Hoofdstuk 22.

587 28 14
                                    

Matthew

Ik bekijk hoe Samuel vredig ligt te slapen. Een tijdje geleden waren Jonathan en Joy ergens heen gegaan, maar ik lig iets te ver om te horen waar ze heen gingen. Ik hoor hoe Samuel diep zucht en rechtop gaat zitten. 'Hé.' Fluister ik. Hij lijkt te schrikken en kijkt me aan. 'Waarom ben je nog wakker?' Fluistert hij terug. 'Kon niet slapen. Waarom werd je wakker?' Hij haalt zijn schouders op en kruipt naast me. 'Samuel?' Hij kijkt om. 'Die dag, dat we elkaar vonden..' Hij knikt. 'Waarom vertrouwde je me, dat je mee rende?' Hij glimlacht. 'Ik denk dat jij ook wel zou mee rennen als je een jongen met een meisje ziet wegrennen van iets. Ik zou dan niet doorlopen.' Ik lach om zijn antwoord. 'Das waar.'

Een tijdje was het ongemakkelijk stil. Ik wist niet wat ik moest zeggen, of doen.. 'Hé, Matthew?' Ik draai mijn hoofd terug naar Samuel, die mij ook aankijkt. 'Ik ben blij dat ik je tegen kwam, die dag.' Hij glimlachte lief naar me. Dit was de kans, ik liet hem niet gaan.

Ik buig mezelf voorover en plant mijn lippen op die van hem. Ik was al klaar voor het geduw en de vragen, maar die kwamen niet..  Hij zoende me terug. Ik leg mijn hand in zijn nek en schuif mezelf dichter tegen hem aan. Zijn ene hand ging door mijn haar en de andere lag op mijn been. Ik glimlachte tegen zijn mond aan en hij stopte de zoen en keek me aan. Zijn blik was verbaasd. 'Heb je er spijt van?' Is het eerste wat ik vraag. Ik weet zeker dat dit zijn eerste keer was dat hij met een jongen zoende, mijne niet. Hij schud zacht zijn hoofd, wat de glimlacht terug  bracht op mijn gezicht. 'Mooi.' Ik ga verder met de zoen, maar stop wanneer we een harde gil horen. Verbaasd kijk ik om me heen en zie Samuel die me verbaasd aankijkt. 'Kom, we gaan kijken!' Zegt hij en staat op. Ik ren achter hem aan. We rennen op het geluid af. Ik bots tegen Samuel aan, die ineens stilstaat. Ik moet langs hem kijken, want hij is minstens een kop groter dan mij. Ik zie hoe Joy voorovergebogen bij Jonathan zit, die op de grond ligt. 'Joy!' Samuel rent op haar af en gaat naast d'r zitten. Ik durf niet dichterbij te komen, door het beeld van de levenloze Jonathan. Ik leg mijn hand voor mijn mond, die wijd open staat. De tranen vallen langs mijn wang en ik draai me om. Ik kan dit niet aanzien.

Joy haar gil galmt door mijn hoofd. Ik kan het niet geloven. Jonathan, die een uurtje geleden nog vrolijk zat te lachen, nu dood is. Ik voel grote handen op mijn schouders, die mij omdraaide. Ik keek Samuel aan, die me terug aankeek. Zijn ogen waren niet betraand als de mijne. Joy komt naast ons staan. Haar ogen waren net zo betraand als de mijne. Ik trek haar in een knuffel. Ze snikt tegen mijn schouder aan. 'Hij verdiende dit niet.' Haar gedempte stem klink gebroken. 'Ik weet het.' Ik probeer mijn stem niet te laten trillen. Ik zie Samuel weglopen, waarna ik en Joy achter hem aanlopen.

Ze ligt vredig in mijn armen te slapen, haar borst gaat langzaam omhoog en omlaag. Het liefst wou ik nu gewoon bij Samuel liggen, maar Katherine troost hem al. Ik wil niet meer aan Jonathan denken, mijn hoofd spat dan uit elkaar. Katherine aait over zijn lichaam. Hij begint bij zijn hoofd, eindigt bij zijn pols en gaat weer terug. Het was geen plezier om er naar te kijken, maar toch kijk ik. Ze fluistert in zijn oor, waardoor zijn gezicht rood word. Rood als een tomaat. Haar hand aaide over zijn borst. Hij blijkt er van te genieten, dat zie je wel aan zijn broek. Mijn hoofd is waarschijnlijk net zo rood als die van hem. Hij weet nog duidelijk niet wat hij wilt. Ik laat Joy uit mijn armen glijden en loop weg. Ik hoor Samuel nog iets zeggen, maar dat hoef ik nu niet meer te weten. 

Na, denk ik, 5 minuten lopen, ga ik zitten. Ongelofelijk hoe hij me dat aan kon doen. Ik bedoel, hij kán er niks aan doen. Maar het is gewoon stom. Het voelt alsof je vriendje met iemand anders zoent. Alsof iemand je bedriegt. Ik hoor iemand in mijn richting lopen, maar ik blijf zitten. 'Psst, Matt?' Ik herken Samuel zijn gefluister. 'Ga weg.' Mijn stem was schoor geworden, maar nog wel hoorbaar. 'Hé, het spijt me. Het was niet zo bedoelt.' Ik moest lachen om zijn excuses. 'Hoe bedoelde je het dan wel?' Hij zei niks. 'Wat zei ze dan.' Hij reageert niet. 'Samuel, wat zei ze dan?!'


Ugh, ik heb morgen een boekpromotie. Heeft iemand tips voor me ;p?

Xx

SurvivorsWhere stories live. Discover now