The Frostfire Prince

Bởi Amarelia

155K 10.3K 12.7K

||WINNAAR VAN THE WATTYS 2016 'VERBORGEN JUWELEN' EN WATTNED'S CHOICE AWARDS (NETTIES 2016)|| Wat zou jij doe... Xem Thêm

||1|| Begiftigd met een Vloek
||2|| De Vlucht
||3|| Ontmoeting in de Bossen
||5|| Het Bliksempatroon
||6|| De Premiejager
||7|| Bloed en Metaal
||8|| Het Orakel van Rivenend
||9|| De Zielbreker
||10|| Een Zilveren Zonsopkomst
||11|| Het Luchtschip
||12|| De List
||13|| De Grote Stad van Parrodin
||14|| Gouden Vuur
||15|| Oude Wonden
||16|| De Lelie Tempel
||17|| Afscheid
||18|| De Stad van Aarde
||19|| De Koningin van Zalaberín
||20|| De Arena
||21|| Het Festival van Namos
||22|| Licht en Duisternis
||23|| Gif en Schuld
||24|| Het Lya Woud
||25.1|| Stad van Sterren
||25.2|| Stad van Sterren
||26|| De Verdwenen Kroonprins
||27|| Bloed en Woede
||28|| Een Vredesoffer
||Q&A - Uitleg||
||29|| Serphone
||30|| De Godenstad
||31|| De Afgevaardigde van Amrine
||32|| De Zaharwoestijn
||33|| De Geestenziener
||Q&A - Antwoorden||
||34|| De Verborgen Bibliotheek
||35|| De Hal van Magie
||36|| De Tijdspiegel
||37|| Verdwenen
||38|| Herinneringen van een Prins
||39|| De Zuidelijke Eilanden
||40|| Istars Brief
||41|| Thuiskomen
||42|| Wantrouwen
||43|| Het Wolkenpaleis
||44.1|| IJs en Vuur
||Mededeling||
||44.2|| IJs en Vuur
||45.1|| Een Familiereünie
||45.2|| Een Familiereünie
||46|| Het Kristalbal
||47|| Verzoeningen
||48.1|| Een Reünie in de Lucht
||Mededeling||
||48.2|| Reünie in de Lucht
||49.1|| De Poort van Iralin
||49.2|| De Poort van Iralin
||50|| Nieuwe Plannen
||51|| Een Brandende Ster
||52.1|| De Blinde Stuurder
||52.2|| De Blinde Stuurder
||53|| De Gevangene
||54|| Het Eeuwige Vuur
||55.1|| Celia's Geheim
||55.2|| Celia's Geheim
||56|| Het Offer van Elys
||Mededeling||
||57|| De Ontwaking
||Uitleg (gebrek aan) Updates ||
||58.1|| De Ziel van het Meer
||Woordenlijst||
||Lijst van Personages||
||Namen + Uitspraak||
||39 Vragen||
||Getagd||
||A/N + Cover||
||Weer getagd||
||HELP ME||
||HELP ME 2.0||
||Fanart||
||Tekening Elys + Cover||
||Covers Trilogie||
||Wattpad Awards + Cover||
||WATTY||

||4|| De Stille Maan

2.5K 194 57
Bởi Amarelia

[A/N] Speciaal een update, omdat Elys vandaag (20 maart) jarig is! (als ze in deze wereld geleefd had ^^). De volgende hoofdstukken zijn ook al klaar, maar ik wil een flinke voorraad hebben zodat ik elke week kan gaan updaten. Dus hopelijk hebben jullie nog even geduld ;) Veel plezier met lezen♥︎  Xx Amarelia

"Moonlight drowns out all but the brightest stars."

― J.R.R. Tolkien, The Lord of the Rings

Elys was kapot. Ze had als een gek oostwaarts door het bos gerend en haar enkel schreeuwde om aandacht. Haar gezicht zat onder de rode bloederige schrammen, haar mantel zat vol met takjes en bladeren, maar ze was bovenal toe aan een zacht bed. Ze had dan ook een opgeluchte zucht laten ontsnappen toen ze de herberg zag waar ze de hele nacht al naar op zoek was: 'De Stille Maan'.

De herberg lag op een open plek en was gemaakt van dikke houten balken en een klein kabbelend riviertje liep ernaast. Het rieten dak leek toe aan vervanging, maar verder zag het er prima uit. Maar Elys was vooral blij om te zien dat er licht scheen door de kleine glazen raampjes en dat er een rookpluim door de schoorsteen kringelde. 

Ze duwde de deur open en werd verwelkomd door warmte en de geur van eten. En drank. In de hoek van de herberg zaten drie mannen, diep voorovergebogen over hun tafel die volstond met lege en volle bekers. Sommige waren omgevallen en Elys rook de scherpe benevelende lucht van alcohol. De mannen waren overduidelijk aangeschoten.

''Kan ik u ergens mee helpen, vrouwe?''

Elys wierp nog een laatste afkeurende blik op de mannen en richtte zich toen tot de herbergier. Het was een kalende man van middelbare leeftijd met kleine vriendelijke ogen. Zijn bolle wangen waren rood en kleurden goed bij zijn vaalrode tuniek. Elys glimlachte vriendelijk.

''Ja, heeft u nog een kamer?''

De herbergier lachte. ''Natuurlijk! Ik zal uw kamer even klaarmaken. Als u even wilt wachten?''

Elys knikte en de herbergier verdween. Ze tikte ongedurig met haar vingers op de bar en kon een gaap niet onderdrukken. Ze wierp een blik naar de drie mannen die over waren gegaan op een luidruchtig zingen en schreeuwen terwijl ze bekers met drank achterover sloegen. Een onbehaaglijk gevoel bekroop Elys toen ze één van de mannen op haar af zag strompelen. Zijn ogen waren dik en paffig, zijn wangen en neus rood.

''Hey, m-meissie, wat doet zo'n s-schoonheid als jij al-alleen hier? Ben j-je de weg kwijt?'' zei de man met dubbele tong. Elys slikte en deed net of ze hem niet had gehoord.

''Hé, ik v-vroeg je wat!'' zei de man boos. Hij greep haar bij haar arm en trok haar naar zich toe. Elys verstijfde toen de man haar aanraakte. Om de man hing een wolk van zweet, ongewassen kleding en alcohol en Elys moest de neiging om te kokhalzen uit alle macht onderdrukken.

''Laat me los,'' zei ze terwijl ze haar trillende stem in bedwang probeerde te houden. Uit alle macht trachtte ze haar arm los te trekken, maar het was nutteloos. De man was veel sterker dan ze had gedacht. Hij ontblootte zijn tanden, Elys vroeg zich af of het en poging was om te lachen, en er kwamen gele rotte tanden tevoorschijn.

''J-je bent de weg kwijt, hè? Zullen w-wij je dan m-maar naar huis brengen? Het is gevaarlijk hier hoor, zo l-laat in de nacht,'' grijnsde de man. 'Hé, Lakos, Pael, kom eens kijken w-wat ik hier heb! Ik denk dat we deze s-schoonheid maar eens naar eh...naar h-huis brengen.''

De twee andere mannen strompelden naar haar toe. De één was klein en had een enorme bierbuik en de ander was reusachtig groot, was vel over been en had de afschuwelijkste littekens die je je maar kon indenken.

''Misschien moeten we haar ergens anders naartoe brengen,'' sprak de kleine dikke man lachend en hij wreef in zijn handen. ''Wat denk jij, Lakos?''

De man met de littekens grinnikte en haalde een brede platte dolk tevoorschijn. Elys herkende het model en de grijze versieringen. Het was een typische dolk uit Havenlyn, één van de vijf hoofdsteden van de provincies van Uslan. Ze waren hier vast voor het festival, dacht Elys. De man met de littekens liet zijn vingers over het lemmet glijden en zijn kleine oogjes glinsterden.

''Laten we wat lol gaan maken,'' siste hij terwijl hij zijn blik over Elys liet glijden. Haar maag keerde zich om bij het idee dat hij niet naar haar keek, maar naar haar lichaam.

Met zijn drieën duwden ze haar lachend naar buiten. De hand van de man die als eerst naar haar toe was gekomen, was nog steeds als een ijzeren val om haar arm geklemd. Elys stribbelde zoveel mogelijk tegen, maar ze kon geen kant op. Haar hersenen werkten op volle toeren om een plan te bedenken om aan de mannen te ontkomen. Wat kon ze doen? Het was drie tegen één.

Ze waren nu buiten en de kou lag drukkend in de lucht. Het was donker en het enige geluid dat Elys hoorde, was het dronken gelach en geschreeuw van de mannen en het klateren van water. Elys rilde en ze zag haar eigen ademwolkjes.

''Beetje koud, schatje? Zullen we die mantel dan maar af doen? Je hebt er toch niets aan als hij je niet beschermt tegen de kou. Dan kunnen we je mooie lichaam ook wat beter zien,'' zei de kleine man en met zijn vette worstelvingertjes trok hij haar mantel weg.
De verschrikkelijke kou viel als een waterval over haar heen en drong door tot haar botten. Elys sloeg haar armen om haar heen. Ze klappertandde en rilde als een gek. Ze móest iets bedenken. Het maakte niet uit wat, want als ze niet wist te ontsnappen zou dit heel erg verkeerd kunnen aflopen. Toen herinnerde ze zich het riviertje dat langs de herberg liep. Met watersturen kon ze de drie misschien net genoeg verwarren om te vluchten.

''Zo, zo, een verlovingsketting?'' siste de man met de littekens terwijl hij naar de witte glinsterende steen staarde die om haar hals hing. Hij ging met zijn dolk over haar huid heen en tilde de ketting ietsje op met het lemmet. Hij lachte.

''Waar is je verloofde dan, hè? Komt hij je niet redden? Aah, schatje toch. Maak je maar geen zorgen. Wij zullen goed voor je zorgen, nietwaar Pael?''

De kleine man knikte hevig en grinnikte. De man met de littekens liet zijn dolk nu over Elys' gezicht glijden, zo dat het vlijmscherpe lemmet haar net niet kon verwonden. Elys kneep haar ogen angstig dit en probeerde zo stil mogelijk te blijven staan, iets wat lastig was als je rilde van de kou. Plotseling draaide de man met de littekens weg. Ze liet een opgeluchte zucht ontsnappen toen ze het gladde lemmet niet meer voelde. De man keek achterdochtig naar het bos, alsof hij iets had gehoord. Uiteindelijk draaide hij zich weer naar Elys. Hij grijnsde.

''Hou haar goed vast, Gragyn,'' beval hij de man die Elys al de hele tijd hardhandig vasthield. De dronken man me de paffige ogen greep nu ook haar andere arm vast. Elys hartslag schoot omhoog. Angstig keek ze naar de man met de littekens. Zijn dolk glinsterde in het maanlicht. Elys wilde niet weten wat hij van plan was, maar zijn schurkachtige grijns vertelde niets goeds. Angst en adrenaline gierden door haar lichaam en ze wist dat watersturen haar enige redmiddel zou zijn. Ze sloot haar ogen en probeerde zich uit volle macht te concentreren op het riviertje verderop. Ze liet haar energie naar haar vingertoppen lopen en zo zacht mogelijk mompelde ze: ''Perir.''

Elys voelde de aantrekkingskracht die ze op het water had en met een kleine maar sierlijke polsbeweging wierp ze een draaiende waterstraal naar het gezicht van de man met de littekens. Deze schreeuwde het uit toen het water hem met een enorme kracht raakte en liet zijn dolk vallen. De man die Elys vasthield schrok en verslapte zijn greep. Het gaf haar net genoeg tijd om het overgebleven water van de waterstraal naar hem te sturen.

''Durat!'' riep Elys en er ontstonden twee ijspegels die zich in de armen van de man boorden. Hij krijste het uit van de pijn. 

Elys rukte zich los uit de greep van de man en sprintte naar de bosrand. Ze keek over haar schouder en zag tot haar afgrijzen dat de man met de littekens woedend een gooibeweging maakte. De vlijmscherpe dolk zoefde nu op haar af. In minder dan een halve seconde draaide ze zich om. Ze probeerde een ijsschild te maken, maar ze kon niks uitbrengen. Het enige waar ze aan dacht was de angst en haar dode lichaam als ze niet snel een ijsschild wist te maken. En toen leek het alsof er iets in haar hoofd klikte: ze hoefde geen woord te gebruiken om water te bevriezen. Ze hoefde het alleen maar te voelen. Verwonderd zag ze hoe er in een milliseconde een ijsschild oprees voor haar. Maar lang had ze niet om blij te zijn, want de dolk vloog op haar af en haar ijsschild brak in duizend stukken toen het lemmet het ijs raakte. Door de kracht verloor ze haar evenwicht en de ijsscherven vlogen om haar heen. Verward lag Elys op de bevroren grond in de ijsscherven en ze hoorde de drie mannen bulderen van het lachen. Een stekend gevoel van mislukking ging door haar heen. 

''Dacht je nou echt dat je zo makkelijk zou kunnen ontsnappen?'' siste de man met de littekens. Elys probeerde overeind te komen, maar de pijn in haar enkel was onverdraagbaar en sommige ijssplinters hadden zich in haar huid geboord.

''Je bent niet de enige waterstuurder hier, schatje,'' zei de man met de littekens. Zijn gedaante leek nog groter doordat Elys op de grond lag. 

Hij hief zijn handen en er vormden zich twee gigantische kolkende waterbollen. Elys' hart klopte in haar keel en ze kon alleen maar denken dat ze weerloos was. De gezichten van Selin, Rhys, haar vader en Kata flitsten door haar hoofd. Tranen welden in haar ooghoeken op. Was alles voor niks geweest? Wat was ze toch ook een mislukkeling. Als ze niet zo bang was geweest en beter had kunnen watersturen, was dit nooit gebeurd. Het was allemaal haar eigen schuld.

''Klaar om te boeten voor je brutaliteit om mij aan te vallen?'' sprak de man terwijl hij zijn armen met waterbollen hief. 

Elys kon haar ogen nauwelijks open houden. Het was zó koud. De ijssplinters in haar lichaam, de lucht, alles. De kou van de grond omarmde haar als een verdovende wolk die haar langzaam meevoerde naar een andere wereld. Maar plotseling werd de kou verdreven door een aangename warme gloed. Het zwart van haar oogleden lichtte oranje op. Verbaasd opende Elys haar ogen. Om haar heen danste een cirkel van vuur en bij haar, in de cirkel, stond de vreemdeling die uit de bomen was gesprongen: de jongen met de ogen als vloeibaar zilver. Elys' eerste reactie bij het zien van het vuur was afschuw, maar de waarheid was dat vuur haar nog nooit zo'n fijn en veilig gevoel had gegeven. De verdovende kou was weg, de ijssplinters waren gesmolten en, het allerbelangrijkste, het vuur zorgde ervoor dat ze veilig was voor de drie mannen uit de herberg. Ze realiseerde zich dat niet elke vuurstuurder een moordenaar was en dat niet elke waterstuurder een held was.

De jongen liet zijn armen zakken en wankelde even. Het vuur was verdwenen en het donker van de nacht had zijn plek weer ingenomen. Elys wou dat het vuur terugkwam, want met de duisternis was ook de kou terug.

''Hier,'' zei de jongen en hij drukte haar mantel in haar handen. ''Dan heb je het minder koud.''

Ze stond wankelend op en sloeg haar mantel om zich heen. Verbaasd keek ze naar de jongen. Hij bukte bij de drie lichamen die op de grond lagen.

''Zijn ze dood?'' vroeg Elys zacht.

''Nee, jammer genoeg niet. Ze zijn alleen bewusteloos,'' antwoordde de jongen kalm terwijl hij begon met het doorzoeken van de tassen van de drie mannen. Hij haalde triomfantelijk geld tevoorschijn om het vervolgens in zijn eigen tas te laten vallen.

''Wat dóe je?'' vroeg ze verontwaardigd.

''Pakken wat mij toekomt,'' antwoordde de jongen terwijl hij ongestoord doorging.

''Dat kun je niet doen!'' siste Elys. ''Dat is stelen.''

De jongen stond op, kennelijk was hij klaar, en haalde zijn schouders op.

''Ja, dus? Zij hebben het waarschijnlijk ook gestolen en ik ga het beter gebruiken dan zij.''

Elys wierp hem een afkeurende blik. De jongen zuchtte geërgerd en sloeg zijn armen over elkaar.

''Weet je, je zou me ook gewoon kunnen bedanken dat ik je leven heb gered. Al twee keer. Twéé keer. En de nacht is nog geeneens voorbij.''

''Ik heb jouw hulp niet nodig! Ik kan me best zelf redden. Ik moet gewoon nog wat oefenen met watersturen,'' zei Elys. Ze ging hem echt niet op haar blote knieën bedanken. Ze had geeneens gevraagd om zijn hulp. De jongen grinnikte.

''Wat?'' vroeg Elys.

''Noem je dat watersturen? Kom op, je moet nog Ura gebruiken om überhaupt water te voelen en je techniek is ook ronduit een ramp. En heb je je voetenwerk wel eens gezien? En je houding? Je moet nog héél wat leren voordat je dat gespeel met water watersturen mag noemen.''

Elys balde haar vuisten. Hoe dúrfde hij! Ze moest nog veel leren, maar zo slecht was ze echt niet. Bovendien had ze bij het maken van het ijsschild geen Ura gebruikt.

''Wat weet jij er nou van? Je bent een vúúrstuurder,'' kaatste ze terug.

''Niet helemaal,'' zei de jongen. Weer dat geamuseerde lachje. Hoezo 'niet helemaal'? Ze had toch zelf gezien dat hij vuur stuurde?

''Oh, kom op! Zo zeldzaam is het nou ook weer niet,'' zei de jongen verbaasd. ''Ik ben een dalikoi, een dubbelstuurder. Ik kan niet alleen vuur sturen, maar ook water sturen.''

De jongen ging voor haar staan en hield zijn twee handen op. In de ene hand danste een klein vlammetje en in de andere hand zweefde een waterbol. Elys hield haar adem in en keek verwonderd naar de jongen. Tuurlijk wist ze wat een dalikoi was. De grootste en meest heldhaftigste verhalen deden de ronde over de krachten van dubbelstuurders, maar ze had er nooit een ontmoet. Laat staan een water en vuur dalikoi. Dubbelstuurders waren misschien niet super zeldzaam, maar een water en vuur dalikoi was dat wel. Vuur en water waren tegenpolen en matchten niet. Dat ze verenigd waren in één lichaam was uitzonderlijk.

''Ben je klaar met staren?'' vroeg de jongen. Elys voelde hoe haar bloed naar haar wangen steeg. Gelukkig was het donker, want anders kon hij vast zien dat haar wangen vuurrood waren.

''Ik was niet aan het staren. Ik heb gewoon nog nooit een dalikoi ontmoet.''

''Tuurlijk,'' grijnsde de jongen, ''wat jij wil geloven.''

''Nou toevallig-'' begon ze, maar ze werd onderbroken door gekreun. Verschrikt keek ze naar de drie lichamen. De jongen pakte haar bij haar arm en trok haar mee richting het bos.

''Kom mee,'' fluisterde hij behoedzaam, ''we moeten weg zijn voordat ze wakker worden.''

''Hoezo 'we'? Ik ga helemaal nergens heen met jou,'' antwoordde Elys beslist. Eén van de lichamen bewoog. Angstvallig keek ze ernaar.

''Je hebt niet heel veel keus. Tenzij je natuurlijk gezellig verder wil praten met deze nette vriendelijke mannen. Je mag het helemaal zelf weten hoor,'' fluisterde de jongen en hij liet haar arm los. Hij draaide zich om en liep naar het bos.

Elys hoorde weer gekreun en ook een tweede lichaam begon te bewegen. Ze balde haar vuisten. Ze haatte het als iemand anders gelijk had.

''Wacht,'' riep ze zo zacht mogelijk en ze volgde de jongen het bos in.

Đọc tiếp

Bạn Cũng Sẽ Thích

6.6K 174 12
Maastricht wordt opgeschrikt door een seriemoordenaar. Om de dader te pakken, gaan Eva en Wolfs undercover als getrouwd stel in een rijke buurt.
135K 9.3K 51
River is een meisje van zestien jaar oud met een probleem: ze is normaal. Het had geen probleem hoeven zijn als ze niet uit een manimal familie kwam...
1.3K 52 7
matthy werd mishandeld thuis door z'n eigen zus maar toen moest matthy weg van huis en wat die toen zag
385K 19.9K 43
Het leven van de zeventienjarige Rose wordt overhoop gegooid als zij een Gekozene blijkt te zijn. Gedwongen om iedereen achter te laten waar ze van h...