Hoofdstuk 17: Ruzie en een klap.

42 3 0
                                    

De meidenmiddag samen met Alice en Rosalie was geweldig. We gingen langs vele winkels, bezochten de kapper, gingen bij een restaurantje zitten zodat ik wat kon eten en ze raakten niet uitgepraat over het feit dat ik Paul had gezoend. Ze wilden alles weten: Wat voelde ik tijdens die kus? Was ik echt verliefd op hem? Ging ik dit vaker doen? Wat zou hij over mij denken en nog meer van die vragen. Voor even kon ik al mijn zorgen aan de kant zetten en dat beviel me wel. Uiteindelijk waren we klaar met shoppen, dat betekende dat we natuurlijk weer naar huis zouden gaan. Iets waar ik niet echt op zat te wachten, ik wist dat Carlisle en Esmé klaar zouden staan met een preek over mijn gedrag van de vorige dag. 

Toen we in de garage hadden geparkeerd stapte ik met een zucht uit de auto, Rose en Alice keken mij meelevend aan. "Kom op, gewoon even er doorheen dan ben je er ook heel snel weer van af." zei Rose. Ik rolde mijn ogen, was dat maar zo makkelijk. Zo rustig en zorgeloos was ik geweest, mijn humeur zakte intussen weer naar een dieptepunt en een vlam van woede wakkerde in mij aan. Geen idee waarom, maar het vuur leek alleen maar harder te branden in plaats van te doven. "Rose, ik kan het niet. Ik moet hier weg." zei ik zacht en pakte haar pols. "Er is iets mis, met mij." zei ik. "Ik denk dat je je wolf langzaam aan het aanwakkeren bent Calicia, ik kan je toekomst minder goed zien." zei Alice. "Binnenkort zal het een keer gebeuren, dat je in een wolf veranderd en wij zijn je natuurlijke vijanden dus onze aanwezigheid en geur zal niet echt helpen met het onderdrukken." zei ze.

We liepen rustig naar de woonkamer, waar Carlisle, Esme en de jongens al op ons stonden te wachten. Ik wilde gauw doorlopen naar boven maar Carlisle pakte mijn pols en hield mij tegen. "Zitten, op die bank. Je gaat pas weg als we gepraat hebben." zei hij streng. "Laat los." zei ik. "Zitten!" zei hij boos en gaf mij een duw richting de bank. Ik schudde mijn hoofd. "Als ik zeg dat je mij met rust moet laten, dan moet je mij gewoon even met rust laten." snauwde ik en bleef staan. "Nu is het genoeg! Zo praat je niet tegen Carlisle." Zei Emmett die mij ruw op de bank duwde. Een siddering liep over mijn rug waardoor mijn lichaam even licht trilde, ik balde mijn handen tot vuisten en zette mijn nagels in de palm van mijn hand. "Dat gedrag van je kan echt niet, sinds je de jongens van La Push hebt ontmoet is het begonnen." zei Carlisle. "Ik denk dat het maar tijd word dat je ze een tijdje niet ziet, op school blijf je bij hun uit de buurt en je komt na school direct naar huis." zei hij. 

"Carlisle dat lijkt me niet verstandig." waarschuwde Edward hem. "Dat maakt mij niet uit, ik ben het meer dan zat dat je ineens zo opstandig tegen ons doet terwijl we ons best doen zo goed voor je te zorgen." zei Carlisle. "Je kan me niet in huis opsluiten, ik ga mijn eigen weg." zei ik chagerijnig. "Jij bent 16 en wij zijn je voogd, je bent te jong om zelf te beslissen en moet naar ons luisteren." zei Esme. Woedend keek ik haar aan. "Jij hebt helemaal niks, maar dan ook helemaal niks over mij te vertellen." snauwde ik en stond op. Pats! Mijn wang brandde heel erg en een traan liep er over heen. Esmé was zo kwaad geworden dat ze mij een klap in het gezicht had gegeven. "Zijn jullie wel helemaal goed in je hoofd!" riep plotseling Sams boze stem. Hij was blijkbaar deze kant op gekomen en had gezien wat er was gebeurd. "Noemen jullie dit zorgen voor haar." zei hij kwaad en zorgde dat ik hem aan keek. "Kom, we gaan naar buiten." zie hij kalm en veegde zachtjes mijn traan weg.

Zodra ik een stap naar buiten zette, werd ik overvallen door sidderingen door mijn hele lichaam. Ik viel op mijn knieën op de grond en snakte naar adem, de pijn was zo erg. Sam probeerde mij te kalmeren en wreef over mijn rug, maar niks hielp. De pijn leek erger en erger te worden, alsof mijn botten elk moment zouden kunnen breken. "Breng haar naar binnen." zei Carlisle. Zodra hij zijn koude hand op mijn arm legde begon ik te gillen en schreeuwen van de pijn. Het verschil in temperatuur hielp er ook niet echt bij. Zodra iemand anders mij probeerde aan te raken probeerde ik huilend en gillen bij die gene uit de buurt te komen.  Paul kwam de bossen uit rennen. "Wat hebben jullie met haar gedaan!" riep hij en knielde bij mij neer. Hij nam mij voorzichtig in zijn armen en suste zachtjes. "Jeetje man, ze is snik heet." zei Paul tegen Sam. "Ik denk dat ze ziek gaat worden, we nemen haar mee." zei Sam. "Ze is hier niet op haar plek, elk ding aan die vieze vampiers triggerd haar enorm." zei hij. "Waarom word haar wang blauw." vroeg Paul. Het bleef heel stil, een harde grom steeg op in Pauls borstkas. "Jullie hebben haar geslagen, zijn jullie helemaal idioot." snauwde hij. 

Ik hing huilend  en af en toe kreunend van de pijn in Pauls armen toen er een auto op de oprit stopte. "Daar is Jake met de auto, kom we nemen haar mee." zei Sam. Paul tilde mijn voorzichtig op en ging met mij in de auto zitten, zodra de deur dichtsloeg was de geur van de Cullens verdwenen en werd de pijn ook minder. Paul aaide nog zacht en kalmerend over mijn rug terwijl hij zachtjes in mijn oor fluisterde dat het allemaal goed zou komen. Ik voelde me uitgeput, het duurde even voordat Sam ook in de auto ging zitten. "Alice had een koffer met kleren ingepakt, ligt achterin de auto." zei hij. Zodra de auto begon te rijden viel ik in slaap tegen Paul.

My life was not easy. But then, you walked into my lifeWhere stories live. Discover now