22. Levi: Voor advies ga je naar je grote broer

Start bij het begin
                                    

'Als je wat wilt drinken, daar is de koelkast.' Zijn broer gebaarde naar de keuken en Levi haalde er een fles cola uit. 'Nou, waar heb ik jouw bezoek aan verdiend? Je komt hier amper. Liv komt hier nog weleens langs, maar jou zie ik nooit.'

Levi nam een slok cola. Liv en Blake hadden altijd meer met elkaar opgetrokken dan Levi en Blake.

'Ik heb je advies nodig, zoals ik al zei. Advies over een meisje.'

Blake fronste zijn wenkbrauwen. 'Ik dacht eigenlijk dat het een flauw grapje was, want ik kan me niet herinneren dat jij ooit iets van mij aan hebt willen nemen over meisjes, dus waarom nu ineens wel?'

Levi haalde zijn schouders op, trommelde op zijn been, maar hij gaf geen antwoord.

Blake liet een hand over zijn kaak glijden en Levi realiseerde zich dat hij iets vergeten was die morgen: scheren.

'Jij hebt Bai nu.' Bai, waarmee Blake aan het volwassen leven begonnen was. 'Ik wil ook een Bai.'

'Je wilt ook een meisje Cupcake noemen?' vroeg hij grinnikend. 'Geloof me, meisjes vinden zo'n bijnaam helemaal niet leuk en zeker niet als je die in het openbaar roept. Bai is niet beschikbaar, ze is nog altijd mijn vriendin.'

Levi zuchtte geïrriteerd. 'Ik wil haar ook niet, ik wil een vriendin zoals jij haar hebt. En er is een meisje...'

'Zo... zo wel één? Geen drie? Wat heb je met mijn broertje gedaan?'

'Blake! Verdomme! Hou je mond nou eens tot ik uitgepraat ben!' gromde Levi gefrustreerd. 'Er is één meisje, ja. En ik weet dat het niets voor mij is, daarom heb ik je advies nodig. Ik snap niet hoe ik dat moet doen met eentje, enzo.'

'Dan moet ze wel heel bijzonder zijn als ze jouw mening compleet kan veranderen,' zei Blake, terwijl hij een hand door zijn haar haalde.

'Ze is interessant, omdat ze mij niet boeiend vindt. Ze wilde niet meteen met me naar bed...'

'Wilde? Nu dus wel?' onderbrak Blake hem. 'En waarom zou een meisje dan leuker zijn?'

'Jij snapt er niets van! Ik vind meisjes die in katzwijm aan mijn voeten liggen niet interessant, nee.'

Hij voelde zich nog meer gefrustreerd dan voor hij naar Blake gegaan was. Misschien was het een stom idee geweest om hierheen te gaan.

'Laat haar merken dat je alleen voor haar gaat, Levi. Laat haar voelen dat je haar echt leuk vindt en niet voor één nachtje zoals normaal is bij jou. Zolang je haar het gevoel geeft dat ze niet de enige is... Weet ik veel, Ernie. Geef haar het gevoel dat je haar echt leuk vindt. Ik vind het nog steeds vreemd dat je bij mij gekomen bent. Waarom ben je niet naar Bert gegaan?'

Levi snoof. 'Die stomme bijnamen ook voor Liv en mij. Ik haat ze.'

Blake kon alleen maar heel hard lachen. 'Het komt wel goed, schatje,' zei hij met een piepstem. 'Je moet haar gewoon overtuigen dat ze de enige is.'

Levi was blij dat de trein niet al te vol zat en hij een vierzitsplek voor zichzelf had. Op de één of andere manier trok hij niet alleen meisjes aan, maar ook omaatjes knoopten altijd een gesprek met hem aan. Meestal over hun kleinkinderen, maar het weer was ook een populair onderwerp. Wanneer Liv en Levi samen waren, was het nog erger. Oudere vrouwen vonden het uitermate interessant dat ze een tweeling waren.

Hij propte de oordopjes van zijn iPod in zijn oren en dacht tussen het geluid van drums door aan wat Blake gezegd had.

'Je moet haar gewoon overtuigen dat ze de enige is.'

Levi had nog nooit een meisje hoeven overtuigen dat hij geen ander vriendinnetje had op hetzelfde moment en hij had geen idee hoe hij dat zou moeten doen. Hoe moest dat in vredesnaam?

Hij viel bijna in slaap en schrok weer op toen de trein Amsterdam Centraal binnenreed. Hij griste gauw zijn tas mee en hobbelde de trein uit, zodra die stil stond. Tijdens de reis naar de universiteit was Zoë de hele tijd in zijn gedachten en vooral hoe hij haar hart voor zich moest winnen, echt voor zich moest winnen. Hij moest iets bijzonders voor haar doen. Ze had gezegd dat ze wist dat het voor één nacht was, maar het was niet voor één nacht. Hij wilde niet dat het voor één nacht was.

In gedachten liep hij het gebouw van de universiteit binnen.

'Ho!' riep een stem die Levi uit zijn gedachten haalde en hij keek recht in het gezicht van Andrew, zijn huisgenoot. Dit keer leek hij niet stoned te zijn en ook niet slaperig. Zijn ogen stonden helder en hij nam Levi van top tot teen op, een klein glimlachje om zijn lippen.

'Ken jij de stof goed? Of heb je pech en moet je net als ik een her? Of beter gezegd: weer een her.'

'Ik heb... Wat? Welke stof?' Levi hoorde zijn stem ietwat paniekerig worden, omdat hij geen idee had waar Andrew het over had. Hij wist trouwens ook helemaal niet dat zijn huisgenoot dezelfde studie deed, maar Levi had er eigenlijk ook nog niet echt naar gevraagd wat zijn huisgenoten deden. Misschien moest hij eens een avond thuis blijven of een feestje geven. Een feestje... Levi was dol op feestjes, maar hij kwam de laatste tijd helemaal niet meer op dat soort dingen, omdat hij meestal moest werken.

'De stof van het tentamen Inleiding Strafrecht? Van professor Van Dijk?'

Levi keek Andrew met grote ogen aan. 'Ik-'

De andere jongen begon te gniffelen. 'Ik merk al dat je niet geleerd hebt. Ach, dat is mij ook overkomen. Al twee keer.' Hij grinnikte. 'Ik vond dat feestje de avond voor het tentamen een stuk boeiender. Je hebt altijd nog de herkansing. En de herkansing van de herkansing. Succes, gozer.'

Andrew gaf hem een klap op zijn schouder en liep daarna lachend weg alsof hij het de beste grap van het jaar vond. Levi voelde zich paniekerig worden. Dat was ook een nieuw gevoel voor hem, hij was nog nooit bang geweest voor een tentamen. Misschien begon hij volwassen te worden en begon hij eindelijk meer te lijken op zijn oudere broer en zus in plaats van op zijn vijfjarige nichtjes en neefjes.

Levi wist dat hij het verknald had toen hij het vel met de tentamenopdrachten in had geleverd en hij wist het ook toen hij terug liep naar centraal station. Hij had bij heel veel vragen maar wat gegokt en hij was zeker dat hij verkeerd gegokt had. Op de middelbare school kwam hij er vaak mee weg als hij niet geleerd had, maar die tijd behoorde definitief tot het verleden, wist hij nu. Hij moest echt gaan studeren als hij dit jaar wilde overleven, want hij was toch echt niet van plan om de rest van zijn leven bij de Kroegtijger te blijven werken.

De piano op het station was niet bezet en zonder er over na te denken, sloeg hij een toets aan. En nog eentje, terwijl hij de melodie in zijn hoofd hoorde en mee begon te zingen.

'He says, "Son, can you play me a memory, I'm not really sure how it goes, but it's sad and it's sweet and I knew it complete.'

Hij voelde hoe hij werd meegevoerd door de muziek, door de woorden en hij vergat dat hij op een station zat, achter een publieke piano. Zijn wereld was gereduceerd tot muzieknoten.

Roberts #2: Stole my heartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu