Hoofdstuk 13 • Louis

3.1K 166 23
                                    

Eindelijk mag ik naar huis toe. School was verschrikkelijk, ook al heb ik wel contact gemaakt. Mayke lijkt me wel aardig, ze is anders dan dat ze eruit ziet. Misschien worden we wel vrienden.

Ik loop dezelfde weg naar huis als gisteren, bang dat ik weer verdwaal. Ondanks het verdwalen is het lopen wel oke. Het maakt me rustig, het maakt mijn hoofd leeg.

Ik krijg bijna een hartaanval van een snel voorbij scheurende auto. Ik vloek zachtjes. Wat een idioten. Ik hoop dat ze een ongeluk krijgen, ook al denk ik dat het weet wie het zijn: Harry en Zayn. Voor even heb ik hoop dat ze niet stoppen, maar natuurlijk doen ze dat wel.

Harry steekt zijn hoofd uit het raam. Harde muziek is duidelijk te horen. "Moet je een lift hebben?" schreeuwt hij. Ik schud mijn hoofd. "Ik loop wel," antwoord ik. "Waarom lopen als je ook kan rijden?" Ik vertrouw het niet, ik vertrouw hem niet.

"Ik ga liever lopen dan dat ik in een auto zit met jou," bitch ik. Dit gaat mij zoveel problemen opleveren, maar hij maakt me zo boos. Harry kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan. Daarna rijdt hij weg, terwijl hij zijn middelvinger in de lucht houdt. Ik schud mijn hoofd; hij is niet te helpen.

Als ik de oprit oploop, valt het me gelijk op dat mama's auto er niet staat; ze is niet thuis. Ik maak de voordeur open, terwijl ik me probeer voorbereiden op wat gaat komen. Het moeilijke is: ik weet niet wat er gaat komen...

Ik sluit de deur en sluip naar boven, hopend dat Harry beneden is. Als ik de deur van onze kamer openmaak, zit Harry, zonder shirt, op zijn bed. Hij kijkt me boos aan.

"Ik had gehoopt dat jij verdwaald was," snauwt hij. Ik slik. Harry rolt met zijn ogen. "Vanavond ben je weg met je onzichtbare vrienden toch? Ik wil dat je opgerot bent als Mayke komt, ratten schrikken meisjes af."

Ik besluit er niet op te reageren. Ik ga voor de lange spiegel staan, die in de kamer hangt. Ik bekijk mezelf. Harry heeft wel gelijk: ik ben een rat, minder dan dat.

Ik ga met mijn hand door mijn haar. Mijn blik valt op de brandvlek in mijn nek. Ik ga er zachtjes met mijn vinger overheen. Het doet pijn.

"Hoe gaat het met je nek?" hoor ik Harry ineens vragen. Ik draai me met een ruk om en kijk naar Harry. Hij lijkt het te menen, maar dat is waarschijnlijk spel. Hij? Bezorgd? Om een rat als ik? Nee.

"Alsof jou dat iets uitmaakt," mompel ik. Ik draai me terug naar de spiegel. "Dan niet." Ik zie Harry vanuit de spiegel een pakje sigaretten pakken. Ik draai me weer om en kuch. "Mag ik er ook één? Dan maak ik er een paar extra vlekjes bij," vraag ik sarcastisch aan Harry, die verontwaardigt zijn wenkbrauwen optrekt. Hij doet zijn mond open om iets te zeggen, maar sluit hem dan. Het voelt goed dat hij niets meer te zeggen heeft. Het is een tijdje stil.

"Maar ben je vanavond weg? Er is verder niemand thuis..." vraagt Harry na een tijdje nog een keer. Hij gaat achter me staan. Ik draai me om."Ik... Ik weet niet waar ik heen zou moeten," zeg ik zacht. "Hoezo eigenlijk? Je gaat toch niet hetzelfde doen met Mayke als met dat meisje he?" vraag ik. Harry kijkt me kwaad aan. "Dat gaat jou geen moer aan," sist hij. Ik doe een stapje achteruit. Harry zucht. Ineens is hij weer kalm.

"Louis? Als jij blijft dan zou je iets moeten veranderen aan... Dat." Hij wijst afkeurend naar mijn kleding. Ik bijt op mijn lip. "Is het niet goed dan?" vraag ik zachtjes. "Nee," zucht Harry. Ik kijk naar beneden, naar mijn kleding. "Ik wil niet veranderen. Ik hoef voor niemand..." Harry pakt mijn kraag vast, waardoor ik stop met praten.

"Luister eens, rat. Je doet maar gewoon wat ik zeg. Ik wil niet dat je me voor schud zet, begrepen?" Ik knik snel. Harry laat mijn kraag los. "Mooi," mompelt hij. Hij loopt naar de kast.

"Goed, les twee van overleven: uiterlijk. Hier, trek dit aan." Harry gooit me een ripped jeans en een zwart shirt toe. "No way," mompel ik. "Trek dit aan," sist Harry. Ik knik. Ik kijk snel in de kast. "Zou ik die houthakkers blouse aanmogen?" vraag ik vlug. Harry haalt zuchtend zijn schouders op. Hij gooit me de blouse toe. Ik wil de kamer uitlopen, maar Harry houdt me tegen.

"Waar ga jij naartoe?" vraagt hij verbaasd. "Omkleden," mompel ik. "Kan je dat niet hier doen? Ik kijk toch niet naar jongens." Ik schud mijn hoofd, die rood aanloopt. Zonder op Harry's commentaar te wachten, loop ik naar de badkamer. Daar draai ik zuchtend de deur op slot. Ik kijk nog eens naar mezelf in de spiegel. Lelijk, dat is alles wat ik zie.

Ik draai me met mijn rug naar de spiegel en trek langzaam mijn vest uit. Niet naar beneden kijken, niet naar... Ik kijk naar beneden. Shit. Ik trek snel mijn shirt uit, terwijl mijn gedachten teruggaan naar de zin waarmee mijn vader me liet merken dat ik niks waard was: 'ik hoop dat je doodvalt, Louis Tomlinson.'

"Ik ben terug." Ik loop, wat ongemakkelijk in Harry's te grote kleding, de slaapkamer binnen. Harry knikt goedkeurend. "Je bent nog wel een botje, ze zijn iets te groot. Maar daar werken we later wel aan." Hij loopt de kamer uit en komt terug met een kam en een pot gel. Hij zet me neer voor de spiegel en begint mijn haar te doen.

"Wat ga je doen?" vraag ik. "Zorgen dat je er beter uit ziet," mompelt Harry. Hij gaat ruw met de kam door mijn haar. "Au!" Hij lacht. "Mietje," mompelt hij. Hij kamt al mijn haar naar achteren. Daarna maakt hij er met gel een soort van kuif van. Hij pakt een zwarte beanie uit de kast en zet hem op mijn hoofd.

"Beter." Hij draait me om. "Nog één dingetje..." Hij loopt de kamer uit en gebaart dat ik hem moet volgen. We lopen de kamer van Des in mijn moeder in. Harry maakt de lade van de make- up tafel open en begint te zoeken. Alles wat hij niet nodig heeft, gooit hij op bed.

"What the fack is dit?" Hij houdt een potje eyeliner omhoog. "uhm... Eyeliner," zeg ik. "Aha." Hij gooit het op bed. Daarna pakt hij een huidskleurig potje. "Hebbes." Hij maakt het potje foundation open en smeert wat op zijn vingers.

"Even dat vlekje bedekken. Ze zal wel denken." Harry loopt naar me toe met de foundation op zijn vingers. "Nou maar hopen dat jij deze kleur hebt. Stil blijven staan." Harry begint ruw met de foundation over het brandvlekje te wrijven. Het doet vreselijk pijn. "Au, Harry stop!" Hij stopt even en kijkt me recht aan met zijn mooie, groene ogen. Wacht... Wat?

Harry kijkt snel weg en begint verder te wrijven. Dit keer iets rustiger. Wat gebeurde er nou? Ik zucht diep. Na een tijdje duwt Harry me naar achter en bekijkt tevreden het resultaat. "Perfect. Je ziet er in ieder geval beter uit. Les twee is voltooid." Hij grijnst. "Je komt er niet bij zitten, toch?" Ik schud mijn hoofd. "Mooi... Maar... Nou ja, je kan wel beneden zitten als je wil?" Ik knik. Harry knikt ook. Hij kijkt me nog even kort aan. Daarna loopt hij weg, alsof we niets gebeurt is.

Drown •Larry Stylinson• Dutch (on hold)Where stories live. Discover now