Hoofdstuk 29.

371 24 3
                                    

Joy

Ik word meegesleurd. Door mensen die ik helemaal niet ken. Wat gaat er gebeuren? Wat is dit allemaal? Ik bekijk de man die me meeneemt. Het witte logo op zijn borst is een havik. Ik heb het wel eens gezien, maar waar? Ik zie mensen vechten en slaan. Overal geweld. Ik heb het gevoel alsof alles slowmotion gaat.

'Joy!' Een bekende stem hoor ik ver achter me. Ik draai me om en tranen schieten meteen in m'n ogen. Hij komt op me afrennen en omhelst me. 'Logan.' Zeg ik. 'Joy.' Fluistert hij. 'Kom mee, kinderen.' Hoor ik de man zeggen. 'Hij is te vertrouwen Joy, het is een reddingsteam!' Opluchting stroomt door mijn lichaam. We zijn gered. Ik ren met de man mee, richting de uitgang.

Wanneer ik buiten sta, zie ik Samuel en Matthew staan. Ik ren op ze af en knuffel ze stevig. De tranen stromen over mijn wangen. Ongelofelijk. Hoe kon dit allemaal ineens zo snel gebeuren? 'Jongens, we zijn gered.' Hoor ik Matthew zeggen. We lachen en juichen allemaal.

'Joy, Samuel..' Hoor ik achter me. Ik draai me om en zie een lange man in een wit pak. Ik kan niet geloven wie erin zit.. 'Pap.' Fluistert Samuel. Ik ren op hem af. Het maakt me nu niet meer uit of hij ons heeft verlaten of niet. Hij is er nu. Wanneer ik hem het hardst nodig heb. 'Ik heb je gemist.' Hoor ik hem fluisteren. Ik maak me los uit de omhelzing en kijk Samuel aan. Tranen rollen over zijn wangen. Hij rent op mijn vader af en omhelst hem stevig. 'Kom mee jongens.' Hoor ik mijn vader zeggen.

'Wacht!' Matthew rent richting de opening van het gebouw en neemt iemand in zijn armen. Nikita. Glimlachend kijken we naar het beeld. We waren compleet.

'Sinds wanneer heb je al... Dit?' Vraagt Samuel aan mijn vader. We zitten in een vliegtuig. Een privé vliegtuig om precies te zijn. Zenuwachtig zit ik in een comfortabele stoel. Dit is de eerste keer in weet ik veel hoe lang dat ik in een vliegtuig zit. En de laatste keer was een ongeluk. Dus zo comfortabel zit ik niet. 'Hoe lang zijn we eigenlijk weggeweest?' Vraag ik. 'Ongeveer 4 maanden.' Zo kort? Het voelt alsof ik er 3 jaa heb gezeten. 'Het spijt me van mam..' Zeg ik. Samuel zakt zijn hoofd en papa kijkt verbaasd. 'Het is verdrietig, dat je moeder het leven niet is gegund.' Tijdje is het stil. 'Maar sinds wanneer heb je dit alles?' Onderbreekt Samuel. 'Toen ik was gestopt met drugs, ging ik werken in dit bedrijf als bewaker. Maar de arme man was gestorven en alles werd aan mij overgedragen.' Ik knik. 'Ik ben blij dat je bent gekomen pap.' Zeg ik. Hij glimlacht en neemt mijn hand en die van Samuel. 'Ik hou van jullie.'

Logan

Ik bekijk het vliegtuig. Bijna alles was wit. De stoelen, de muur, de vloer. Ongelofelijk dat dit van haar vader is.

Maar hoe gaan we verder? Ik ben wees nu. Waar moet ik heen? Waar gaan de rest heen? Ik heb nooit nagedacht wat ik na dit avontuur zou gaan doen. Omdat we toch nooit dachten dat we überhaupt weg kwamen. Dus wat ga ik doen? Ik ga sowieso door met Joy. Ik wil mijn leven met haar doorgaan. Als we samen nou een huis kopen? Zouden we daar geld voor hebben?
'Waar zit je over te piekeren?' Hoor ik Matthew onderbreken. 'Gewoon.' Ik zie hem rollen met z'n ogen en lacht. 'Leg me uit, we zijn toch beste vrienden!' Ik lachte en keek hem aan. 'Wat ga jij doen, als we thuis zijn?' Ik hoor hem diep inademen en uitblazen. 'Wat moeilijk.' Ik legt zijn vingers tegen zijn kin en denkt na. 'Verder met Samuel.' Ik schrik als hij dat zegt. 'Wat bedoel je?' Ik ga op het puntje van m'n stoel zitten en kijk hem glimlachend aan. 'Ik ben homo.' Zegt hij. Trots kijkt hij me aan. 'Ben ik de eerste aan wie je het verteld?' Hij knikt. 'Ik ben trots op je, dat je het me heb verteld.' Hij glimlacht en opent zijn armen. Ik knuffel hem stevig. Ik ben echt trots op hem.

Het vliegtuig land en we stappen naar buiten. Vertrouwd land. Geen bomen. Geen planten. Mensen staan met camera's en microfoons achter een hek. Flitsen komen van alle kanten. Journalisten doen hun praatje in de camera en fotografen gaan helemaal los. 'Zijn we beroemd of zo?' Hoor ik Matthew grappen. 'Blijkbaar.' Ik zie Nikita zwaaien naar de mensen.

Ik omhels Joy, die me een kus geeft. 'Ik hou van je.' Zegt ze. 'Ik hou ook van jou.'

Het avontuur, die was voorbij. 


Omggggg, dit is gelukkig nog niet het einde. Er zal nog één hoofdstuk komen. Hij zal morgen online komen!

Xx

SurvivorsWhere stories live. Discover now