H.21

472 40 5
                                    

Maaike pov.

'Luister, we weten dat Sophie een geestenwandelaar is en dat ze nu middenin haar First zit en dat Seff bij haar is en ook uit zijn lichaam is.' Ik vind het nog steeds eng dat hij precies weet wat er aan de hand is... 'Ik denk dat we Sophie weer terug kunnen ha-' 'Wohohohohow makker, niet zo snel jij.' Onderbreek ik hem. 'Sophie en Seff komen allebei weer terug in hun lichaam en dat heeft gewoon tijd nodig. Het zijn geestenwandelaars, die horen dat te doen en ze komen ook altijd weer in hun lichaam terug alleen duurt dat gewoon een tijdje.' 'Dus hun leven is helemaal niet in gevaar?' 'Dát heb ik nooit gezegd.' 'Hè?' 'Ze komen uit zichzelf terug in hun lichaam maar terwijl ze zo zijn, kunnen ze makkelijk gedood worden.' 'Wie zou ze dood willen hebben dan?' 'BENWARS!' brult een roodharige jongen keihard terwijl hij de deur opensmijt. 'WAT?! VERGRENDEL DE DEUR, SLUIT DE RAMEN EN LAAT JE FACKING GEZICHT NIET ZIEN!' brult Max hard en duidelijk kwaad. Wat hebben ze gedaan om die.... Benwars... zo pissig te krijgen? 'Max, ze komen voor haar.' 'Dat weet ik en dat is dus ook het probleem. We moeten haar beschermen anders hebben we misschien een probleempje.' Wie is haar? Bedoelen ze mij? Als ze mij bedoelen, wat moeten Benwars in vredesnaam met mij? Ik ben toch maar een Omega! Ik heb technisch gezien geen waarde. Er word op de deur gebeukt en voor ik ook maar twee keer met mijn ogen kan knipperen staat er een gigantische kast voor die waarschijnlijk loodzwaar is. 'Maaike, misschien is het het beste als je je weer veranderd. Zodra ze binnen zijn gekomen open ik je kooi en ren je zo hard als je kunt weg. Ze mogen je niet te pakken krijgen, hoor je me? Laat ze je niet pakken.' Zegt Max doordringend en ik kan niks anders dan knikken. Vlug ga ik in positie zitten en laat het vertrouwde gevoel van mijn botten die op hun andere plek worden gezet alles buiten sluiten. Binnen no time ben ik mijn vertrouwde wolf en schud ik de deken van me af. Ik kijk naar de drie vampiers die zich haast verdedigend om mijn kooi heen hebben verzameld. Waarom zouden ze in vredesnaam een weerwolf beschermen? "Vanwege Sophie natuurlijk! Jij bent hun beste aanwijzing naar haar." Zegt Daphne in mijn hoofd. 'Natuurlijk, hoe kon ik dat vergeten.... Wacht eens.... Dat is wat de Benwars van mij willen! Sophie is een geestenwandelaar en Benwars zijn hun gezworen vijand! Die Benwars willen via mij, Sophie vinden om haar te vermoorden!' "Dan word het tijd om hun plannetje te verdoezelen, vind je ook niet? Zodra die kooi open is, sprinten we weg maar we gaan niet naar Sophie. Laten we naar de Alpha gaan en vertellen wat er aan de hand is. Waarschijnlijk weet hij wel iets om dit op te lossen." 'Dat klinkt als een plan. Ons plan.' En met die woorden span ik mijn spieren aan om weg te rennen zodra mijn kooi open is. 'Hoe hebben ze ons eigenlijk kunnen vinden?' Ashton kreunt. 'Ik ben vergeten haar geurspoor uit te wissen.' 'Typisch iets voor jou.' Zegt de roodharige jongen hard. 'Michael, niet nu alsjeblieft. We moeten haar nu buiten hun bloeddorstige en hebberige klauwen houden.' Vlak nadat Max zijn zin heeft afgesloten, valt de kast om en breekt de deur open. Direct opent Max mijn kooi en ik ren eruit. "Tijd om te springen." Zegt Daphne strijdlustig. 'Raam?' "Raam." Snel spring ik door het raam terwijl ik glassplinters sneëen voel maken in mijn huid. Er stroomt bloed uit maar al snel voel ik ze helen, behalve de sneëen waar glas in zit maar dat komt later. Het allerbelangrijkste is nu om zo snel mogelijk bij onze Alpha te komen en hem alles uit te leggen. 'En waar denk jij heen te gaan, Maaike?' Klinkt er een onheilspellende stem niet zo ver achter me. Direct ren ik nog sneller maar het lijkt net alsof ik maar niet vooruit kom.... 'Ren zoveel je wilt, Maaike. Put jezelf maar uit, val maar in slaap, maar zodra je wakker word, ben ik er nog steeds en ik zal er altijd zijn tot je mijn vragen hebt beantwoord over ons lieve, kleine, "onschuldige" poppetje Sophie. Dus, wat zal het worden? Het me nu vertellen of morgen?' Plotseling sta ik rechtop, in mensenvorm, met kleding aan. Wat is er zo juist gebeurd? 'Of.' 'Hoe bedoel je 'of'?' 'Precies wat ik zeg: of. Ik kies voor of. Ik ga het je niet vandaag vertellen. Of morgen. Of ergens in de aankomende week. Of maand. Of jaar. Of jaren. Ik zal het je nooit vertellen, hoor je me, nooit!' Ik voel hoe de onheilspellende stem dichterbij komt en hoor hoe het zachtjes lacht. 'Maaike, Maaike, Maaike toch.... Je bent inderdaad een dom blondje, zoals ze alleen in Nederland hebben.' (Ik ben niet opzoek naar problemen of haat-reacties! Deze man/vrouw heeft gewoon iets tegen Nederlanders!) 'Ik ben geen Nederlander.' 'Dat weet ik, alleen je naam is Nederlands. Vernoemd naar je oma. Elk nieuw schooljaar met nieuwe leraren moeten de leraren leren hoe ze je naam nou eigenlijk uitspreken. Oh! En niet te vergeten al die irritante, nieuwe leerlingen die je naam ook niet kunnen uitspreken. Alleen dat ene meisje, Sophie, kon het direct. En ook alleen omdat ze uit Nederland kwam. Anders had je het haar ook moeten leren net zoals zij moest leren dat ze veel beter moet uitkijken op de fiets hier. Het is hier natuurlijk niet net zo veilig op de fiets als daar.' 'Je klinkt best wel als een stalker, weet je dat.' 'Ja, nou ja. Boeit me niet! Ik wil weten waar de Sophie en Seff zijn, monster.' 'Of anders?' Vraag ik uitdagend. 'Of anders?' Vraagt de onheilspelende stem schamper. 'Of anders?! Hoe dúrf je me dat te vragen?! Is het dan niet duidelijk dat ik je elk moment kan vermoorden?!' 'Als je dat echt zou willen, zou ik nu al dood zijn dus wat nou als jij me je gezicht eens toont en laat zien wie je nu echt bent?' 'Wacht dacht je van het antwoord: nee.' 'Had ik kunnen verwachten, maar ik kon het altijd proberen.' 'Moet je kijken wie er hier positief is!' 'Ach, hou je klep.' 'Niet zo brutaal, kleine opdonder.' 'Ik ben niet klein! Ik ben één meter zeventig hoor!' 'Klein dus.' Zegt de onheilspellende stem concluderend. Grommend van irritatie keer ik me naar de onheilspellende stem maar er is niemand te zien. 'Waar ben je?' 'Op een plek waar jij me niet kan zien.' Dat heb ik ook echt niet door, nee hoor, helemaal niet door gehad. Feel the sarcasm. 'Dus je bent zo laf om me via een soort toverspreuk gevangen te houden, via mij Sophie proberen te zoeken én je durft ook nog eens je gezicht niet te laten zien? La-af!' 'IK BEN NIET LAF, STOMME KUT HOND!' brult de onheilspellende stem hard voor er voor me een soort zwart mini-tornadootje ontstaat. Zodra de tornado weg is, staat er een jongen. Een jongen van twaalf met booskijkende ogen en een nors gezicht terwijl hij naar me op moet kijken om me aan te kijken. 'Nee toch? Ben je die onheilspellende stem?' Vraag ik half lachend. 'Ja en je kunt beter respect voor mij hebben want anders ben je nog niet jarig.' Jarig. Jarig... Waarom laat dat ook alweer een belletje rinkelen- SOPHIES VERJAARDAG! OH MIJN GOD, SOPHIE IS VOLGENDE WEEK JARIG EN IK HEB NOG NIKS VOORBEREID! Oké, adem in, adem uit. Zolang die irritante snotneus mijn tijd aan het verdoen is met bedreigingen mijn kant opsturen, kan ik mooi even bedenken hoe ik hem ga uitschakelen. 'Denk maar niet dat er een manier is om mij uit te schakelen, Maaike.' Onderbreekt de jongen hoofdschuddend mijn gedachtengang. 'Zeg, snotneus, donder op en laat me gaan voor ik echt boos word en je even een flink pak rammel ga verkopen.' 'Waarom noem je me een snotneus? Ik zei nog zo dat je respect voor mij moet hebben! Ik ben- oh. Laat maar, ik heb mijn kleine jongen-vermomming aan. Wacht even.' Om de jongen heen verschijnt weer een mini-tornade van zwarte rook en binnen een paar tellen staat er een jongen van, ik schat, rond de negentien. Als ik eerlijk ben, hij heeft de looks. Ravenzwarte haren, ijsblauwe ogen, scherpe jukbeenderen, rechte neus, opmerkelijk witte tanden en een gespierde borstkas. Het zou me niks verbazen als hij een sixpack zou hebben. 'Foto nodig?' Zegt de nu -helaas- grotere jongen grijnzend. 'Nee, die rotkop van jou zou ik overal wel herkennen.' De jongen schud afkeurend zijn hoofd. 'Maaike toch, dat is niet zo aardig.' 'Ik probeer ook niet aardig te zijn, sukkel.' 'Nou, nou, nou zeg. Je breekt mijn hart.' 'Alsof jij een hart hebt, sarcastische, emotieloze pummel!' 'Je word grover met de minuut, Maaike.' 'Nee, echt waar?' Zeg ik sarcastisch terwijl ik met mijn ogen rol. 'En hoe weet je mijn naam, klootzak?' 'Ik heb zo mijn bronnen. Die graag privé willen blijven.' 'Nou, hun privacy boeit me niet want ze hebben mijn privacy ook geschonden dus vertel op!' Snauw ik hem toe. 'Ik zeg lekker niks en nu ga jij mij vertellen waar Sophie is.' 'Nooit.'

Calum pov.

Kreunend open ik mijn ogen. Waar ben ik? Wat is er gebeurd? Waarom doet mijn rug zo fucked up veel pijn? Mijn hele lichaam eigenlijk, maar vooral mijn rug. Ik voel gal omhoog komen en buig me snel over de bedrand heen en geef over, jakkes. De smerige smaak blijft achter in mijn mond en ik weet dat die niet weg zal gaan tot ik iets anders eet of drink. Mijn aandacht word getrokken door de deur die opengaat en verbaasd kijk ik naar een meisje. Een beeldschoon meisje. Die ogen... Een paar tellen kijken we elkaar recht aan en inwendig begin ik te vloeken dat zij mijn mate niet is. Ik denk dat ze een erg goede Luna zou zijn... 'Gadverdamme! Wat stinkt hier zo? Oh, gatver!' Klinkt er een duidelijk pissige stem achter het meisje met de mooie ogen. 'Mirna, ruim dat op! Wanneer ik met hem praat hoef ik niet de hele tijd is die kotsstank van hem te zitten.' Het meisje met de mooie ogen, genaamd Mirna, beweegt zich naar de zijkant van de kamer waar ze een dweil en een emmer te voorschijn haalt. Snel loopt ze naar het braaksel en begint ze het op te dweilen. Iemand schraapt zijn keel en mijn aandacht word van Mirna afgeleid. 'Dat zou tijd worden. Nou, Calum, naar wie denk je dat wij opzoek zijn?' Hoe moet ik dat nu weer weten? Ik ben geen gedachtenlezer! 'Oh, kom op zeg! Dit weet je best! Je kan haar toch niet beschermen.' Oké, het is een haar.... Eh.... Wie is er nou bijzonder genoeg dat ze via mij haar moeten vinden... Dit is echt een lastige vraag... 'GODSAMME CALUM! SPEEL GEEN SPELLETJES MET ME!' schreeuwt het meisje woedend en geschrokken schuif ik een stuk naar achteren, waarbij er een felle pijn door mijn rug heenschiet. 'Vertel me, Calum. Waar is je mate? Waar is die verdomde-' 'Jij ook al?!' Onderbreek ik haar verbaasd. 'Mijn vader was ook al bezig over dat ik mijn mate gevonden zou hebben enzo maar dat heb ik helemaal niet!' Het meisje valt stil, met een nogal creepy grijns op haar gezicht. 'Aha, dus je weet het nog niet.... Interessant.... Dat zullen we onthouden voor onze volgende ontmoeting, Walker. Verwijder hem.' 'Wat? Volgende ontmoeting?' Vraag ik verbaasd terwijl vanuit het niets het bed waar ik aan vastzit, naar achteren begint te rollen. 'WAAR HEB JE HET OVER?!' schreeuw ik hard voor er een deur dichtslaat en ik in een pikdonkere ruimte ben. Niet veel later voel ik hoe iemand aan mijn voeten zit en de banden daar losmaakt, net zoals om mijn onderbenen. Direct voel ik hoe mijn bloed weer begint te stromen en een naar, jeukend gevoel achterlaat. Ik word opgetild en ergens naartoe gedragen en plots word ik verblind door zonlicht. Snel knijp ik mijn ogen samen en draai me om, maar zodra ik weer een beetje kan kijken, is er niemand meer te zien, zelfs geen gebouw. Wie zoeken ze? Waarom denken ze dat dat mijn mate is? Ik heb nog helemaal geen mate! Ik bedoel, ik ben zeventien en een Alpha enzo dus ik kon mijn mate al op mijn twaalfde vinden maar ik heb nog drie jaar voordat ik gedwongen moet trouwen met een unmated She Wolf, dus tijd zat. Hoop ik toch.... Ik heb zin om te rennen... "Ik ook, dus schiet op!" Roept Luke in mijn hoofd. 'Ja, ja. Ik ben al bezig!' Zeg ik terug naar hem terwijl ik mijn shirt over mijn hoofd trek. 'Strippen doe je ergens anders, Walker.' Klinkt er een bekende stem plagend achter me. 'Blake! Wat doe jij hier in vredesnaam?' Vraag ik enthousiast terwijl ik me naar hem omdraai. 'Dat kan ik ook aan jou vragen, Calum. Ik bedoel, je bent drie meter van mijn territorium verwijderd.' Ben ik zo ver van huis? Holy moly... 'Ik weet niet zo goed wat ik hier doe. Ik weet alleen dat ik naar huis wil want blijkbaar heb ik daar een mate die op me wacht.' Blake schiet in de lach en gebaart dat ik hem moet volgen. Wat niet heel moeilijk is met zijn zilvere haren. Vlug trek ik mijn shirt weer aan, tot protest van Luke aangezien hij weer even naar buiten wilt en rennen. 'Vanaf mijn Roedelhuis weet je de weg wel weer, toch?' 'Tuurlijk, dit is praktisch mijn tweede thuis!' Zeg ik grijnzend. 'Mooi. Zodra je weer thuis bent moet je echt een keer langs komen met je mate. Ik heb je al in geen eeuwigheid meer gezien.' 'Zal ik doen, Blake. Zal ik doen. Tot ziens!' 'Tot ziens makker.' Vlug verander ik in mijn wolf en geniet van het vertrouwde gevoel van mijn botten die op hun tweede plek worden gezet. Zodra ik klaar ben, neemt Luke de controle haast volledig over en sprint weg. KUT! MIJN KLEDING! "Fack jouw kleding, rennen is nu even belangrijker." 'Ik wil niet volledig naakt naar ons Roedelhuis lopen hoor.' Zeg ik protesterend. "Alsof niemand anders dat doet en bovendien waarom heb je wel problemen met onze Roedelgenoten en niet met de meisjes die jij mee naar huis neemt of die jou mee naar huis nemen?" 'Dat is.... anders.' "Ja, klopt. Die ken je net en de Roedelleden ken je zo'n beetje al je hele leven. Wat een verschil zeg." 'Hou jij je mond nu maar en ga naar huis. We zullen wel zien wat er gebeurd.' "Tijdje terug dat ik die zin heb gehoord." 'Wat versta jij niet onder 'hou je mond'?' "Ehm... Het 'hou je mond'-gedeelte." 'Af en toe Luke... Af en toe....'

Zoooo! Dit is een (veel) eerdere update dan de vorige zo hoop dat jullie er blij mee zijn! Wie weet wie Blake was in The black wolf and I? Kijken wie hem herkent heeft *grijnst* Deze geweldige nieuwe cover is gemaakt door dreamlover2000, echt heel erg bedankt daarvoor!

It's complicated ●The Lost Mind Series●Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu