H.20

489 40 4
                                    

Michael pov.

'Prins Zefiros?' zeg ik verbaasd als ik prins Zefiros in plaats van Sophies vader zie staan. Waar komt hij vandaan? 'Nee, je moeder.' zegt hij sarcastisch. 'Natuurlijk ben ik het. Wie had je anders verwacht?' 'Misschien de eigenaar van dit huis?' kaats ik terug. Ik mag hem niet, echt niet. 'Je weet toch dat wij de heersers zijn over alle mensenspullen en dus ook de eigenaars daarvan zijn?' 'Zefiros, je weet zelf ook wel dat dat niet waar is.' klinkt prins Arsenius' stem achter Zefiros. 'Prins Arsenius?' 'Ja. We zijn hier gekomen om even met je te spreken over je.... band met het mensenmeisje dat hier woont.' 'Die slet.' Zegt Zefiros bot. 'Sophie is geen slet!' Roep ik boos uit. Hoe durft hij?! 'Echt wel. Ze gaat om met weerwolven.' Zegt Zefiros verafschuwd. 'Dat maakt haar nog geen slet, Zefiros.' Verzucht prins Arsenius. Nors slaat Zefiros zijn armen over elkaar en kijkt iedere kant op behalve naar mij en zijn broer. 'Goed, kunnen we praten? Nu?' 'Als ik eerst mag weten waar de man is die hier woont.' 'Hij zit nog gewoon in de auto.' 'U hebt de tijd stil gezet?' Vraag ik verbaasd. 'Nee, hij is gewoon aan het bellen.' 'Oh.' 'We hadden hem ook gewoon kunnen excuteren, dan hoefden we nu ook niet rekening met hem te houden.' Mort Zefiros als een klein kind. 'En jij houd nu even je mond, wil je?' Snauw ik hem boos toe. Zoals ik al zei; ik mag hem niet. In één tel staat hij recht voor me. 'Toon respect, halfbloed.' Sist hij kwaad. 'Eigenlijk zijn alle vampiers halfbloeden en dat wéét je, Zefiros. Vampiers kunnen geen kinderen met elkaar krijgen dus er bestaan geen volbloed vampiers. We nemen kinderen vanaf dat ze een baby zijn mee, voeden ze op en op een bepaalde leeftijd veranderen we ze in een vampier.' 'Maar wíj zijn ten minste geschapen-' 'Met ons vaders zaad. Dat weet ik, Zefiros, ik ben niet achterlijk. Maar dat maakt ons nog steeds geen volbloeden en als we hier nu eens weggaan, kunnen we eindelijk eens een rustig gesprek met je houden zonder dat we ergens rekening mee moeten houden. Afgezien van Zefiros' woede uitbarstingen dan.' Zegt prins Arsenius zuchtend. 'Volg mij.' 'Wacht even, prins Arsenius. Ik moet nog even iets regelen.' 'Dat kan straks ook nog, Michael. Hij loopt echt niet weg. En ik denk trouwens dat je beter met zijn geheugen kunt kloten wanneer hij naar bed gaat want anders valt hij in slaap met het idee dat zijn dochter niet in haar bed ligt. Zeer verontrustend, vind je ook niet?' 'Ja, prins Arsenius.' 'Stop met dat ge-prins, alsjeblieft. Noem me gewoon Aries.' 'Wat...?' 'Ik ben gek op sterrenbeelden en ik ben erachter gekomen dat in mijn naam alle letters voor Aries zitten dus noem me alsjeblieft Aries. Is namelijk veel korter.' 'Euh, oké pri- Ik bedoel, Aries.' Ben ik gek aan het worden of zoiets? Want dit gebeurt niet echt. Nee. Dit kan niet echt gebeuren. 'Michael? Kom je nog?' 'Schiet op, slome.' Snauwt Zefiros me toe. 'Euh, ja. Ik kom al.' Antwoord ik, voor ik achter hun aan ren. Waar gaan we eigenlijk naar toe?

Maaike pov.

'We hebben een probleem. Een gróót probleem.' Zegt Seff terwijl hij me met grote, haast geschokte ogen aankijkt. 'En hoezo hebben wij een groot probleem?' 'Sophie... heeft een..... nogal.... zeldzame gave. Een gave die we tot nu toe alleen nog maar zijn tegen gekomen in boeken met mythes.' 'Wat voor zeldzame gave?' Vraag ik nieuwsgierig. 'De gave om haar ziel te besturen en te controleren.' Antwoord Seff met een emotieloze blik terwijl hij haast door me heenkijkt, alsof ik niet besta... 'Maar dat is toch juist goed?' Vraag ik voorzichtig. 'NEE! NEE, DAT IS VERDOMME NIET GOED! GODSAMME! DAT MOET UITGEREKEND HAAR OVERKOMEN! UITGEREKENT NU! GODSKOLERE! IK HEB HIER VERDOMME GEEN TIJD VOOR! KUT!' Barst Seff woedend uit en geschrokken kijk ik hem aan. Waar komt dit nou vandaan? Plots valt Seff neer, zijn ogen terugrollend in zijn kassen. Volgens mij betekend dit niet veel goeds... Volgens mij is Seff zojuist uit zijn lichaam gegaan... Volgens mij zit ik zwaar in de problemen.... Dat heb ik weer. Kan niet beter.... Seffs woorden komen in me op en direct zet ik het op een lopen. Ik wil nog wat langer leven dan vandaag, dank u. Hoeveel meter moet ik van ze vandaan zijn om buiten hun bereik te zijn? Honderd meter? Vijfhonderd? Een kilometer? Drie kilometer? Dat had ik echt aan Seff moeten vragen voor gevallen zoals dit, ugh. Na een kilometer besluit ik het erop te gokken en te stoppen. Ze komen vanzelf wel naar mij toe als ze weer normaal zijn. Toch? Ugh, ik had echt veel meer moeten vragen. Of heeft hij me dit al verteld en kan ik me het gewoon niet herinneren door de adrenaline? Kom op, denk! Denk, denk, denk! "Je kan het, Maaike, kom op." Moedigt Daphne me aan. Aan aanmoedigingen heb ik ook echt heel veel.... Volgens mij heeft hij me het niet verteld. Tuurlijk, heb ik weer. Wacht eens... Seff heeft wel verteld dat Sophie naar ons kamp zou komen zodra ze uit haar First was dus misschien komen ze daar straks wel naartoe! Dan ga ik maar eens opzoek naar ons kamp. Ik denk dat ik er sneller kom als ik in wolfvorm ben. "Het zou tijd worden dat ik er weer eens uit mag!" Moppert Daphne in mijn hoofd en ik rol met mijn ogen, haar opmerking negerend. Relaxt trek ik mijn kleren uit en verander in mijn wolf. Lang niet gedaan, dit! Mijn spieren zijn helemaal stijf! Sloom rek ik me uit en voel mijn spieren uitrekken. Wat een heerlijk gevoel. Ik draai mijn nek een beetje om daar ook de spieren los te maken en begin dan te rennen. Ik snuif de lucht op en verschillende geuren dringen mijn neus binnen. Zo ook de geur ons gedoofde kampvuur. Rustig ga ik er naartoe en zie tot mijn verbazing twee behoorlijk pissige vampiers staan. Ze zijn duidelijk ergens over aan het discussiëren. Gelukkig heb ik wind tegen en kunnen ze me niet ruiken. Nóg niet, in ieder geval. Ik spits mijn oren maar ik moet echt dichterbij komen als ik hun gesprek wil horen.

It's complicated ●The Lost Mind Series●Kde žijí příběhy. Začni objevovat