The Frostfire Prince

By Amarelia

155K 10.3K 12.7K

||WINNAAR VAN THE WATTYS 2016 'VERBORGEN JUWELEN' EN WATTNED'S CHOICE AWARDS (NETTIES 2016)|| Wat zou jij doe... More

||1|| Begiftigd met een Vloek
||2|| De Vlucht
||3|| Ontmoeting in de Bossen
||4|| De Stille Maan
||5|| Het Bliksempatroon
||6|| De Premiejager
||7|| Bloed en Metaal
||8|| Het Orakel van Rivenend
||9|| De Zielbreker
||10|| Een Zilveren Zonsopkomst
||11|| Het Luchtschip
||12|| De List
||13|| De Grote Stad van Parrodin
||14|| Gouden Vuur
||15|| Oude Wonden
||16|| De Lelie Tempel
||17|| Afscheid
||18|| De Stad van Aarde
||19|| De Koningin van Zalaberín
||20|| De Arena
||21|| Het Festival van Namos
||22|| Licht en Duisternis
||23|| Gif en Schuld
||24|| Het Lya Woud
||25.1|| Stad van Sterren
||25.2|| Stad van Sterren
||26|| De Verdwenen Kroonprins
||27|| Bloed en Woede
||28|| Een Vredesoffer
||Q&A - Uitleg||
||29|| Serphone
||30|| De Godenstad
||31|| De Afgevaardigde van Amrine
||32|| De Zaharwoestijn
||33|| De Geestenziener
||Q&A - Antwoorden||
||34|| De Verborgen Bibliotheek
||35|| De Hal van Magie
||36|| De Tijdspiegel
||37|| Verdwenen
||38|| Herinneringen van een Prins
||39|| De Zuidelijke Eilanden
||40|| Istars Brief
||41|| Thuiskomen
||42|| Wantrouwen
||43|| Het Wolkenpaleis
||44.1|| IJs en Vuur
||Mededeling||
||44.2|| IJs en Vuur
||45.1|| Een Familiereünie
||46|| Het Kristalbal
||47|| Verzoeningen
||48.1|| Een Reünie in de Lucht
||Mededeling||
||48.2|| Reünie in de Lucht
||49.1|| De Poort van Iralin
||49.2|| De Poort van Iralin
||50|| Nieuwe Plannen
||51|| Een Brandende Ster
||52.1|| De Blinde Stuurder
||52.2|| De Blinde Stuurder
||53|| De Gevangene
||54|| Het Eeuwige Vuur
||55.1|| Celia's Geheim
||55.2|| Celia's Geheim
||56|| Het Offer van Elys
||Mededeling||
||57|| De Ontwaking
||Uitleg (gebrek aan) Updates ||
||58.1|| De Ziel van het Meer
||Woordenlijst||
||Lijst van Personages||
||Namen + Uitspraak||
||39 Vragen||
||Getagd||
||A/N + Cover||
||Weer getagd||
||HELP ME||
||HELP ME 2.0||
||Fanart||
||Tekening Elys + Cover||
||Covers Trilogie||
||Wattpad Awards + Cover||
||WATTY||

||45.2|| Een Familiereünie

1.4K 114 198
By Amarelia

Okee mensen, sorry dat ik gisteren geen hoofdstuk heb gepost, maar ik ben vrijdag en zaterdag nauwelijks thuis geweest en had geen tijd gehad om het hoofdstuk af te maken. Vandaag kon ik dat gelukkig wel doen dus hier is het hoofdstuk! Veel leesplezier ^^

Het was donker en duizenden sterretjes explodeerden in Sages hoofd. Hij hoorde zijn bloed oorverdovend kloppen in zijn oren en met veel moeite opende Sage zijn ogen. Gedesoriënteerd wierp hij een blik om zich heen. Hij zat in de stoel in de kamer van zijn vader. Langzaam begonnen de herinneren terug te sijpelen. Maar één beeld stond hem nog helder op het netvlies: zijn eigen smaragden ogen, gevuld met woede en wanhoop. Nu pas realiseerde Sage zich dat het de ogen van zijn vader waren geweest vlak voordat hij zijn bewustzijn verloren had. Met een zachte kreun ging hij rechter op zitten. Zijn hoofd voelde zwaar en zijn keel was gortdroog. De vage herinnering van de verstikkende wind tintelde op zijn huid en als vanzelf gleden zijn vingers naar zijn hals. Het had nog nooit zo fijn gevoeld om te voelen hoe met elke ademteug zijn longen zich vulden met frisse lucht.

''Het spijt me,'' zei Guthrir Canrun, die met zijn handen achter zijn rug uit het raam staarde. Zijn ogen gleden over het onmetelijke uitzicht van de wolken die zich samenvlochten tot een droomachtig heuvellandschap.

Sages hartslag schoot meteen omhoog en gealarmeerd draaide hij zich om naar zijn vader. Hij kon niet geloven dat zijn vader hem op zo'n angstaanjagend kalme toon bedreigd had en hem had aangevallen met een staaltje dodelijke wind-stuurkrachten. Toch ontging het hem niet dat de stem van zijn vader onvast had geklonken, fragiel, alsof Guthrir Canrun zichzelf woorden influisterde.

''Het was niet mijn bedoeling je zo aan te vallen. Ik-''

Guthrir Canrun trok zijn vuist even samen en zijn woorden stierven op zijn lippen. Na een korte stilte ging hij echter verder.

''Kora en ik hadden een onmogelijke relatie, omdat ik tot de Gorai behoor en zij tot de Meslari. Ze was een tempeldienares en ik bezocht haar zo vaak als ik kon. Toen ze zwanger bleek te zijn, was dat...'' zei hij terwijl hij een korte blik wierp op Sage, ''...een probleem. En toen heb ik een beslissing gemaakt, waarvoor ze me de rest van onze levens zou haten.''

''Zou?'' Er vormde zich een knoop in Sages maag.

''Ik weet niet of ze nog leeft. Ik heb haar sinds de dag dat je geboren bent niet meer gezien. Ik heb haar daarna nog proberen te vinden, maar zonder succes.''

Sage slikte en angst verspreidde zich in zijn borstkas en verkoelde zijn hart. Wat als hij te laat was? Wat als hij zijn moeder nooit meer zou kunnen zien? Het was zijn vader in zeventien lauturi niet gelukt om haar te vinden. Hij fronste.

''Waarom wilt u haar vinden?''

Geen antwoord. Alleen het geluid van verloren hoop en diepe geheimen doorbrak de drukkende stilte tussen Sage en zijn vader. Sage wilde echter meer weten over Kora Ranai, de vrouw die hetzelfde bloed had als hij.

''U dacht dat ik wist waar ze was en wilde mij gebruiken om haar eindelijk op te sporen.''

Een kleine glimlach sierde Guthrirs smalle lippen. ''Ja. Anders zou je haar naam niet moeten kennen.''

''Nou, ik weet haar naam, maar ik heb haar nooit ontmoet,'' bracht Sage tegen hem in. Op een of andere manier wist zijn vader hem-in de korte tijd dat ze elkaar kenden-bijna elke keer dat hij zijn mond opentrok te irriteren, ook al was hij niet gemakkelijk boos te krijgen.

''Maar als je dat wel had gedaan, zou je dat dan aan mij vertellen?'' vroeg Guthrir Canrun, terwijl zijn sluwe grijns weer terugkeerde op zijn gezicht.

''Nee,'' antwoordde Sage naar de waarheid.

''Dat dacht ik al. Toch zal ik haar vinden. Ooit. Ze kan niet ver van hier zijn.''

De groene ogen van Guthrir gleden weer naar het wolkenveld dat zich uitstrekte rondom de torens van het Wolkenpaleis.

''Hoezo niet?'' vroeg Sage.

''Dat is hoe Kora is. Iedereen die haar kent, weet dat ze de tempels nooit achter zou laten. Niet voor lang althans,'' zei Guthrir met een zweem van een glimlach, alsof hij met zijn gedachten in het verleden en goede herinneringen zat.

''Nou, het is uw schuld dat ik haar niet ken.'' Sage snoof.

''Dat weet ik.''

Er viel een stilte. Sage wist niet wat te zeggen. Eerst had hij gedacht dat de man voor hem, de afgevaardigde van Amrine, een kille en harteloze man was, maar Sage was verbaasd door zijn toon als hij over Kora praatte. Guthrir had echt geklonken, maar Sage wist tegelijkertijd dat hij niet te veel moest hopen. Ash was altijd degene geweest die leugenaars had kunnen doorzien. Hij niet. Sage ging liever uit van het goede van mensen.

''Vraag je je niet af hoe ik weet dat je een Geestenziener bent?''

Verbaasd keek Sage naar de man voor hem. Guthrir Canrun leek zijn kalmte weer helemaal hervonden te hebben, alsof hij eerder niet zijn zoon bijna had vermoord en met trillende stem had teruggedacht aan Kora Ranai. Zijn uitgestreken gezicht vertoonde geen spoortje van de furieuze woede die de overhand had gehad toen een ongrijpbare wind zich om Sages hals had geklemd.

Sage knikte en zijn vader gebaarde naar de muren.

''Deze muren zijn lang geleden betoverd met eeuwenoude Uraanse spreuken en tekens. Geesten kunnen niet door de muren heen. Dat is de reden dat de geest in dit kantoor hier nooit uit zal kunnen. Ik gebruik het om mijn gasten beter te leren kennen. Geestenzieners zien de geest in de stoel, schrikken en weigeren altijd te gaan zitten. Mensen die het Zicht niet hebben zijn zich niet bewust van de geest en nemen plaats.''

Sage begon gedachteloos te frunniken aan zijn gedrapeerde tuniek. Hij had moeten weten dat het een list was. Zijn vader grijnsde.

''Fascinerend hoe je een samensmelting bent van het beste van twee werelden.''

Sage fronste. Zijn vader zuchtte diep en begon met uitleggen.

''Meslari zijn onze trouwe tempeldienaren. Ik weet dat ze ervan overtuigd zijn dat ze in contact staan met de goden en dat ze met hen kunnen communiceren, maar ik weet ook dat dat onzin is. De wereld wordt niet geregeerd door goden, maar door mensen met macht. Weet je, er is een reden dat de Gorai degenen zijn die regeren over Aerion. We zijn allemaal luchtstuurders, mensen die geboren zijn met macht in hun bloed. Wij zijn geboren om te leiden en de andere kasten bestaan uit mensen die geboren zijn om te volgen. Het is simpelweg hoe de natuur werkt. Maar weet je wat leiders zwak maakt?''

Een korte stilte daalde over hen neer. Sage had geen idee wat te zeggen. Hij was het totaal niet eens met de enigszins angstaanjagende woorden van de Afgevaardigde van Amrine.

''Het nodig hebben van anderen, het afhankelijk zijn van krachten van anderen,'' verduidelijkte Guthrir. ''En dat is wat de Gorai zwakker maakt. We kunnen geen geesten zien, met hen praten en hun geheimen horen. Dat is de reden dat de Gorai eeuwenlang afhankelijk waren van sommige Meslari, zoals Kora, die door stom toeval over een krachtig talent beschikken. Dus, Sage, deze samenloop van omstandigheden heeft ervoor gezorgd dat je een van de machtigste mensen van Aerion kan worden, van heel Esmaron.''

Afschuw vulde Sages aderen, kronkelde door zijn lichaam als een snelwerkend gif en bewolkte zijn gedachten.

''Daar ben ik niet in geïnteresseerd,'' zei hij zelfverzekerd.

Zijn antwoord leek zijn vader te amuseren. De bekende smaragden ogen glinsterden van een haast kinderlijk plezier.

''Iedereen is daarin geïnteresseerd. Ook jij, Sage. Anders was je niet hier.''

Sage spande zijn kaakspieren aan, maar zei geen woord. Dat was ook niet nodig, want Guthrir Canrun leek ervan te genieten om monologen te houden.

''Je bent geïnteresseerd in mijn macht, want je hebt mijn macht, mijn invloed, nodig om te krijgen wat je wil: een leger om het op te nemen tegen prins Eroh.''

Sage schudde verward zijn hoofd. Dat was helemaal niet waar hij geïnteresseerd in was. Macht kon hem niets schelen. Hij had gezien wat de gevolgen waren van te veel macht, hoe het mensen kon veranderen. Het was de reden dat hij op een gegeven moment had besloten om Ash en het Emberpaleis voorgoed achter zich te laten. Hoewel dat ook anders was gelopen, dacht Sage terwijl hij met een glimlach terug dacht aan het moment dat Ash was opgedoken in de Lelie Tempel.

''Ik wil Esmaron redden...dat is wat anders,'' bracht hij vurig tegen zijn vader in.

''Door macht te gebruiken,'' voegde Guthrir snel toe. Een sluwe grijns verspreidde zich over zijn gezicht toen hij Sage sprakeloos zag staan.

''Dus je gaat nu niet dreigen dat ik je moet helpen omdat je anders je ware identiteit bekend maakt, net zoals je deed in je brief?'' vroeg hij en hij fronste. ''Wat teleurstellend.''

Hij klapte in zijn handen. ''Maar goed. Niet dat het gewerkt had. Ik wil juist dat bekend wordt dat je mijn zoon bent.''

Sage kon het niet helpen dat zijn mond openviel van verbazing. In tegenstelling tot zijn vader was hij meestal een open boek voor mensen. Hij hield er niet van om mensen om de tuin te leiden of om te liegen.

''Niet de reactie die je verwacht had?''

Stilte. Sage kon niet onder woorden brengen hoeveel hij deze man en alles waar hij voor stond verachtte. Het maakte dat hij ernaar verlangde om zijn moeder te vinden. Guthrir Canrun en hij waren dan wel als twee druppels water, maar hij voelde zich totaal niet verbonden met deze man. Hij vroeg zich af hoe zijn moeder was als persoon.

''Dat dacht ik al,'' grinnikte Guthrir en hij schraapte zijn keel. ''Ik heb een voorstel. Ik zal het volledige leger van Aerion beschikbaar stellen om het op te nemen tegen prins Eroh en zal zorgen dat iedereen achter dat besluit zal staan onder één voorwaarde: na dit alles zal je in Amrine komen wonen waar je je taak als mijn zoon zal vervullen.''

Sage slikte en probeerde zijn gedachten te ordenen. Zijn hoofd tolde van alle informatie, van de doordringende stem van zijn vader en de duizenden vragen die hem maar lastig bleven vallen. Het maken van een deal was nooit zonder gevaren. Je moest goed letten op de formulering, dat was iets wat Sage wel had geleerd in Zalaberín waar Lila hen te slim af was geweest toen ze Elys' tas terug hadden geprobeerd te krijgen.

Behoedzaam vroeg Sage: ''En wat houdt dat precies in?''

'Ik ben nooit getrouwd en heb geen erfgenamen, behalve jou. En ik heb een erfgenaam nodig die mij kan opvolgen, want anders zal de naam Canrun met mij sterven en zal een andere familie het meeste te zeggen te krijgen in Aerion. Dus nadat deze opkomende oorlog tegen prins Eroh is afgelopen, zul je hier gaan leven zodat je kan leren hoe je een leider moet zijn en hoe je mij moet gaan opvolgen.''

Sprakeloos, dat was wat Sage was. Hij kon alleen maar met een mond vol tanden kijken naar zijn vader. Wanhopig speurde Sage zijn gezicht af naar een teken dat dit een grote grap was, dat hij niet serieus was, maar het gezicht van Guthrir Canrun stond staalhard en bloedserieus. Alles in Sage schreeuwde naar hem dat hij dit niet moest doen. Hij was niet iemand die lang op één plek kon blijven, die geschikt was om andere mensen te leiden. Mensen luisterden altijd naar Ash, niet naar hem en dat had Sage nooit erg gevonden. Door Ash wist hij hoe zwaar het was om zoveel verantwoordelijkheid te dragen voor je volk, voor duizenden en duizenden mensenlevens. Sage wilde die verantwoordelijkheid niet. Hij wilde vrijheid, maar plotseling vroeg hij zich af hoeveel keuze hij nog had op dit moment. Als hij dit voorstel niet aannam, was de kans groot dat ze Eroh niet zouden kunnen verslaan en was hij indirect verantwoordelijk voor de dood van veel mensen. En van Ash. En Mae, als ze nog in leven was. Hij balde zijn vuisten.

''Ik...ik accepteer het voorstel, maar ik heb nog een andere voorwaarde: ik kom pas hier als ik zeker weet dat mijn beste vriend is genezen en zijn leven veilig is.''

Guthrir Canrun kneep zijn ogen even samen.

'Ah, je bedoelt de kroonprins waarover je schreef in de brief? Althans...degene die zegt dat hij kroonprins is in plaats van prins Eroh.''

''Hij is de kroonprins en de rechtmatige erfgenaam van koning Egan Brénain,'' antwoordde Sage geïrriteerd, wat zijn vader leek te amuseren.

Guthrir Canrun nam plaats achter zijn bureau en vouwde zijn handen samen.

''Oké dan. Ik accepteer je voorwaarde. Dus, laten we het maar eens hebben over onze toekomstige aanval.''

***

Donkere gedachten bewolkten Sage's hoofd. Hij verliet het kantoor van zijn vader met een zwaar gewicht dat op zijn schouders drukte. Hij had een afspraak gemaakt, een afspraak die hij zou moeten nakomen en zijn hele leven zou bepalen.Het voelde alsof iemand hem zijn vrijheid had afgenomen. Wind kon ook niet opgesloten worden, net zoals Sage zelf. Als zijn vader kreeg wat hij wilde, dan zou Sage ooit de afgevaardigde van Amrine worden. Hij zou gebonden zijn aan Amrine, aan saaie afspraken en sluwe Meesters die continu een mes in zijn rug zouden proberen te steken. Hij zou een van de leiders zijn van een Rijk dat mensen onderdrukte, dat een cultuur handhaafde waar hij het niet mee eens was. En daarbij, hij zou zo goed als gedwongen worden een Gorai meisje te trouwen, terwijl zijn gedachten continu bij Mae en haar lieve glimlach en glinsterende ogen waren. Ook al wist hij niet of ze nog leefde en of hij haar ooit nog zou zien.

Toen hij het kantoor uit kwam lopen, kwamen Lila en Istar meteen op hem af met grote, vragende ogen.

''En, hoe is het gegaan?'' vroegen ze precies tegelijkertijd.

Sage slikte. Hij zag Meester Iselor niet meer-iets waar hij blij om was, want die man bezorgde hem de rillingen. Hij haalde diep adem en zei: ''Aerion doet mee. Ik heb een afspraak gemaakt met mijn vader.''

Hij keek naar de grond.

''Wat voor een afspraak?'' vroeg Lila met wantrouwen in haar stem.

Sage keek op en keek recht in haar lichtbruine ogen die vol wantouwen waren. Ze vermoedde dat er meer achter zat.

''Ik...ik moet echt even alleen zijn,'' antwoordde hij razendsnel en voordat Lila en Istar nog meer vragen konden stellen liep hij weg, op zoek naar de uitgang van het Wolkenpaleis dat opeens veel minder mooi leek vergeleken met zijn kinderdromen.

Sage had niet nagedacht waar hij liep nadat hij het Wolkenpaleis had verlaten. Hij had zijn gedachten de vrije loop gelaten en had zijn benen hem zomaar ergens laten brengen. Het was waarom hij verbaasd was dat-toen hij eenmaal uit zijn malende gedachten ontwaakte-hij zich in de tweede kring bevond. De tweede kring was de plek waar de Meslari woonden, waar de meeste en mooiste tempels gewijd aan de Windgoden waren gebouwd. En op een of andere manier voelde Sage zich er thuis. De tempels waren gemaakt van lichte stenen en waren rijkelijk versierd met gouden en zilveren ornamenten die over de pilaren en gevels kronkelden alsof de wind was gevangen op de gebouwen. Af en toe zag Sage een glimp van geesten die geruisloos om de tempels hingen. Als vanzelf gingen zijn gedachten naar zijn moeder. Zou ze echt nog steeds hier zijn? Was ze al die jaren dichterbij geweest dan hij voor mogelijk had gehouden? Hij zuchtte diep. Guthrir had meer over haar losgelaten dan hij verwacht had, maar alsnog was het verleden in donkere raadsels gehuld. Hij wist dat zijn ouders niet getrouwd waren geweest, dat ze stiekem een relatie hadden gehad en dat zijn vader uiteindelijk iemand had opgedragen om Sage achter te laten op straat, maar wat was de rol van Kora Ranai geweest in dit geheel?

Sage frunnikte aan zijn olijfgroene gewaad en speelde met een draadje dat los zat. Zijn voetstappen klonken zacht op de tegels van de brede straat en de gouden zon schitterde boven zijn hoofd. Voor hem doemde een enorme tempel op. Ondanks dat hij er nog nooit was geweest wist hij dat dit de grootste en meest belangrijke tempel was van allemaal. De muren van de tempel waren opgetrokken uit grote blokken zandsteen en het dak werd ondersteund door pilaren. In tegenstelling tot de andere tempels was deze gevel niet versierd, maar de eenvoud maakte dat de tempel straalde als geen ander.

Met tientallen vragen die op zijn lippen brandden beklom Sage de trappen die leidden naar de ingang van de tempel. Zodra hij met een voet in het heilige gebouw stapte kwam de koele lucht hem tegemoet. Hij knipperde even met zijn ogen, want waar buiten de zon scheen in een hemelsblauwe lucht was de tempel donker en lieten de enkele ramen maar sporadisch licht door. In stilte liet Sage zijn ogen dwalen over de metershoge pilaren, het grote blok grijze steen dat dienst deed als altaar en de oudste verhalen van de vier Windgoden die een voor een uitgebeiteld waren in de muren.

''Kan ik u helpen?'' kraakte een vrouwenstem. De stem had zo zacht geklonken dat Sage niet zeker wist of hij het echt gehoord had of dat het een zachte fluistering uit zijn gedachten was.

Hij draaide zich om, naar de stem, en zijn oog viel op een kromme oude vrouw die met haar witte haar maar tot zijn middel kwam. Ze ging gekleed in een grijze jurk die te lang was-de stof rimpelde bij haar voeten over de vloer-en een gouden riem hield de glanzende stof bij elkaar.

Sage slikte.

Alleen de hoogste priesters en priesteressen droegen zulke gouden riemen. Hij leek echter niet de enige te zijn die verbaasd was. De oude vrouw had vurige grijze ogen die hem priemend aankeken, maar achter haar harde uitdrukking en rimpels zag hij herkenning. Herkenning en angst. Het deed hem pijn, omdat Sage onmiddellijk wist dat het kwam door zijn uiterlijke verschijning en hij vroeg zich af of mensen altijd Guthrir Canrun zouden zien in plaats van hem.

''Ik...'' begon Sage onzeker, ''ik wilde gewoon de tempel bekijken.''

De oude vrouw snoof. ''Niemand komt zomaar naar de tempel. Er is altijd een reden als de Windgoden je hier brengen.''

De kneep haar ogen samen tot spleetjes en leunde nog zwaarder op haar stok. Ze leek na te denken en tuitte haar lippen.

''Wat is uw naam?''

Wat zou hij antwoorden, dacht Sage. Liegen had nog nooit zo aantrekkelijk geleken, maar tegelijkertijd lonkte de waarheid. Deze vrouw moest hier al heel lang zijn. Misschien kende ze Kora Ranai wel, misschien kon ze hem helpen haar te vinden. Een sprankje hoop brandde in Sage's hart.

''Sage,'' antwoordde hij.

De vrouw haalde scherp adem en kwam iets dichterbij. ''Sage wie?''

''Sage Canrun,'' zei hij zacht.

De grijze ogen van de vrouw werden wijd opengesperd en haar mond ging open, maar er kwamen geen woorden uit. Kleine tranen parelden over haar wangen en ze snikte zachtjes. Ze draaide weg van hem en had haar hand voor haar mond geslagen. Verwoed probeerde ze de tranen weg te vegen, maar het lukte niet erg goed.

''Weet u...weet u waar Kora Ranai is?'' vroeg hij met trillende stem.

De oude vrouw draaide zich naar hem om en schudde zachtjes haar hoofd. Haar ogen waren rood en gevuld met verdriet.

''Het spijt me,'' zei ze. ''Ik was er toen je geboren werd. Ik had nooit gedacht dat...''

Haar stem stokte en Sage wist dat haar gedachten bij het verleden waren. Maar hoop groeide in zijn hart en vloeide door zijn bloed. Deze vrouw wist wie hij was, wie zij moeder was. Ze moest hem toch iets kunnen vertellen wat hem zou helpen?

''Weet u dan waar ze naartoe is gegaan?

De vrouw schudde haar hoofd en draaide zich om. Met kleine stapjes begon ze weg te schuifelen, dieper de tempel in. Met grote ogen keek Sage haar na. Zou ze hem echt zo in raadselen achterlaten?

De oude vrouw stopte met lopen en keek voor een laatste keer over haar schouder. ''Ik kende haar goed. Ik denk niet dat ze de tempels hier ooit zou kunnen verlaten.''

Sage's hart begon sneller te kloppen. Er was nog steeds hoop. Hoe meer hij er over nadacht, hoe zekerder hij ervan was dat zijn moeder nog in de tweede kring was.

''Als je haar vindt,'' fluisterde de oude vrouw, ''zou je dan willen zeggen dat ik haar vergeef voor alles?''

''Natuurlijk,'' antwoordde Sage gespannen. ''Wacht, wat is uw naam?''

''Sarys.''

En met die woorden verdween de oude vrouw razendsnel in de schaduwen van de tempel. Sage was weer alleen. Of niet. Zijn vingers begonnen te tintelen en hij voelde dat er iets was dat naar hem keek. Hij kende het tintelende gevoel maar al te goed. Het was alsof er draden aan zijn hart zaten en iemand er aan eentje trok. Het betekende dat er een geest in de buurt was. Heel erg in de buurt.

Sage draaide zich om en tot zijn verrassing zag hij een kleine geest bij de tempelingang zitten. Het wezen was lichtblauw en had grote ogen, vier dikke poten met klauwen en vleugels die zachtjes fladderden. Zijn lange staart zwiepte heen en weer en de geest hield zijn hoofd schuin. Het wezen sprong op toen hij Sage's blik zag en dartelde de trappen af, naar buiten. Met een frons volgde Sage het wezen. Verbaasd zag hij hoe de geest halt hield op de trappen en achterom keek om zeker te weten dat Sage hem volgde.

Was het wel verstandig om een geest te volgen?

Hij beet op zijn lip en probeerde helder te blijven nadenken. Deze geest leek niet erg gevaarlijk, hoewel hij wist dat schijn kon bedriegen. Maar aan de andere kant had hij niet iets beters te doen. Hij wilde nog niet terug naar Lila en Istar en zijn nieuwsgierigheid was gewekt door de geest die wanhopig zijn aandacht wilde vasthouden. Daarom sloot hij alle zeurende stemmen diep in zijn hoofd op en begon hij de geest te volgen.

Na een tijdje kwamen ze bij de rand van de tweede ring terecht. De hoeveelheid tempels was steeds kleiner geworden en de tempels zelf werden ook kleiner en minder rijk versierd. De geest hield halt voor een tempel die gemaakt was van lichtgrijze steen. Scheuren kropen omhoog in de muren en de stenen waren vies en op sommige plaatsen begroeid met donkergroen mos. Het leek eigenlijk niet echt op een tempel, maar meer op een klein huisje waar een priester of priesteres zou kunnen wonen.

De lichtblauwe geest maakte een kirrend geluid dat Sage moeilijk thuis kon brengen en verdween met fladderende vleugels in het gebouw. Met een knoop in zijn maag volgde Sage de geest. Wat zou hij hier aantreffen? De tempel leek zo vervallen en oud dat hij betwijfelde of hier iemand was, of hier iemand kon leven.

Aan de andere kant voelde hij hoe het tintelende gevoel was toegenomen, hoe de draden die tussen hem en geesten zaten steeds talrijker waren geworden. De tempel leek dan verlaten, maar Sage voelde dat er vele geesten waren. Hij zag er een paar op het dak en één kleine en donzige geest was op zijn schouders gaan zitten.

Met een razend hart betrad hij de tempel. Duisternis kwam hem tegemoet en zijn ogen moesten wennen aan het weinige licht. Haast onmiddellijk had hij spijt van zijn beslissing. In tegenstelling tot Ash hield hij er niet van om zich in gevaar te storten. Sage wist wat hij kon en wat hij was, maar moedig was niet één van die dingen.

Plotseling zag hij voor hem een warm licht dat uit een kamer met open deur kwam. Langzaam en zo stil mogelijk liep hij erop af en tot zijn verbazing zag Sage dat hij een klein huisje betrad. In de kamer zat een kleine keuken, twee deuren en een tafel met stoelen. Aan de tafel zat een oude vrouw, gekleed in vodden en met witte zilverachtige ogen. Ze was blind.

Sage stond stil in de deuropening en zijn ogen gleden naar de andere persoon die in de kamer was. De vrouw was met hardhandige bewegingen aan het vegen, haar lichtbruine ogen gefocust. Ze droeg een simpele grijze jurk en haar hazelnootkleurige haar was achteloos opgestoken waardoor grote plukken voor haar gezicht hingen. Hij kon haar gezicht moeilijk zien, waardoor zijn aandacht des te meer getrokken werd door haar armen. Ze had een gebruinde, gouden huid, maar haar armen werden getekend door grote, grove littekens die over haar huid kronkelden. Sage vroeg zich af wat voor een verschrikkelijk iets zulke littekens achterliet.

Tot zijn verbazing zag Sage dat de lichtblauwe geest die hem hier had gebracht op de schouder van de vrouw ging zitten en iets in haar oor fluisterde. De vrouw keek op en haar ogen schoten verbaasd naar de deuropening, waardoor ze Sage recht aankeek. Haar adem stokte en de bezem die ze in haar handen hield kletterde op de grond. Tranen glinsterden in haar ogen en voordat hij het doorhad, had de vrouw hem in een stevige omhelzing getrokken. Ze was een kop kleiner dan hij, maar haar ranke armen waren sterk en waren stevig om zijn middel geslagen.

Van schrik en verbazing wist Sage niet wat te doen. Hij kon niet helder nadenken en had als vanzelf zijn armen voorzichtig om de vrouw geslagen. Ze huilde en fluisterde razendsnel in Aeria, hoewel het meer klonk alsof ze in zichzelf praatte en niet tegen hem. Sage verstond niets van wat ze zei, maar hij ving één zachte, liefdevolle fluistering op: ''Sage.''

------

[A/N] Oehhh...ik denk (nou ja hoop) dat jullie wel een vermoeden hebben van wie deze mysterieuze vrouw is ;p Wat denken jullie dat er gaat gebeuren? En wat vinden jullie van de deal die Sage met zijn vader heeft gesloten? Is jullie mening over Guthrir veranderd of vinden jullie hem nog steeds even verschrikkelijk? Laat het me vooral weten, want ik ben echt héél nieuwsgierig haha XD

Dit was het laatste hoofdstuk uit Sages POV dus vanaf nu zal ik weer hoofdstukken vanuit Elys lezen. Ik heb echt zo'n zin om het volgende hoofdstuk te schrijven <3

Ik ben trouwens wel moe hoor pfff...de toetsweken zijn gelukkig voorbij (en wiskunde ging zo slecht omg XD Gelukkig heb ik nog herkansingen). Maar goed. Gisteren ging ik kijken voor een galajurk en wat was dat een hel zeg :') Echt, ik stond tussen rekken vol jurken met te veel glitters (waarvan de meeste gemaakt waren van zweterige synthetische stoffen), hysterische meisjes en vrouwen die (net zoals ik) écht een jurk nodig hebben en ja...ik weet niet...ik wilde daar zo snel mogelijk weg XD Heel interessant dit allemaal of niet? *kuch*;p

Xx Am

Continue Reading

You'll Also Like

806 42 14
Niemand die de schat van Blackbeard is gaan zoeken is levend teruggekomen, maar niemand had dan ook een kaart. Als blijkt dat iemand toch een kaart h...
135K 9.3K 51
River is een meisje van zestien jaar oud met een probleem: ze is normaal. Het had geen probleem hoeven zijn als ze niet uit een manimal familie kwam...
14.7K 1.1K 23
Vervolg op Wings of Fire Dus, je bent een pegasus, je hebt vrienden en gaat het dit schooljaar makkelijk halen. Niks om je zorgen over te maken, beha...
25.3K 2.2K 28
Leugens, bedrog en verleiding. Het hart is makkelijk te beïnvloeden, zo ook die van haar. Meredith Axelia Ragna is een krijger die al vanaf kleuter a...