The Frostfire Prince

By Amarelia

156K 10.3K 12.7K

||WINNAAR VAN THE WATTYS 2016 'VERBORGEN JUWELEN' EN WATTNED'S CHOICE AWARDS (NETTIES 2016)|| Wat zou jij doe... More

||1|| Begiftigd met een Vloek
||2|| De Vlucht
||3|| Ontmoeting in de Bossen
||4|| De Stille Maan
||5|| Het Bliksempatroon
||6|| De Premiejager
||7|| Bloed en Metaal
||8|| Het Orakel van Rivenend
||9|| De Zielbreker
||10|| Een Zilveren Zonsopkomst
||11|| Het Luchtschip
||12|| De List
||13|| De Grote Stad van Parrodin
||14|| Gouden Vuur
||15|| Oude Wonden
||16|| De Lelie Tempel
||17|| Afscheid
||18|| De Stad van Aarde
||19|| De Koningin van Zalaberín
||20|| De Arena
||21|| Het Festival van Namos
||22|| Licht en Duisternis
||23|| Gif en Schuld
||24|| Het Lya Woud
||25.1|| Stad van Sterren
||25.2|| Stad van Sterren
||26|| De Verdwenen Kroonprins
||27|| Bloed en Woede
||28|| Een Vredesoffer
||Q&A - Uitleg||
||29|| Serphone
||30|| De Godenstad
||31|| De Afgevaardigde van Amrine
||32|| De Zaharwoestijn
||33|| De Geestenziener
||Q&A - Antwoorden||
||34|| De Verborgen Bibliotheek
||35|| De Hal van Magie
||36|| De Tijdspiegel
||37|| Verdwenen
||38|| Herinneringen van een Prins
||39|| De Zuidelijke Eilanden
||40|| Istars Brief
||41|| Thuiskomen
||42|| Wantrouwen
||43|| Het Wolkenpaleis
||44.1|| IJs en Vuur
||Mededeling||
||44.2|| IJs en Vuur
||45.1|| Een Familiereünie
||45.2|| Een Familiereünie
||46|| Het Kristalbal
||47|| Verzoeningen
||48.1|| Een Reünie in de Lucht
||Mededeling||
||48.2|| Reünie in de Lucht
||49.1|| De Poort van Iralin
||49.2|| De Poort van Iralin
||50|| Nieuwe Plannen
||51|| Een Brandende Ster
||52.1|| De Blinde Stuurder
||52.2|| De Blinde Stuurder
||53|| De Gevangene
||54|| Het Eeuwige Vuur
||55.1|| Celia's Geheim
||55.2|| Celia's Geheim
||56|| Het Offer van Elys
||Mededeling||
||57|| De Ontwaking
||Uitleg (gebrek aan) Updates ||
||Woordenlijst||
||Lijst van Personages||
||Namen + Uitspraak||
||39 Vragen||
||Getagd||
||A/N + Cover||
||Weer getagd||
||HELP ME||
||HELP ME 2.0||
||Fanart||
||Tekening Elys + Cover||
||Covers Trilogie||
||Wattpad Awards + Cover||
||WATTY||

||58.1|| De Ziel van het Meer

1.2K 72 76
By Amarelia

[A/N] IK BEN TERUG. Nou ja, eindelijk weer eens een update. Sorry voor het lange wachten iedereen, maar ja...ik heb gewoon erg weinig tijd over om te schrijven. Ik wilde dit hoofdstuk eigenlijk in één keer plaatsen, maar dit eerste stuk is al zo'n 3000 woorden lang en ik wilde jullie niet langer laten wachten, dus vandaar :)

Even een korte samenvatting van waar we nu zijn in het verhaal:

Elys heeft haar waterkrachten opgegeven voor Ash. Hij is nu sterker, maar het is maar een tijdelijke oplossing. De vloek (hij heeft een deel van de ziel van een geest in zich door Serphone, de koningin van het Vuurrijk en zijn stiefmoeder) is namelijk nog steeds aanwezig. Sage, Lila en Celia zijn naar een vlakte in Ignuron gegaan, omdat Erohs (halfbroer Ash) leger oprukt. Eroh heeft de koning (Egan: de vader van Ash en Eroh) ontvoerd en is vastberaden om Ash te vermoorden, zodat hij zelf kroonprins wordt. 

Ash en Elys gaan naar het meer in Nulan waar Ash vlak na zijn geboorte vervloekt is om de ziel van de geest terug te geven in de hoop om Ash eindelijk te genezen.

Tegelijkertijd haasten het Water- en Luchtrijk (Uslan en Aerion) zich naar Ignuron om Sage, Lila en Celia bij te staan in de veldslag tegen Eroh die nu echt onvermijdelijk lijkt te zijn. 

Nog vragen? Stel ze vooral! 

Veel leesplezier <3

Xx Am

"You can sacrifice and not love. But you cannot love and not sacrifice."

―Kris Vallotton

Drakenhuid was een van de meest ondoordringbare, hardste materialen in heel Esmaron. Hoewel draken al lang waren uitgestorven in Esmaron — iets wat met dank aan Irgador niet waar bleek te zijn — waren drakenschubben nog steeds te koop op zwarte markten. De donkere schubben die alle kleuren van de regenboog vertoonden in het licht waren zeldzaam en duur en behielden honderden, misschien wel duizenden, lauturi hun kracht. Mensen fluisterden dat ze speciale krachten bezaten, maar dat was iets wat Elys nooit had geloofd. Toen ze het aan Irgador had gevraagd had zijn lach helder weerklonken in haar hoofd en met een schuddende kop had hij iets gemompeld over mensen en hun stommiteit.

Elys liet de vingers van haar ene hand over Irgadors huid glijden. Het was hard als graniet, maar straalde een aangename warmte uit die haar vingers deden tintelen. Hierboven, hoog in de lucht en tussen de wolken, was het koud. Haar haren waren vochtig geworden door het water in de lucht en plakten aan haar gezicht. Minuscule waterdruppeltjes zaten aan de uiteinden van haar wimpers, als kleine, kostbare edelstenen. Ademwolkjes ontsnapten aan haar mond en als ze zich niet stevig tegen Ash' warme lichaam had geklemd, wist Elys niet of ze de kou zo lang had overleefd.

Irgadors immense vleugels, bestaande uit donkere schubben en dooraderde vliezen, sneden haast geruisloos door de lucht. De draak leek door elke slag meer op te leven — iets wat niet gek was voor een draak die na honderden lauturi gevangenschap eindelijk vrij kon vliegen. Elke slag bracht hen ook dichter bij hun bestemming: Nulan. De hoofdstad van Wesfiret, de stad waar Ash was geboren en was vervloekt.

Heer Nagaz had haar altijd prachtige verhalen verteld over de Stad van Duizend Zonnen. Als ze haar ogen sloot, kon Elys de rijke handelsstad met haar schitterende torens en antracieten stenen zien in haar dromen, precies zoals heer Nagaz de stad voor haar had geschetst. Nu pas wist ze dat het Nulan uit haar dromen misschien dichter bij de werkelijkheid lag dan ze ooit had durven hopen. Amarnath Brénain, Ash' grootvader en voormalig koning van Ignuron, was niet alleen geboren in de stad — die toen nog de naam Izmir droeg — maar had er zijn beste vriend ontmoet; een waterstuurder genaamd Kyran Nagaz die nog eenzamer was geweest dan de kroonprins zelf.

Elys fronste even. Ze had het altijd vreemd gevonden dat haar leraar tijdens haar geschiedenislessen nooit wilde spreken over Amarnath Brénain, de wrede koning die iedereen kende. De koning van Ignuron die de oorlog was begonnen. Sinds het Kristalbal had ze het echter begrepen; niemand zou willen spreken over een beste vriend die was veranderd in een vijand, een beste vriend die je de rug had toegekeerd en nooit had omgekeken.

Ze zuchtte en probeerde zich weer te focussen op het hier en nu. Haar mijmeringen en zwervende gedachten maakten dat ze zich verloor in het verleden, dat herinneringen van haar jeugd in Elodir aan de oppervlakte kwamen drijven — herinneringen waarvan ze niet meer wist dat ze die had. Soms had Elys het gevoel dat het herinneringen waren van iemand anders, van een naïef klein meisje dat niets wist van de buitenwereld, maar ze realiseerde zich dat zij eens dat meisje was geweest. De herinneringen waren niet veranderd; zij was veranderd.

Ze balde haar vuisten en probeerde wanhopig om niet met haar gedachten te zoeken naar de energie in haar die haar de mogelijkheid gaf om water te sturen. Het was als een tweede natuur, vertrouwen op haar element, maar er was niets. Niet meer. Misschien was ze niet zozeer veranderd, maar was ze leger geworden vanbinnen, doder. Elys wist dat dat geen goede verandering was.

Vlak nadat Ash had verteld dat hij naar Nulan wilde reizen, had Elys meteen willen vertrekken. Haar lichamelijke conditie was echter zo slecht dat ze bijna een dag hadden moeten wachten voordat ze weer fit genoeg was om te reizen. Elys had gedacht dat ze te veel tijd verloren zouden hebben, maar Ash had bevolen om Irgador vrij te laten en de draak had dat besluit omarmd. Hun vertrek was daardoor echter ook niet onopgemerkt gebleven. Ongezien een draak verplaatsen was één ding, maar men dacht dat de wezens waren uitgestorven dus Irgador was een hele attractie geweest — niet dat iemand het lef had om dicht bij hem in de buurt te komen. Irgador had daar zelf ook aan bijgedragen door zijn vlijmscherpe tanden te laten zien aan iedere vreemde die te dichtbij kwam of hem een verkeerde blik toewierp.

Mensen met vonken van hoop in hun ogen hadden zich gehaast om te zien hoe hun kroonprins zou vertrekken — op een draak nog wel. Elys had het moeilijk gevonden om naast Ash te staan en toe te kijken hoe iedereen, soldaten, bedienden en burgers, hem met een grote lach feliciteerde met zijn teruggekeerde krachten. Ze leken niet te beseffen dat de bleke, vermoeide jonge vrouw naast hem haar waterstuurkrachten daarvoor had opgegeven. Ash was de enige die haar bezorgde blikken toewierp, de enige die haar überhaupt leek te zien.

Elys zuchtte. Ze bewonderde Irgadors schubben nog even en sloeg haar armen daarna stevig Ash' middel heen. Hij had zijn handen om de stekels geklemd die vanaf Irgadors kop over zijn nek en een deel van zijn rug liepen. Het was het enige houvast dat voorkwam dat ze van de vliegende draak zouden afglijden.

Ash' zwarte lokken dansten in de lucht en plakten aan zijn voorhoofd. Ze hadden niet veel tegen elkaar gezegd, maar dit keer was de stilte net zo ijzig koud als de lucht om hen heen. Het was niet dat Elys niets wilde zeggen, maar haar gedachten werden opgeëist door de schreeuwende stem in haar hoofd die maar bleef herhalen dat ze haar watersturen voorgoed kwijt was. Ook Ash had geen moeite gedaan om een gesprek aan te gaan. Waarschijnlijk leefden ze voor dit moment liever in een ontkennende stilte, dan dat ze dachten aan Ash' toestand die met de dag slechter was geworden. Hij probeerde het te verbergen, maar toen ze Nulan verlieten had Elys gezien hoe grauw Ash eruit had gezien en hoeveel moeite het hem had gekost om ogenschijnlijk moeiteloos op Irgador te klimmen.

Langzamerhand begon Irgador te zakken en vaart te minderen. Wolkslierten schoten aan Elys voorbij en de witte, donzen kussens maakten plaats voor een warmere, minder bewolkte lucht. De laatste zonnestralen ontglipten nog net aan de horizon, maar de lucht had al een diepe indigo kleur aangenomen en sterren schitterden boven hun hoofden.

Onder hen zweefden nog genoeg wolken die beschutting gaven, maar door de gaten in de wolkendeken zag Elys de talloze velden, die nu door gebrek aan licht blauw kleurden. De wegen die de velden doorkruisten werden breder en van steen en uiteindelijk kwam Nulan, de Stad van Duizend Zonnen, in zicht. Het Emberpaleis, gelegen op een heuvel, keek neer op de de gehele stad, haar torens donker en glimmend, alsof het een wakend monster was dat uitkeek op zijn kostbaarste bezit. Gitzwarte bergtoppen doemden achter het paleis op, als messen die de wolkendekens verscheurden. Elke avond zou de zon verslonden worden door de berg en zouden haar laatste zonnestralen door de bergtoppen in duizend oogverblindende stralen breken die de gouden versieringen van het Emberpaleis zouden laten schitteren. Maar nu, in het holst van de nacht, wierp alleen de maan een spookachtige gloed over de stad die, afgezien van de bruisende rivier die Nulan doorkruiste, doodstil leek.

Ash mompelde wat tegen Irgador en de draak begon te dalen. Angst laaide in Elys op, maar de draak bleef net boven de laagste wolken en cirkelde langs de rand van de stad. De zwarte bergtoppen achter het Emberpaleis staken als een onheilspellend teken de lucht in en leken haast te versmelten met de sterrenhemel, die ongewoon leeg was. De Uslani geloofden dat Dir, de maangodin, de zielen van de doden verzamelde en zo iedere overledene een plekje gaf in de nachthemel om haar gezelschap te houden. De sterren waren de laatste herinneringen aan hun doden, aan Elys' moeder en voorouders. Het gaf haar een onrustig gevoel dat ze niet met haar meekeken, zoals gewoonlijk.

Irgador landde geruisloos op een open plek in het bos dat Nulan deels omringde. Ash en Elys gleden van zijn rug af en Elys liet een zucht van opluchting ontsnappen toen ze de grond weer onder haar voelde.

''Ik zal hier wachten,'' sprak Irgador in en zijn gouden ogen sloten zich.

Tot Elys' verbazing leek de draak voor haar ogen op te gaan in de donkere tinten van het bos, maar de zilveren glinsteringen die af en toe verschenen verraadden zijn aanwezigheid. Wantrouwen bekroop haar. Waren draken wel echt uitgestorven als draken door hun speciale schubben konden opgaan in hun omgeving?

Ash kreunde.

Binnen een seconde stond Elys naast hem en ze sloeg zijn arm over haar schouder heen, maar Ash schudde zijn hoofd.

''Het lukt wel,'' mompelde hij en hij rechtte zijn schouders. Zijn verbeten blik en gespannen kaakspieren waren haar echter niet ontgaan, net zo min als zijn strompelende stappen.

''Ash, alsjeblieft,'' begon ze terwijl ze nogmaals zijn arm vastpakte. ''Jij hebt me ook verzorgd toen ik wakker werd in het Drakenpaleis.''

Hij schudde zich los, zijn zilveren ogen glinsterend als vlijmscherp metaal. ''Je hoeft me niet te helpen. Dat heb je al genoeg gedaan.''

Elys wilde in huilen uitbarsten. Ze wist dat Ash doelde op het feit dat ze haar waterkrachten voor hem had opgegeven. Elke herinnering daaraan liet haar realiseren hoe leeg ze zich voelde, hoe alleen ze was zonder het kunnen voelen van al het water en het leven om haar heen.

Ze slikte haar tranen weg en ondersteunde Ash, ondanks zijn zwakke tegenstribbelingen. Hij trilde en Elys schrok ervan hoe koud en klam hij aanvoelde. In de lucht, tijdens Irgadors vlucht, was hij nog warm geweest.

''Ik ga het goedmaken,'' zei hij, terwijl zijn ogen die van haar zochten. ''Ik be—''

Elys hield halt. Ze kon het niet helpen dat haar hand zich om zijn arm klauwde. ''Ash, stop, alsjeblieft.''

Tranen begonnen achter haar ogen te brandden. ''Ik wil niet dat je dit doet, dat je me valse hoop geeft. Dat maakt het alleen maar moeilijker.''

''Het is geen valse hoop,'' sputterde hij tegen. ''Ik beloof dat ik zolang ik leef alles zal doen om ervoor te zorgen dat je je krachten terugkrijgt.''

Ze zuchtte — ze wist dat hij bij zijn plan zou blijven — en stilzwijgend liepen ze verder het bos in, richting het Emberpaleis dat dreigend op hen neer keek. Ash bedoelde het goed, maar zijn woorden waren leeg, want Elys' groeiende angst fluisterde dat hij de volgende zonsopgang nooit meer zou meemaken als de geest hem niet kon genezen.

***

Het was niet moeilijk geweest om het meer te vinden. Zelfs in de sterrenloze nacht wist Ash zonder problemen te navigeren in zijn geboortestad. Alleen zijn gezondheid weerhield hen ervan om zich snel voort te bewegen.

Eerst leek het Elys niets meer dan een normaal meer op een open plek, net zoals de tientallen meren die rondom Elodir lagen, maar dit was anders. Het water was donker en zo glad als een spiegel. Het deed haar nog het meeste denken aan het stuk obsidiaan dat heer Nagaz haar ooit eens had laten zien, vulkaanglas dat hij had meegenomen van een van zijn reizen.

Een rilling gleed over haar heen bij het zien van het meer dat geen enkele rimpeling vertoonde. Het was doodstil. Er was zelfs geen zuchtje wind dat bladeren liet ritselen. De plek leek levenloos. Elys kon alleen maar concluderen dat de atmosfeer onnatuurlijk was en iedere vezel in haar lichaam smeekte haar om rechtsomkeert te maken en nooit meer achterom te kijken.

Maar dat was geen optie.

Elys haalde diep adem en sleepte Ash — die alleen nog maar kon strompelen — naar de rand van het meer. Ze wierp een blik in het zwarte water, maar het enige wat zag waren twee grote, turkoois ogen met zwarte wallen die angstig terugkeken.

Ash viel op zijn knieën, uitgeput. Zijn borstkas ging snel op en neer en het duurde even voordat hij in staat was om iets te zeggen.

''Er is iets mis met deze plaats.''

Zijn blik liet het meer niet los en na een paar seconden strekte hij zijn arm naar het water dat meer dan ooit leek op een poort naar het niets. Elys' maag keerde zich om.

''Wat doe je?''

Ash stopte en keek naar haar op, zijn ogen ontdaan van elke glans. Zijn lippen waren echter gekruld in zijn vertrouwde grijns. ''Ben je bang?''

''Arús Elo, dit is niet grappig, Ash. De meeste mensen zijn bang als ze er zo slecht aan toe zijn.''

Zelfs nu — op de rand van de dood — kon hij nog zonder moeite onder haar huid kruipen.

Ash' grijns verdween en zijn blik gleed naar het water en zijn slanke vingers die boven het wateroppervlak zweefden. Hij haalde zijn schouders op.

''Ik heb nooit beweerd niet bang te zijn,'' fluisterde hij en met die woorden raakten zijn vingertoppen het wateroppervlak aan.

Een minuscule rimpeling verspreidde zich. Elys' maag kromp samen en ze had moeite om adem te halen, alsof ijzeren klauwen haar borstkas ervan weerhielden om uit de dijen.

Maar er gebeurde niets.

Een opgeluchte zucht verliet haar lippen, maar vlak daarna begon het water felblauw op te lichten. De wind stak op en het water begon wild te klotsen, alsof het een levend en ademend wezen was.

Ash deinsde terug, maar voordat Elys hem op zijn voeten kon helpen, greep het water hem.

Twee enorme armen van water omringden hem, sleurden hem onder het wateroppervlak. Af en toe kwam Ash proestend boven, happend naar adem, maar elke keer werd hij weer onder water getrokken. Ze waren hem aan het verdrinken, schoot door Elys' hoofd.

Ze stond aan de grond genageld, ademloos dat het meer daadwerkelijk een eigen wil leek te hebben. Haar eerste reactie was het heffen van haar handen, maar die liet ze onmiddellijk zakken. Een golf van verdriet stroomde door haar heen. Hoe kon ze zo stom zijn? Ze was geen waterstuurder. Niet meer.

De waterarmen waren nu versmolten tot een grote bol, waarin Ash opgesloten zat. Zijn armen en benen spartelden wild, op zoek naar een uitweg, maar het was tevergeefs. Elys realiseerde zich dat ze keek naar een doodstrijd die onmogelijk gewonnen kon worden.

Zonder verder na te denken rende ze het fluorescerende meer in totdat haar voeten de bodem niet meer raakten. Ze zwom tot ze vlak bij de waterbol was. Ze probeerde Ash voeten te grijpen, maar golven probeerden haar weg te duwen. Haar spieren brandden toen ze nog krachtigere slagen begon te maken.

Een waterarm rees op en krulde zich om haar heen. Het tilde haar in de lucht en met een enorme kracht werd ze weggeslingerd. Proestend kwam ze boven, maar er was geen haar op haar hoofd die eraan dacht om op te geven. Vastberaden zwom ze weer naar de waterbol toe. Het lichtgevende water was zo fel dat het haast pijn deed aan haar ogen, maar waar ze zich meer zorgen over maakte, was Ash die niet meer bewoog. Zijn lichaam zweefde in de waterbol en zijn zwarte lokken waaierden vredig om zijn te bleke gezicht heen. De waterbol zakte en op het moment dat het het wateroppervlakte raakte, reikte Elys uit naar Ash. Met al haar kracht trok ze zijn lichaam naar zich toe. Ze fronste. Er waren geen waterarmen te bekennen dit keer.

Met al haar kracht klom ze op de kant. Ze zakte door haar knieën en legde Ash' lichaam naast zich neer. Zijn lippen waren paars. Ze legde haar hand op zijn wang en moest zich bedwingen om haar hand niet weg te trekken. Hij was ijskoud. Elys vloekte binnensmonds. Zonder haar water- en heelkrachten voelde het alsof ze moest leven zonder te ademhalen.

Met een kreun draaide ze Ash op zijn zij en niet veel later begon hij water op te hoesten. Opgelucht leunde Elys achterover. Hij leefde.

''Wat was dat?'' vroeg hij met een schorre, nauwelijks hoorbare stem terwijl hij rechtop probeerde te zitten. Zijn gezicht vertrok zodra hij bewoog en hij vloekte binnensmonds. Ze duwde hem zachtjes terug.

''Kom terug.''

Een elektrische stroom schoot door Elys heen en ze zat meteen rechtop. Even dacht ze dat ze gek was geworden, maar ze zag Ash' blik verschuiven naar iets achter haar.

Hij had het ook gehoord.

De stem — ze kon zich niet herinneren of het een mannen- of vrouwenstem was — had boos geklonken en de twee woorden galmden na in haar hoofd.

Elys slikte. Door haar zenuwen haalde ze trillend adem, maar langzaam draaide ze zich om naar het meer.

Mist golfde over het water en de zwarte stammen van de bomen die de open plek omheinden, waren nauwelijks meer te zien. Alleen het bladerdak dat de hemel verborg was duidelijk te zien. De bladeren weerkaatsten het bewegende, lichtgevende water, waardoor alle bladeren haast een zilveren gloed leken uit te stralen. Uit het water was een figuur verrezen. Met moeite kon Elys een lang, smal lichaam onderscheiden, gekleed in witte doeken die overgingen in de mist en even vloeibaar leken als het water waarboven de gedaante zweefde. Het gezicht leek elk moment te veranderen en was niet te bestempelen als mannelijk of vrouwelijk. Het enige wat duidelijk aanwezig was, waren kieuwen in de lange nek.

''Dwaze mensenkinderen,'' riep de stem, zo hard dat Elys het gevoel had dat al haar botten trilden. ''Kom terug.''

Zonder na te denken draaide ze zich weer om naar Ash. Ze moesten weg hier. Zonder wat te vragen, gooide ze zijn arm over haar schouders heen, maar Ash schudde wild zijn hoofd.

''Het is de geest.''

Ze stopte. Natuurlijk wist ze dat hij gelijk had. Dat betekende echter niet dat elke vezel in haar lichaam niet schreeuwde dat ze hier weg moesten. Doodstil bleef ze staan, terwijl ze Ash nog steeds twijfelachtig tegen zich aanklemde.

Het water in het meer begon onrustig te bewegen en uit het niets rees het twee meter boven het wateroppervlak uit. Met een denderend, brullend geluid raasde het water hun kant op en instinctief hief Elys haar armen. Toen ze met spijt in haar hart besefte dat ze nu — zonder krachten — niets zou kunnen uithalen, was het te laat en ze kon niets anders doen dan ineenduiken en haar ogen samenknijpen. 

——————————

[A/N] Ik hoop dat jullie het hoofdstuk leuk vonden! Ik ben benieuwd wat jullie ervan vonden, dus laat het vooral weten ;) Wat gaat er gebeuren denken jullie? En: zal iedereen de komende veldslag overleven?

Ik heb nu al erg veel zin in het updaten van het volgende (én erg belangrijke) hoofdstuk :3 

Continue Reading

You'll Also Like

387K 19.9K 43
Het leven van de zeventienjarige Rose wordt overhoop gegooid als zij een Gekozene blijkt te zijn. Gedwongen om iedereen achter te laten waar ze van h...
1.9K 380 38
Ze wil niet meer vluchten, dat weet Melody Summers zeker. Vast besloten om de rollen om te draaien, begint ze aan haar nieuwe baan. Maar wanneer de p...
208K 15.7K 57
De koning is dood en Terra wordt overheerst door wanhoop en chaos. Na de listige aanval van de Daemonen op de Begaafden, hebben deze laatste zich ter...
213K 14.1K 113
Helena [licht,lichtende, de stralende] had altijd geweten wat haar toekomst was. Ze was geboren met hetzelfde bloed als Zeus, Aphrodite en andere god...