Hoofdstuk 26: Laat haar toch gaan

50 2 5
                                    

Zoals verwacht was mijn vader helemaal niet blij met mijn punten. Hij had me uitgescholden voor het meest lelijke en domme ding op aarde. Mama had erg haar best gedaan om het toch gezellig en leuk voor mij te maken. Toch wou ik hier zo snel mogelijk weg. De vakantie was nog niet goed begonnen en ik had al enkele blauwe plekken, dat beloofde voor de rest van de dagen.

Sanura deed haar best wel om me af te leiden met enkele spelletjes te spelen maar als pap in de buurt was kon dat helaas niet. Met een zucht plofte ik in de zetel en nam ik het Toverdranken boek er bij. Morgen mocht ik eindelijk naar Harry. Ik miste hem zo ontzettend hard. Ik schrok toen ik de deur achter mij hoorde dicht gaan maar al snel was ik gerustgesteld toen ik mama zag.

"Het spijt me." Zei ze terwijl ze er kwam bij zitten. "De vakantie zou ontspannend moeten zijn."

Ik schudde mijn hoofd. "Jij kan er niet aan doen."

"Heb je niet afgesproken met jouw vrienden?" Vroeg mam om de sfeer wat luchtiger te maken.

Ik knikte. "Morgen zou ik naar Willow gaan en vrijdag gaan we samen met Benno en Draco kamperen." Loog ik toch een beetje.

Mama knikte. "Dat klinkt heel erg gezellig."

"Dat wordt het hopelijk ook." Glimlachte ik een beetje moe.

"En euhm..." Begon mam opnieuw. "Hoe zit het nu eigenlijk met dat vriendje van jou?"

"Oh euhm... Goed hoor." Voelde ik mijn wangen rood worden.

Mama grinnikte er even om. "Moet je dan niet met hem afspreken?"

"Wel... Eigenlijk..." Ik twijfelde, maar mam vertrouwde ik wel. "Ik ga morgen niet naar Willow maar naar hem."

Ze fronste even. "Waarom lieg je daar over?"

"Omdat..." Opnieuw zuchtte ik. Her is misschien tijd om eerlijk te zijn. Ik zou Harry ook niet kunnen blijven verstoppen. Het zou alleen maar moeilijker morgen dan. "Omdat mijn vriendje Harry Potter is." Gooide ik er uit.

Mama leek een beetje bleek weg te trekken. Alsof er iets was dat ik helemaal nog niet wist. Net voor mama iets wou zeggen hoorden we mijn vader. "Wat!?" Brulde hij.

"Ben jij echt helemaal achterlijk!?" Riep hij nog luider dan daarnet.

"Ach, als ze nu gelukkig is me-" Begon mijn moeder.

"Hou je mond!" Snauwde hij naar mijn moeder.

Mijn vader trok me aan mij haren uit de zetel en duwde me bruut tegen de muur aan. "Jij bent echt de aller grootste schande voor onze familie!" Hij hield zijn hand stevig om mijn keel heen waardoor ik moeite kreeg met ademen.

"Ambrosius, hou op." Smeekte mijn moeder bijna.

Mijn vader negeerde haar en lang duurde het niet voor ik een branderig gevoel kreeg op mijn wang. Ik deed mijn best om adem te krijgen maar dat lukte niet zo heel erg goed.

"Vergeet het dat jij naar hem toe gaat morgen!" Riep pap in mijn gezicht.

"Laat haar toch gaan." Probeerde mama nog steeds smekend. "Het komt misschien nog wel van pas."

De aandacht van mijn vader richtte zich op mijn moeder waardoor zijn grip wat losser werd en ik terug adem kreeg. De tranen rolden ondertussen over mijn gezicht maar nog steeds kon ik niet weg vluchten. Papa leek duidelijk na te denken over iets maar voor ik er tussen uit kon muizen keek hij me terug aan.

"Vergeet die jongen." Siste hij.

Ik schudde mijn hoofd. "Ik zie hem graag."

"Jij!... Jij groot stuk vuil!" Riep mijn vader.

It All Changed (dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu