hoofdstuk 3 - Louis

3.4K 180 6
                                    

"Ik wil hier weg..." mompel ik, terwijl ik naar het grote huis kijk. Ik pulk wat aan de mouwen van mijn vest. "Louis, alsjeblieft." Mijn moeder probeert mijn hand te pakken, maar ik trek hem weg. Lichamelijk contact is niks voor mij. Ik voelde me net al ongemakkelijk toen ze haar hand op mijn been legde, maar ik zei er niks van, ik wilde het moment niet verpesten. Dat doe ik al genoeg.

Mijn moeder zucht diep en loopt naar de deur van het grote huis. Voorzichtig loop ik achter haar aan. Als ze stopt bij de deur, stop ik ook. Ik sta ongeveer een meter achter haar. Ik voel hoe mijn hart te keer gaat, bang voor wat gaat komen.

Mijn moeder belt aan en nog geen minuut later doet er een man open. Hij heeft al grijze haren en een vriendelijk gezicht. Ik probeer iets beangstigends aan hem te vinden, iets wat me weghaalt van waar ik niet wil zijn, maar het lukt me niet. Hij glimlacht zelfs naar me. Ik voel me er niet prettig door.

"Hey..." De man buigt zich naar mijn moeder om haar een kus te geven. Ik zucht geïrriteerd. Mijn moeder trekt haar mond snel terug en loopt naar me toe. Ze wil mijn schouders vastpakken, maar bedenkt zich dan. "Dit is Louis, mijn zoon." Ik zucht. Fijn, zo'n zoon. Ik weet zeker dat ze zich voor me schaamt.

"Des." De man steekt zijn hand uit, ik pak hem niet aan. In plaats daarvan loop ik met ingetrokken buik zo snel mogelijk langs hem heen. Het is nu ook ons huis, toch?

Des zucht. Mijn moeder komt bij hem staan. "Laat hem maar, hij is nogal op zichzelf..." Ik negeer het. Ik loop rond in de grote gang. Indrukwekkend...

"Louis? Wil je je vest uitdoen? Het is nogal warm?" Ik draai me richting Des en schud mijn hoofd. "Hoeft niet," antwoord ik kortaf. Daarna loop ik langs Des en mijn moeder heen, naar buiten. Ik voel me zo ongemakkelijk, ik heb even frisse lucht nodig. "Ik ga de laatste spullen uit de auto halen. De rest is er al, toch?" vraag ik. Des knikt.

"Je kamer is alleen nog niet klaar. Maar tot die tijd kun je bij Harry slapen..." zegt hij onzeker. Nee.. Dit gaat hij niet menen? Ik wil geen kamer delen, en vooral niet met een vreemde. Dan heb ik geen plek waar ik rustig kan nadenken, dan heb ik geen plek waarnaar ik kan vluchten als de buitenwereld me allemaal iets te veel wordt. Fuck, alles wordt van me afgenomen, alles.

Ik slik een paar keer om mijn tranen binnen te houden. Ik pak snel mijn koffer uit de kofferbak en loop ermee naar de voordeur. "Waar is die kamer?" vraag ik. Mijn moeder zucht. "Louis. Misschien wil Des je wat beter leren kennen," zegt ze. Ik werp haar een vernietigende blik toe.

"Als die jongen dat niet wil dan..."

"Dat wil hij wel. Toch, Louis?" De manier waarop ze mijn naam uitspreekt... Ik moet wel ja zeggen. Dus ik knik maar.

"Goed, ik was net bezig met koffie drinken. Jij ook, Louis?" Ugh... Hij moet stoppen met mijn naam uit te spreken. "Ja," mompel ik. Hij knikt en loopt naar de keuken. Mama neemt mij mee naar de woonkamer, naar de bank. Ze gaat zitten. Ik ga aan de andere kant van de bank zitten, maar zodat Des er niet tussenin kan zitten. Mijn moeder zucht.

"Lou... Doe nou niet zo," fluistert ze naar me. Ik kijk haar boos aan. Net als ik wil antwoorden, komt Des binnen met drie koppen koffie. Ik staar ernaar.

"Het was zeker een vermoeide reis?" probeert Des een gesprek te beginnen. Ik haal mijn schouders op. "Ging wel," mompel ik.

"Hoe oud ben je eigenlijk?" vraagt Des. Wanneer stopt hij met vragen? "Negentien," antwoord ik. "En wat doe je op school?" Ik zucht geïrriteerd. "Recreatie en maatschappij," mompel ik. Des knikt. "Harry doet hetzelfde. Hij zit in het laatste jaar nu. Wat wil je later gaan doen?"

Later... Ik weet niet eens of ik later haal. Er is geen later voor mij. Wat moet ik in mijn toekomst doen? Alleen sterven? Ik ben toch een mislukkeling...

Ik bijt op mijn lip. "Louis kan heel goed tekenen. Hij wil daar later het liefst iets mee gaan doen. Toch, Louis?" antwoordt mijn moeder voor mij. "Hmm..." antwoord ik. Mijn moeder geeft me een zachte tik tegen mijn schouder.

"Wat?" vraag ik. "Doe niet zo kortaf, Louis. Ik weet dat je het er niet mee eens bent, maar dit lost niks op," zegt ze. Ik sta boos op. "Ik antwoord toch gewoon? Jij bent degene die niet tegen mij vertelt dat je een vriend hebt," snauw ik. "Dat had ik je eerder kunnen vertellen als je wilde helpen met de verhuizing," antwoordt ze boos. Ik zucht.

"Ik ben er helemaal klaar mee," mompel ik. Zonder ook maar iets te zeggen loop ik naar de gang. Ik pak de koffer en sleur hem mee de trap op. Nou maar hopen dat die zoon van hem niet thuis is.

Als ik boven ben kijk ik naar de verschillende deuren in de gang. Op één van de perfecte, witgelakte deuren staat 'Harry' gekrast. Dat zal het wel zijn.

Ik open de deur en kijk met grote ogen naar de inrichting. De muren, die waarschijnlijk eerst wit waren, zijn beklad met verschillende graffiti tekeningen. Er staat een bed aan de ene kant en een bed aan de andere kant. Ook staat er een rommelig bureau.

Ik loop voorzichtig naar binnen. Achter de deur tref ik zowel een elektrische als een akoestische gitaar aan. Er staat een opengerukte kast naast, waaruit de kleren uitpuilen. Het is hier al weken niet meer opgeruimd, wat zeg ik: maanden...

Ik laat mezelf zuchtend op één van de bedden vallen. Wat een gedoe... Waar ben ik beland? Ik staar naar het plafond, waar allemaal posters van bijna naakte meisjes hangen... gadver.

"What the fuck denk je dat je hier aan het doen bent?" Ik schiet geschrokken overeind. Er staat een jongen in de deuropening. Hij heeft best lang, bruin, krullend haar en heldergroene ogen. Hij kijkt me boos aan. Ik hoef niet lang na te denken voordat ik weet wie het zou moeten zijn: Harry.

Hee guys!
We kunnen deze week niet meer updaten bc schooltrip ^^ maar wat vinden jullie tot nu toe c: let me know

Drown •Larry Stylinson• Dutch (on hold)Donde viven las historias. Descúbrelo ahora