•Oliver•

815 50 4
                                    

'Dus ik moet nu hier staan wachten tot ze komen?' Vroeg ik fronsend. 'Wat een onlogisch concept.'

'Houd je mond nu maar. Ik ga er nu vandoor voordat ze de straling op mij gaan gebruiken. Houd je aan de afspraak, want anders ruk ik je kop eraf.' Waarschuwde Logan mij. Ik rolde verveeld met mijn ogen.

Logan wierp mij nog een laatste, waarschuwende blik toe en transformeerde toen. Hij sprintte zo snel hij als kon weg. Ik bleef hier maar nutteloos en verveeld staan. Ik zou hem niet gaan helpen. Echt niet. Meestal irriteert hij me alleen maar, maar als hij weer iets van me nodig heeft moet hij weer zo nodig komen. Ja dag.

Hier blijven staan en wachten heeft ook geen zin. Het kan nog een eeuwigheid duren voordat ze hier zijn. Je kunt toch beter je hersenen laten werken? Zelf je eigen weg vinden. Ze zeggen wel eens "wie niks doet kan ook niks breken." maar ja. Wie niks doet kan ook niks bereiken. En ik zou zeker niet niks gaan doen. Ik ben veel slimmer dan dat.

Ik keek vlug om mij heen of Logan of Alfa Castor toevallig niet in de buurt was. Toen ik zag dat de kust veilig was veranderde ik naar mijn wolf en zette ik het op sprinten. Ik zou in mijn eentje opzoek gaan naar dat pack. Misschien zou Aster me zelfs zo binnen en met rust laten. Ik hoop het maar.

Ik rende recht door het bos heen. De heerlijke geuren van het bos kwamen mij al tegemoet. Ik heb het wel erg gemist. Meestal mochten we nooit het pack uit, juist vanwege Aster. Maar nu, nu loop ik door het bos naar Aster toe. Ik ben eigenlijk best wel benieuwd naar wat er van haar geworden is. Ik heb haar ook erg lang niet meer gezien.

Opeens hoor ik stemmen. Ik duik vlug in één van de bosjes. Ik gluur door de bladeren en zie een aantal mensen met grote stukken hout voorbij lopen. Ze hebben gek genoeg allemaal een soort glinstering in hun ogen. Een blauwe gloed die over hun irissen trekt. Ik frons en volg ze zo ongezien mogelijk.

'Zoveel hout hebben we nog nooit verzameld, Brown.' Glimlachte één van de mannen trots.

'Inderdaad, Jones! Luna Aster zal hier vast blij mee zijn!' Glunderde een andere man.

Bingo.

Ik volgde ze heel behoedzaam naar hun eindbestemming. Ik schrok bijna toen ik zag waar ze naartoe gingen. Het was een gigantisch pack met daar middenin een soort meertje waar kinderen in speelden. Ik zag Daisy en Iris daar ook. Ze waren lachend een zandkasteel aan het bouwen.

Ik liet mijn ogen verder over het pack heen glijden. De packhuizen waren hier voornamelijk gemaakt van hout. Iets wat erg logisch is, aangezien ze daar het makkelijkste aan kunnen komen.

Ik zag ook het packhuis, wat niet eens zo groot was vergeleken met de huizen. Het was een soort kleine villa met een speeltuin in de tuin. Het gras en de bloemen waren netjes bijgewerkt.

Het meest verrassende van alles vond ik dat de mensen hier gekukkig waren. Ze lachten en praatten de hele tijd met elkaar, gaven knuffels aan elkaar en deden niet moeilijk over werken. Zelfs daar leken ze plezier in te hebben. Wauw, dit zou ik in het Universal Wolfspack nooit zien.

Ik veranderde terug en besloot door het dorpje te gaan lopen. Door de zon die reflecteerde in mijn bril zou je niet zien sat ik geen glinstering heb. Je kunt het ook niet ruiken, aangezien het hier een mengelmoes is van verschillende packs.

Ik was zo aan het kijken naar vanalles, dat ik per ongeluk tegen iemand op botste. We vielen beide achterover en belandden hard tegen de grond. Ik ging snel staan om mijn excuses aan te bieden, totdat ik zag wie het was.

'Kan je niet uitkijken, kluns. Ik zal j- Oliver?'

Ik was blijkbaar tegen Aster opgebotst. Ze keek me nu ongelovig aan. Misschien ook wel wantrouwend. Dat was natuurlijk niet gek, aangezien zij bkijkbaar wel zag dat ik geen glinstering in mijn ogen had.

'Wacht, jij bent dus eigenlijk niet een van ons?' Vroeg ze langzaam.

'Ik zal het je uitleggen. Logan wilde dat ik lokaas zou zijn zodat ik ze zou kunnen vertellen waar julie pack was, ik ben eigenwijs het bos in gerend omdat ik hem niet mag en ben toen één van jouw teams gevolgd.' Legde ik geïrriteerd uit. 'Ze willen dat ik hen de informatie geed die ze nodig hebben, maar dat ga ik niet doen. Ze hebben me al genoeg aangedaan.'

Ik zag een sluwe grijns op Asters gezicht ontstaan. Daarna begon ze een beetje te lachen.

'Beloof je dat je de packs niks zal doorvertellen?' Vroeg ze opeens heel serieus.

'Erewoord.' Zweerde ik plechtig.

'Ik vertrouw je. Je bent één van mijn beste vrienden en aldoor super betrouwbaar en eerlijk. Welkom in ons pack! Zal ik je rondleiden?' Stelde ze enthausiast voor.

'Ja graag!'

Ze liet me alles zien. De plantages, de huizen, het meertje, hun voedseltransport, en nog veel meer. Ze liet me ook kennis maken met de manier van doen van de packleden. Ik was zeer onder de indruk. Iedereen was bang om hier terecht te komen, maar ze doen werkelijk geen vlieg kwaad. Aster vertelde me dat het altijd al haar droom is geweest om een eigen pack op te bouwen, al kan ik dat wel erg betwijfelen. Het moet in ieder geval iets in die richting zijn.

'Oké, ik zeg dit niet vaak, maar ik ben heel erg onder de indruk.' Zei ik ademloos. Aster glimlachte.

'Ik wist het wel! En ik heb misschien nog wat leuks voor je. Wil je Béta worden van het pack?' Vroeg ze enthausiast.

'Ja natuurlijk!' Glimlachte ik. Ze omhelsde me stevig.

'Ik moet je alleen wel over één ding informeren. Iris is hier met jou de enige die normaal is. Je mag niks, maar dan ook echt niks kwijt over dit met haar. Je zorgt voor je eigen dood als je dat doet. Beloofd?' Vroeg ze serieus.

'Erewoord.'

DreamerWhere stories live. Discover now