-17-

234 7 21
                                    

pov Demi
Nee! Rob! Alsjeblieft! Nog net kan ik hem bij zijn onderarm grijpen. Hij draait zich om. "Wat!?", schreeuwt hij. "Rustig! Laat ze! Waag het niet om nu naar boven te gaan! Als ze dit niet wilden, wilden ze het niet!", probeer ik Rob bij Jim en Jack weg te houden. Ik snap dat dit eigenlijk niet de bedoeling was, maar het voelt alsof ik ze moet beschermen. Het is een moederinstinct denk ik. "Wat wil je dan?! Je er zomaar bij neerleggen?! Doen alsof dit de afspraak was?!", schiet hij zowat uit zijn slof. "JA! Het is goed zo! Je laat ze met RUST!" Ik word gewoon woedend, maar het is ook goed zo. Dit hebben ze toch nooit gewild. We hadden ze toch van tevoren al niet mee moeten nemen. "We hadden dit gewoon met z'n tweetjes moeten doen, dus we laten het hier bij! Punt uit!" Volgens mij heeft hij het begrepen, want hij trekt zich terug. Waarschijnlijk door mijn houding, want mijn gezicht staat op dit moment op onweer. 

Ik trek hem de woonkamer in. Hier blijven we. De rest van de dag. Het zijn ook twintigers... Die willen gewoon tijd voor henzelf. Beetje doen waar ze zelf zin in hebben. Kijken wat ze zelf leuk vinden. Waarschijnlijk gaan ze na de studie toch uit huis, dus moeten we ze meer ruimte geven. Meer eigen verantwoordelijkheid. Minder 'papa en mama steun'.

pov Jack
Gelukkig is er nog niks gebeurd. De sfeer thuis daalt sterk, maar het is logisch. Pap werkt langere dagen, mam heeft vaker dienst en Jim ik zijn op school of in onze kamer. Het is goed, maar ook weer niet. Ik ben steeds meer in mijn kamer, maar ik kan alleen nog maar denken aan eten. Van minder snoepen en meer sporten is het overgelopen naar dingen ontwijken. Het is zo makkelijk, want niemand die op me let, maar ik weet het niet. Er is geen verandering. Ik heb nog steeds een blubber-buik. Nog steeds een opgeblazen gezicht. Nog steeds geen spieren. Nog steeds flubberende vetjes aan mijn bovenarmen en op mijn benen. Samenvatting, ik ben nog steeds zo dik als een varken. Dat had ik ook gelijk kunnen zeggen, maar dit brengt meer drama en dat past wel bij mijn leven op dit moment. Één groot drama. Net als het afvallen, ook één groot drama.

Onderweg naar de stad. Naar de winkels om specifieker te zijn. Om nog specifieker te zijn, naar de Blokker. Het specifiekste wat ik kan zeggen is naar de Blokker, om een weegschaal en een keukenweegschaal te kopen. Dat is genoeg detail hoop ik. Nu moet je het wel snappen, anders ben je wel heel dom. Ik kan ook aardig doen, maar laten we het even reëel houden. Ook reeël, ik ga lopend naar de winkel. Ik zou met de bus kunnen, maar hoezo zou je naar de sportschool gaan en op je voeding letten, maar dan zo lui zijn dat je met de bus naar het centrum gaat? Ja, dat deed ik eerder dus. Daarom ben ik nu ook nog mormel.

Ik koop de schalen, stop ze in mijn rugzak, maak een omweg naar huis en ga weer naar mijn kamer. 

Vanaf hier was elke dag zo'n beetje hetzelfde. Weken lang. Ik ben op school, in de sportschool, in het park of in mijn kamer. Ik ben huiswerk aan het maken, ik houd mijn eetschema en body-status bij of ben aan het sporten. Elke dag zet ik nieuwe goals. Ik haal goals. Ik haal steeds een lagere calorie-intake, steeds een hogere calorie-verbranding, steeds een lager gewicht, steeds een lager BMI, maar niet wat ik al die tijd wilde... Dunner worden en gespierder worden. Ik blijf dik, ik wordt gek van mezelf. Mijn hoofd tolt. Letterlijk en figuurlijk. Ik denk te veel. Veel te veel, maar over één ding. Ik kan alleen nog maar denken aan eten. Niet eten voor de duidelijkheid. Sporten, daar denk ik ook vaak aan. Nog vaker dan ik het echt doe en dat zegt wat, aangezien ik 7 dagen per week, meestal 3 van de dagen 2 keer, sport.

Ik voel dat het soms niet meer gaat, dat mijn lichaam te weinig energie heeft, maar ik moet. Op pure adrenaline ga ik door. Elke seconde dat ik wil opgeven komen die getallen in mijn hoofd. Mijn gewicht, mijn aantal calorieën, mijn BMI. Dat is het punt dat ik verder kan. Door kan. Door moet. To Be Perfect! Ik kan dingen behalen! Dus ooit zou ik dun zijn! Dan stop ik, maar dat duurt nog even! 

Ik ga door, want ja, ook nu sta ik in mijn kamer. De stopwatch op de computer staat aan. De push-up-bars staan naast me, de gewichten liggen op mijn bed. En ik? Ik kijk ernaar. Nee oké, dat is niet waar. Ik ben aan het springtouwen. Steeds sneller. Hoger. Sneller. Verstand op nul en springen. 

pov Jim
(duidelijkheid! Jacks stuk was vanaf het weglopen een aantal weken, dit een aantal maanden)
Ik had mezelf opgesloten, maar het was dus niet nodig. Het hele dilemma was nergens voor nodig. Pap werd door mam tegengehouden. Ik maakte me maar druk. Om niks dus weer. Natuurlijk kon ik dat niet van tevoren zien aankomen, maar alsnog. Uiteindelijk maakte ik me druk om niks. Niks of niets? Is er een verschil? ligt het aan de context welke je moet gebruiken? Ik weet het niet? Nee Jim! Nee!  Dit is niet belangrijk! Dit boeit niet! Nerd! Iedereen weet dat het geen betekenisverschil heeft! Kleuter! 

De laatste maanden worden deze gedachten erger en erger! Ik wordt er gek van! Ik ben ook gek! Een gek! Ik kan niks. Maar ook echt niks. Ik lig dagen in mijn bed. Denken of niet denken. Ik denk negatief, of ik voel me leeg. Compleet geen gevoel. Het is alsof niks meer leuk is. Ik niks meer kan. 

Waarom ben ik hier nog?!, schreeuw ik. In mijn hoofd. De plek waar tegenwoordig toch alles al gebeurd. Mam is een paar keer binnen geweest, maar ik wil niet uit bed. Ik wil niet weg. Soms ga ik naar school, maar ik wil ook daar weg. De mensen die er zijn, ik wil ze niet zien. Al helemaal Kim niet. Elke les waar hij stage is spijbel ik. Ik denk dat het uit gaat komen, want ik kan vast ook niet spijbelen, maar het maakt me niks meer uit. Ik ben toch al waardeloos. 

Een watje. Een mietje. Een slons, want ik weet niet eens meer wanneer ik voor het laatst een echte goede douche heb gehad. Een vieze homo, nu dus ook letterlijk. Daar denk ik ook steeds aan, elke keer opnieuw. Moet ik het Jack vertellen, maar steeds sneller kom ik op het antwoord nee. Hij is toch super vaak weg. Geen idee waar, maar vast met vrienden. Ik spreek hem minder. Steeds minder. We groeien uit elkaar, dus wat heb ik er nu nog aan dit aan hem te vertellen? Hij is wel de laatste persoon waar ik nu wat aan heb... Nou oké, eigenlijk heb ik aan niemand iets. Zelfs niet aan mezelf.

Het is alweer tien uur en ik lig al drie uur lang opgekruld in bed. Diep onder de dekens. Een beetje gerommel komt van Jack zijn kamer. Verder is het stil in huis, want pap en mam zijn weg. Ineens hoor ik een knal. Niet een kleine, maar een ontzettend harde knal. Uit de kamer van Jack.

Zonder dat ik het van mezelf had verwacht - ik verwacht niks van mezelf tegenwoordig en dit al helemaal niet, maar dat is bijzaak nu - ren ik naar de kamer van Jack. De deur is op slot, net als altijd, maar ik weet een truc hoe ik hem open kan krijgen. Het gleufje van het draaislot aan de buienkant staat horizontaal, waardoor je ziet dat het op slot is. Ik steek er een twee-euromunt in, zo kan ik het slot open draaien. Daar kwam ik twee jaar geleden achter toen ik me verveelde, nooit heeft iemand het ontdekt. 

Ik schrik me dood als ik de deur open heb. Wat de knal veroorzaakte is gelijk duidelijk.


-

lekker lang, want dat van vorige week zondag heb ik er ff bij gedaan!
die hadden jullie nog tegoed!
ik weer met mijn tijdsprongen en cliffhangers... sorry
oké, ik wil jullie theorieën wel eens horen...
wat was de knal?

Only One Person To Trust [Dutch 3/3]Where stories live. Discover now