Hoofdstuk 11.

823 48 3
                                    

Samuel (!!!)

Rillend loop ik door het donkere oerwoud, met geen hand voor ogen te zien. Ik ben al dagen onderweg zonder eten, maar wel met overvloed aan drinken. Klimmen in bomen was ik niet goed in en dieren dood maken al helemaal niet. Ik voelde me slap, niet alleen door de honger, maar ik was helemaal alleen. Dus ik kan door alles en iedereen worden aangevallen.

Ik vraag me af of anderen het ook hebben overleefd. Ik hoor wel eens mensen gillen, maar misschien is dat gewoon door het gebrek aan eten. Of gewoon hallucinaties of zo. Ik mis mijn familie, ook mijn vader. Maar Joy en mama het meest.

Toen we waren neer gestort, zag ik mama liggen.. Levenloos. Het leek alsof ze sliep en elk moment wakker kon worden, maar dat kon niet meer gebeuren. Ik span mijn kaken aan om de tranen binnen te houden. Ik heb wel genoeg gehuild deze tijd.

Ik knal hard tegen een muur aan, wat me gelijk uit mijn gedachtes slaat. Ik krabbel van de grond af en begin de muur te voelen. Het leek wel hout wat op elkaar was gestapeld. Ik voelde langs de muren, totdat ik in een gat viel, wat leek op een deur. Een huisje.. Dus er zijn wel mensen! Ik voel om me heen en merk dat er veel spullen in staan. Ik voel een klein doosje en schud er hevig mee. Lucifers! Snel pak ik er één uit het doosje en ga langs de zijkant. Mislukt. De 2e, mislukt. 'Verdomme.' Ik erger me extreem aan kleine dingetjes. De derde, gelukt! Met het kleine vuurtje zoek ik naar iets waarmee ik vuur kan maken. Uiteindelijk vond ik een kapot shirt. Het huisje werd verlicht en ik kon alles zien. 6 bedden, dus waarschijnlijk 6 personen die het hebben overleefd. Kleding lag verspreid in het huisje, maar iets viel me op. Een grote blauwe rechthoek. Een koffer? Ik kruip er naar toe en herken het meteen. Dit is Joy haar koffer.. Zou ze dan.. Ik open de koffer gehaast en doorzoek het. Onderop lag een zwart boekje wat ik niet herkende. Ik opende het gelijk.

Ik mis mama en Samuel. Ik zal jullie vinden, dat weet ik zeker.

Staat op de eerste bladzijde. Tranen vullen m'n ogen als ik weer aan mama denk. Ik blader door, maar dat was het.. Afgescheurde blaadjes en lege blaadjes is het enige wat er nog in zit. Snel zoek ik een pen en schrijf erin:

Ik zal je vinden Joy, ik hou van je.

Ik leg het boekje boven op de koffer en ga terug bij het vuur zitten. Langzaam sluit ik mijn ogen en val ik in slaap..


Logan

'Logan.' Ik draai me om en zie dat Jonathan me roept. Ik loop naar hem toe en hij vraagt of ik mee wil lopen. We lopen weg van de groep en Jonathan begint, 'Ik maak me een beetje zorgen over Joy,' Hij draait zich om naar mij en kijkt me strak aan. 'Ik zie Joy als mijn eigen dochter en ik geef veel om haar. Maar ze is zichzelf niet meer door iets.. Zou jij kunnen weten waardoor?' Ik denk gelijk terug aan de kus en dat ik haar zo had afgewezen. Zou ze daardoor zijn veranderd? 'Nee, ik heb geen idee..' Zeg ik snel. 'Ik wil je om een gunst vragen. Zou jij met haar iets leuks willen gaan doen? Niet dat er veel te doen is, maar jij kan wel iets verzinnen. Je bent een slimme jongen.' Hij geeft me een klop op m'n schouder en ik knik. Hij loopt terug richting de groep en laat me alleen.

Wat moet ik nou doen met Joy, hier? Ik bedacht om even rond te kijken, om misschien op ideeën te komen.

Dus na denk ik 10 minuten hebben gelopen, had ik nog niks gevonden. Ik werd een beetje moe en ging zitten. Ik sloot mijn ogen en genoot van de zon die brandde op mijn huid. Van alle kanten hoorde je vogels sjirpen. Verder op hoorde ik water stromen.. Water? Ik stond op en liep op het geluid af. Ik duwde wat struiken opzij en zag een enorme waterval. Ik stond met open mond te kijken. Ik kan hier misschien zwemmen met Joy. Dat zal d'r waarschijnlijk wel opvrolijken.
Snel rende ik terug en liep naar Joy. 'Hé, ik wil je iets laten zien.' Ze keek me verbaasd aan. 'Wat dan?'
'Dat zie je zo wel.' Ik trek haar van de grond af en loop terug naar de waterval.

'Wow.' Zei ze, toen ik de stromende waterval liet zien. 'We gaan zwemmen, kom.' Ik loop richting het water en trek mijn shirt uit. Ik keek naar Joy, die me twijfelend aankijk. 'Kom, het word super leuk!' Probeer ik haar over te halen, wat gelukkig werkt. Ze trekt haar shirt uit, waardoor haar sportBh zichtbaar word. Ik voel dat ik rood word en spring in het water, wat mijn warme huid liet afkoelen. Joy zakt in het water. 'Het is super koud.' Lacht ze bibberend. Ik moet hard lachen. 'Stop met lachen!' Zegt ze plagend. 'Zorg maar dat ik stop.' Daag ik haar uit. Ze stapt op me af en struikelt in het water. Ik kon haar net opvangen en til d'r op. Ik kijk recht in haar bruine ogen, die weer met blijdschap staan..

Samuel leeft! Yay. Ik wil hoofdstuk 12 dit weekend proberen te plaatsen, maar ik weet niet zeker of dat gaat lukken. Maar komt goed!

Xx

SurvivorsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu