Hoofdstuk 4.

968 63 7
                                    

Vieze klootzak, laat me los!' Schreeuw ik hard. Ik word op de grond gegooid en beland naast Matthew die angstig naar de man keek. Ik probeerde zijn gezicht te bekijken, maar de zon scheen te fel waardoor de man een zwarte gedaante leek. 'Wie zijn jullie?!' Gilde hij boos. Ik zag nu pas dat hij een pistool op ons gericht had. Had hij dat meegesmokkeld? 'Laat ons alstublieft gaan, we komen hier niet meer. Alstublieft.' Jammert Matthew. De man bukt voorover en zet zijn pistool tegen Matthew zijn hoofd, die nog harder begint te huilen. Eindelijk kon ik de man z'n gezicht zien. Hij leek nog heel jong. Er zat een piercing net boven zijn wenkbrauw en hij had ronde zwarte oorbellen in. Hij had een stoppelbaard en een tatoeage dat over zijn nek ging, richting zijn borstkas. Zijn haar zat in de gel, wat naar achteren lag. Hij had veel spieren. Tatoeages vormen om zijn spieren heen, tot zijn handen. Hij zag er zo gevaarlijk uit. Niet iemand waar je ruzie mee wilde. Maar ik herkende hem wel.. 'Ik vraag het voor de laatste keer; Wie zijn jullie en wat komen jullie doen?!' Hij schreeuwde hard, daarbij wat spuug verloor wat op mijn kleren belande. 'Ik ben Joy, we kwamen hier om wat spullen en eten te zoeken. We wonen samen met nog wat mensen hier verderop.' Zeg ik zo boos mogelijk, maat natuurlijk was ik bang als een konijn. Zijn gezichtsuitdrukking veranderd. 'Anderen?' Hij haalt het pistool weg van Matthew en stopt hem in zijn zak. 'Ja, nog 3 anderen.'
'Leidt me naar hun.' Snel stond ik op en geef Matthew mijn hand. Matthew liep voorop, ik liep in het midden en de man sloot de rij. Hij bleef me maar duwen, zodat ik bijna tegen Matthew viel en we snellen begonnen te lopen. Ik voelde me een gevangene, die richting de cel word gebracht. Hopelijk kon Jonathan iets doen tegen deze man, maar ik moet hem waarschuwen voor zijn pistool.

Na een tijdje lopen komen we eindelijk aan. Ik stap opzij en laat het zien. Jonathan en Katherine zijn druk bezig met de hut. 'Kathe..' Zijn stem sterft weg en loopt langzaam richting Katherine, die nog helemaal niks doorheeft en druk doodblijft gaan met bouwen. Hij tikt op haar schouder en ze kijkt verbaasd op. Tranen rollen over haar wangen. 'Jack!' Roept ze en omhelst hem stevig. "Jack" omhelst haar terug en ze lachen naar elkaar. Ik sta wat ongemakkelijk naast Matthew en we kijken elkaar verbaasd aan. 'Jongens, dit is m'n broer!' Roept ze blij. Mijn ogen worden groot. 'Wat leuk..' Hoor ik Matthew mompelen. 'Leuk je in de groep te hebben man.' Jonathan geeft hem een stevige hand en gaat dan verder aan de grote hut. Echt ongelofelijk, hoe kan die man haar broer zijn? Ze zijn totáál verschillend. Katherine is zo lief en onschuldig, terwijl hij zo iemand kan neerschieten zonder er om te geven. Matthew loopt boos weg en ik loop richting Jonathan.
'Hé, Joy. Nog iets gevonden?' Ik geef de grote koffer aan vol met spullen. Hij kijkt me trots aan en legt zijn hand op mijn schouder. 'Waar is Logan?' Vraag ik. 'Hij is bij het vijvertje, zichzelf schoonmaken.' 'Oke, dankjewel.'

Ik loop richting het vijvertje, waar Logan aan de rand zit, alleen met een onderbroek aan. Ik blijf op afstand stilstaan. Moet ik wel dichterbij komen? Aangezien hij half naakt is..
'Hé.' Hij draait zich om en kijkt me aan. Zijn wangen worden langzaam rood en hij draait zich snel om. 'Is het water lekker?' Vraag ik, om de ongemakkelijke situatie te vergeten. 'Ja, heerlijk. Moet je is een keer proberen.' Zeg hij zacht. Ik besluit om naast hem te gaan zitten. Ik kijk hem lachend aan, maar hij kijkt, nog steeds met een rood gezicht, naar voren. Ik bekijk stiekem zijn lichaam. Zijn buik was gespierd, net als zijn armen.
'Zou er ergens dieper water zijn denk je? Zoals een meer ofzo?' Vraag ik.
'Geen idee, zoeken?' Hij lacht naar me. Ik knik en we lopen samen door het oerwoud.

Uiteindelijk hadden we niks gevonden en liepen we maar terug naar de hut. Als we aankomen schrik ik van wat er gebeurd. Matthew duwt Jack hard, waardoor Jack zijn pistool weer tevoorschijn haalt. 'Hij hoort hier godverdomme niet!' Roept Matthew boos. Ik ren naar Matthew en ga voor hem staan. 'Matthew, rustig. Trek je niks aan van hem.' Ik kijk boos richting Jack die zijn pistool niet meer heeft gericht. Katherine kijkt geshockt naar Jack. Jonathan loopt richting Matthew en neemt hem mee de hut in, die onderhand al af is.
Logan gaat boos voor Jack staan, iets te dichtbij. 'Als je nog één keer aan hem zit, sla ik je dood.' Hij spuugt de woorden uit en Jack grijnst alleen maar. Ik loop samen met Logan in de hut en laten Katherine en Jack achter.



SurvivorsМесто, где живут истории. Откройте их для себя