ik zit als verstijfd in mijn stoel. Ik durf niet eens te kijken naar hoe de auto er van buiten uit ziet. Voor ons staat een veld met gemaaid maïs. Het lage zonlicht kietelt de hopeloze stompjes die uit de bodem steken.

'H-hé, het is- het is niet erg.' Ik raak haar arm voorzichtig aan. 'Ik-'

Ze draait zich naar me toe, pakt mijn gezicht vast en kust me.

Sommige dingen de wereld horen gewoon te zijn zoals ze zijn. De maan draait om de aarde heen, de bij bestuift de bloem, bevolkingen vergaan, de zwaartekracht trekt, mijn vissen kunnen nog steeds niet normaal zwemmen en ik verstijf geen seconde als Fivel me kust; ik kus haar terug, alsof alles in mijn leven er toe heeft geleid om haar te kussen in het wrak van de auto die ze zelf in de prak gereden heeft.

Er gaat vuurwerk in mijn hart af.

Maar het is geen vuurwerk.

Want de knallen komen uit de motorkap.

We rennen de auto uit.

Continue Reading

You'll Also Like

14.3K 266 86
je bent de beste vriendin van max verstappen. Je bent aangenomen om voor max te komen werken in de Formule 1. Je probeert je ouden leven te vergeten...
59.6K 2.1K 33
Vrachtpiloot en handelaar Jayden Aktar botst tijdens een bezoek aan een van zijn favoriete ruimtestations tegen de exotische en uitbundige Emma op. A...
Ultraviolet By Evita__M

Science Fiction

39.9K 2.5K 109
Een nieuwe ziekte, de Zwarte Pest, teistert de inwoners van Valis. Kinderen worden verplicht om zich te laten vaccineren, maar dit alles blijkt een l...
2.2K 17 32
dit verhaal gaat over een 14 jarig meisje alana ze is een nederlands meisje opgegroeid in amerika haar ouders hebben een eigen bedrijf waar alana als...