Hoofdstuk 3.

1.1K 62 12
                                    

Ik word wakker en ga rechtop zitten. Het was pikdonker, op het kleine vuurtje na. Ik hoor gesnik en zoek om me heen waar het vandaan komt. Ik loop richting het geluid en zie Logan tegen een boom zitten. 'Alles goed?' Hij schrok van me, 'Het spijt me, ik wilde je niet laten schrikken.' Hij zwijgt en kijkt naar zijn schoenen. 'Is dat plekje vrij?' Lacht ik hem toe en wijs naar de plek naast hem. Hij knikt kort. Ik zet mezelf naast hem neer en kijk hem bezorgd aan. 'Wil je het kwijt of..?' Hij reageert fel terug, 'Nee, ik ben geen klein kind.' Mijn mond maakt een 'o' vorm. Ik zie hem snel zijn tranen wegvegen en zuchtte bibberig. De stilte was ongemakkelijk, maar ik wist niks te zeggen. Blijkbaar alles wat ik doe of zeg is voor hem fout. Ik keek naar de lucht, die gevuld was met sterren. Ik concentreerde op alle dierengeluiden die om me heen te horen waren. Zo bleef ik nog een tijdje zitten, met gesloten ogen.

Een kriebelend gevoel ging over mijn arm. Kalm open ik mijn ogen en bekijk mijn arm. In paniek spring ik op en probeer de grote spin van me af te schudden. 'Gadver, gadver, gadver.' Ik spring nog wat rond en merk dat de spin er van af is gevallen. Ik zie Logan lachend naar me kijken en langzaam worden m'n wangen rood. 'Sorry, er zat een spin op m'n arm.' Beschamend keek ik hem aan. 'Ik dacht al zoiets.' Zijn lach verdwijnt langzaam. Ik vraag me zo af wat er met hem is. Natuurlijk was de crash niet leuk, maar ik zit toch ook niet iedereen af te katten? Maar nu lijkt hij veel aardiger, ik wou dat hij vaker zo kon doen. 'Het spijt me dat ik zo doe..' Zijn stem klinkt opnieuw bibberig, hij huilt. Alsof hij mijn gedachte kan lezen. 'Het geeft niet. Iedereen pakt dit anders aan.' Hij kijkt me dankbaar aan. 'Ik ben allebei mijn ouders kwijt, samen met m'n kleine..' Zijn stem sterft weg en hij snikt. 'Hé..' Ik aai hem over zijn rug en troost hem. 'M'n kleine zusje..' Vult hij aan. Tranen staan ook in mijn ogen. 'Het spijt me, Logan.' Hij zakt wat onderuit en legt zijn hoofd op mijn schouder. Het was raar dat hij dit deed, omdat we elkaar net kennen. Maar stiekem voelde het goed. Een band opbouwen met hem en hij had een vriend nodig.. 'Joy?' 'Ja?'
'Denk je dat we ooit naar huis gaan?' Die vraag kwam hard binnen. Ik wilde 'Natuurlijk, alles komt goed.' reageren, maar ik kon hem dat niet beloven.. Ik wilde met heel mijn hart uit dit grote oerwoud, maar hoe komen we ooit thuis.. 'Ik weet het niet, laten we maar hoop houden.' Hij knikt instemmend en legt zijn hoofd terug op mijn schouder. Zo vallen we samen in slaap..

'Opstaan, tortelduifjes! Veel werk te doen vandaag!' Jonathan tikt me aan en ik geef een irritatie kreun. Hij lacht en port verder in mijn buik. 'Jaja, ik ben al wakker.' Zeg ik geïrriteerd. Ik merk dat Logan al opstaat en snel wegloopt. Heb ik iets verkeerds gedaan?
Ik sta ook op en loop richting de groep, die druk aan het praten zijn. 'Hé, is er iets?' 'Joy, we gaan van alles bouwen enzo!' Matthew kijkt me vrolijk aan. 'Oh, zoals?' 'Een hut, we hebben wel genoeg op de grond geslapen, en nog meer dingen om te overleven.' Zegt Jonathan. 'Oke, als ik nou spullen ga zoeken en nog delen van het vliegtuig, beginnen jullie aan de hut?' Iedereen stemt in en ik begin te lopen. 'Joy, wacht even!' Matthew komt gehaast naar me toe. Ik geef hem een glimlach en hij lacht terug.
Na een tijdje lopen nemen we een korte pauze. We zijn allebei bezweet en dragen zware spullen bij.
'Maar even over jou en Logan he..' begint hij lachend. Ik zie al waar dit heen gaat.. 'Wat is ermee?' Zeg ik plagend. 'Jullie zijn samen in slaap gevallen, dan moet er wel iets gebeurd zijn.' Hij knipoogt naar me en ik schater het uit. 'Natuurlijk niet! Ben je gek!'
'Dus geen klein kusje ofzo?' Hij krijgt en grote grijns op z'n gezicht. 'Nee, en haal die grijns van je gezicht jongeman.' Zeg ik streng, maar lach daarna hard.
Ik rits mijn rugzak open en pak het flesje water eruit, neem een grote slok en geef het door aan Matthew. 'Zullen we weer verder, Joytje?' Ik moest nog harder lachen om de manier hij mij noemt. 'Natuurlijk Matthie.' Hij grinnikt en we lopen verder het oerwoud in.

Na, ik denk een anderhalf uur gelopen te hebben, vonden we eindelijk een deel van het vliegtuig. 'Joy, dit is het deel waar alle koffers in gaan!' Matthew kijkt me aan en blood zijn tanden. We rennen richting alle koffers die open zijn en pakken alles wat handig is. Kleding, eten, schoenen, dekens en nog een paar dingetjes.

Met volle koffers lopen we terug. We zingen wat liedjes, om de stiltes te vermijden, maar ook omdat het leuk is.

Ik voel hoe ik ineens naar achtere word getrokken en Matthew word onderuit gehaald. Ik sla en schop om me heen, proberend om de persoon te raken. Maar ik maak geen kans..

-
Ik ga waarschijnlijk vanaf nu bijna elke dag een hoofdstuk plaatsen. Ik loop heel erg vooruit, k ben al klaar met hoofdstuk 6 schrijven :p . dus waarschijnlijk de komende dag komen er hoofdstukken op
x
Suus

SurvivorsWhere stories live. Discover now