Hoofdstuk 27: Hook

56 6 3
                                    

Aangekomen in Neverland zoekt Peter de verloren jongens. "Pan!", wordt er opeens achter zijn rug geroept. Peter draait zich om en ziet Felix. "Waar ben je al die tijd geweest?", zegt Felix met zijn armen over elkaar. "Ik moest wat afhandelen in de mensenwereld", liegt Peter. "En dat duurde een hele nacht en een hele ochtend?" "Ja. Sommige dingen duren nou eenmaal langer dan verwacht", zegt Peter. Felix gelooft hem niet helemaal.  "Je was laatst ook al lang weg. Pan, mij kun je alles vertellen", zegt Felix ietsje te gevoelig. "Ik heb je niet meer of minder dan de waarheid verteld!", zegt Peter geïrriteerd. "Nou... Waar zijn de jongens?", zegt Peter die geen zin heeft om het hier verder over te hebben. "Ze zijn aan het zwemmen daar bij Skullrock in de buurt." Peter loopt weg, naar Skullrock toe.

"Zozo... Jullie dachten zeker zodra ik weg ben, dat jullie kunnen gaan zwemmen?", vraagt Peter. Iedereen schrikt van Peter. Ze dachten dat hij nog een tijdje zou wegblijven, maar nee dus. Peter trekt zijn T-shirt uit en loopt richting het water. "En zonder mij nog wel", zegt hij en schudt zijn hoofd. De verloren jongens kijken elkaar raar aan. Wat is er gebeurd met hem? Peter voelde zich, ondanks het gesprek met Felix, blij. Blij, omdat er iemand was die Peter waardeerde, ook al weet zij niet alles over hem. Hij heeft constant de dwang om bij haar te zijn. Maar Peter voelde zich ook ongemakkelijk en anders. Het was onnatuurlijk voor hem om zich zo te voelen, allemaal alleen door een doodnormaal meisje. Ook al wilde Peter bij haar zijn, hij moest een manier vinden om dit gevoel onder controle te houden. Het zou hem alleen maar zwakker maken.

Na een tijdje zwemmen, gingen ze uit het water. Ze trokken hun droge kleren weer aan zodra ze opgedroogd waren. Allemaal liggen ze op het strand te staren naar de hemelblauwe lucht. Er zijn maar weinig wolken en de wolken die er zijn, zijn spierwit. Iedereen is stil en waarschijnlijk uitgeput door het zwemmen. Maar de stilte wordt al snel onderbroken door iets dat komt aanvaren. Het is een kleine sloep waarin twee mannen zich bevinden. De ene heeft een grote rode hoed met enorme veren op en een lange nette jas aan. De andere, een wat kleinere en dikkere man, draagt een blauw gestreept T-shirt en een rood mutsje. "Zo, zo... Wat hebben wij hier?", zegt de man met de grote hoed terwijl hij nonchalant met zijn pistool zwaait. Peter staat op en loopt naar hem toe. "James Hook", zegt Peter zo zacht dat niemand hem hoort. Waarmee kom je ons nu weer lastigvallen?", zegt Felix tegen de twee mannen, maar Peter maakt een gebaar waardoor hij zich koest houdt. "Ik ben hier niet gekomen om jullie lastig te vallen, maar alleen om jullie leider wat vragen te stellen," zegt de man met de lange jas, James Hook. "Smee!", roept Hook plots waardoor iedereen schrikt en zelfs de kleinere man naast hem, Smee. Smee haalt papier tevoorschijn en geeft het aan Hook. "Dank je", zegt Hook zacht. "Pan, ik wed dat je dit gesprek liever onder vier ogen zou willen voeren", zegt Hook. Hij beweegt zijn hand heen en weer waardoor Peter naar hem toe loopt en alle anderen afstand nemen.

"Vraag maar raak," zegt Peter met zijn armen over elkaar, terwijl hij met zijn ogen rolt.

Hook schraapt zijn keel en leest kort het papier door wat hij had gekregen van zijn hulpje, Smee. "Wij, alle piraten, hebben gemerkt dat je een tijdje bent weggeweest."

"Hebben jullie me gemist?", vraagt Peter brutaal en met een grijns op zijn gezicht.

"Wat had je te zoeken in de mensenwereld, Pan?"

"Waarom zou ik jou dat vertellen?"

"Omdat ik iets heb dat aan jou toebehoort..."

A different Pan story...Where stories live. Discover now