Hoofdstuk 1 - Louis

5.9K 202 53
                                    

Ken je dat gevoel? Dat gevoel dat je wil blijven, maar tegelijkertijd ook weg wil gaan? En dat gevoel dat je je veilig voelt, maar toch bang bent?

Dat voel ik, dat voel ik al de hele dag. Het giert door mijn lijf heen als een auto. Het beneemt je de adem alsof je keel wordt dichtgeknepen.

Dat is precies hoe ik me voel.

Ik word uit mijn gedachten gehaald door een tik op mijn schouder. Ik haal mijn oortje uit mijn oor en kijk naar rechts, waar mijn moeder achter het stuur zit. Ze kijkt me bezorgd aan.

"Lou, lieverd? Gaat het wel?" vraagt ze. Ik haal mijn schouders op en kijk weer naar buiten. De lantaarnpalen schieten zo snel voorbij dat je ze amper kan zien.

"Je hebt al de hele dag geen woord gezegd," gaat mijn moeder verder. Ik zucht diep. "Ik ben gewoon moe," mompel ik. Mijn moeder wil iets zeggen, maar voordat ze de kans krijgt heb ik mijn oortje weer in. 'One' van Ed Sheeran, het liedje dat me elke keer weer doet kalmeren.

Ik playback de tekst mee, terwijl ik naar buiten blijf kijken. Ondanks alles haat ik het dat we zijn verhuisd. Ik wilde ook niks met het hele proces te maken hebben. Vandaag gaan we erin.

Mama verzekerde me dat dit beter zou zijn. Geen pesterijen meer, geen blikken meer. En voor haar het belangrijkste: geen herinneringen meer aan mijn vader...

Ik was altijd 'de mislukkeling', ik kon nooit iets goed doen. Toen hij erachter kwam dat ik, zijn enige kind, op jongens viel, was het helemaal raak. Ik was een schande voor de familie, het hele dorp kotste ons uit, zei hij. Hij sloeg me... En ik? Ik was te zwak om ertegenin te gaan.

Mama daarintegen heeft me altijd gesteund. Ze zegt altijd dat ik ben wie ik ben. Ze zei dat als ik niet van meisjes hield, het niet hoefde. Ik hoefde niemand te zijn die ik niet ben. Helaas betekende dit voor mijn moeder ook een aantal klappen en een hoop angst.

Na meer dan een half jaar heeft ze eindelijk de moed gehad om bij hem weg te gaan. We hebben drie maanden bij oma geleefd, uit angst. Nu krijgen we eindelijk een plek voor onszelf, gewoon wij, met z'n tweeën, in een andere stad.

Ik voel weer een tik tegen mijn schouder. Ik kijk mopperend op en trek mijn oortje weer uit. "Wat?" vraag ik, botter dan ik zou willen. Mijn moeder zucht. "Ik moet je iets vertellen," zegt ze zacht. Ik ga rechtop zitten en kijk haar vragend aan.

"Ik heb een nieuwe vriend." Terwijl mijn moeder het vertelt glimlacht ze even. De glimlach verdwijnt snel wanneer ze mijn geschrokken gezichtsuidrukking ziet. "Sinds wanneer? vraag ik zachtjes. Mijn moeder zucht. "Sinds een maand..." antwoordt ze. "En we trekken bij hem en zijn zoon in..." Ze bijt op haar lip.

"Wat? Dat meen je niet? Zeg alsjeblieft dat je een grapje maakt?" smeek ik. Mijn moeder schudt langzaam haar hoofd. "Het wordt vast super, liefje. Des is een lieve man. Misschien word je wel goede vrienden met zijn zoon. Hij is iets jonger dan jou. Hij heet Harry en..."

"Ik wil geen vrienden worden met Harry... De naam alleen al," snauw ik. Mijn moeder schrikt ervan. Ze is niet gewend om mij te horen snauwen.

"We zullen er over een tien minuten zijn. Doe je wel een beetje normaal?" vraagt mijn moeder zachtjes. "Wat jij wil..."

Ik wil mijn oortjes indoen, als er een auto in hoge snelheid langs ons heenrijdt. Mijn moeder wijkt uit. Ik vloek binnensmonds. "Die kon echt niet rijden..." mompel ik. Ik kijk mijn moeder aan, zij kijkt mij aan. Daarna moeten we lachen, of ik het nou wil of niet. Het is een tijdje stil

"Hoe gaan we dit overleven mam?" vraag ik. Mijn moeder legt een hand op mijn knie. "Met z'n tweeën, je bent nooit alleen..." is haar antwoord.

Drown •Larry Stylinson• Dutch (on hold)Where stories live. Discover now