•Logan•

2.2K 87 33
                                    

Ik was in schok van wat ik zonet had meegemaakt. Ik wist niet dat ze zo'n zwaar leven had. En daar komt nog bij dat wij haar ook niet zachtaardig hebben behandeld. Ik heb zoveel spijt van alles wat ik haar aan heb gedaan. Zo enorm veel spijt.

Opeens gaat de deur open. Ik kijk vlug om en zie Aster met een enorme zak afval naar buiten komen. Ik schiet snel achter een andere container. Helaas had ze me opgemerkt. Ik hoorde haar vragend grommen en de vuilniszak weggooien. Heel zachtjes hoor ik haar op me af komen, maar ik kan niet vluchten.

Ze kijkt me vol schok aan. Waarschijnlijk was dit iets wat ik niet had mogen zien. Ik verdronk bijna in haar prachtige diamantblauwe ogen die mij geschokt aankeken. Een moment daarna werd ze woest. Iets wat ik nog nooit bij haar had meegemaakt. Opzich was het best schattig.

'Ga me niet vertellen dat je me aan het stalken was.' Siste ze.

'Goed, dan zeg ik dat niet.' Grijnsde ik. 'Maar even serieus, wat was dat?'

Haar onderlip begon te trillen en ze barstte meteen in ongecontroleerd gesnik uit. Mijn wolf werd gek en bleef mij maar aansporen om haar te troosten. Uiteindelijk gaf ik me over aan mijn wolf en omhelsde ik haar stevig. Ze klemde haar armen ook om mij heen, iets wat me nog meer tintelingen gaf. Ik had moeite om mijn wolf het niet over te laten nemen.

Na een tijdje liet ze me los en veegde ze haar tranen af met haar mouw. Haar onderlip trilde nog lichtjes maar de tranen waren al opgehouden.

'Het stopt gewoon niet. Elke keer als ik thuis kom is er weer iets vernield of ligt mijn zusje huilend in haar bed, omdat ze bang is dat mijn ouders elkaar pijn doen. Ik ben het zat om telkens te doen alsof ik mijn ouders' ouder ben.' Snikte ze. Haar dromerige zelf was totaal verdwenen. 'Sorry trouwens van je shirt.'

'Mijn shirt is wel het laatste waar ik op dit moment aan zou denken.' Grijnsde ik. 'Maar wat vreselijk erg voor je.'

'En daar komen jij en je miezerige vriendjes dan ook nog bij.' Siste ze opeens zacht. 'Snap je nu waarom ik altijd aan het dagdromen ben? Snap je nu waarom er elke keer geschreeuw in deze straat is te horen? Snap je nu waarom je zo'n klootzak bent?!'

Ze draaide zich woest om en liep terug haar huis in. Ze klapte de deur hard dicht. Ik voelde me gebroken. Echt gebroken en woest op mezelf. Ik veranderde naar mijn wolvenvorm en sprintte naar huis toe. Ik ging het mezelf betaald zetten.

Ik klapte de deur van het packhuis open en veranderde terug naar mijn mensenvorm. Een aantal dienstmeisjes kwamen op mij af gelopen om mijn jas aan te pakken en te vragen wat ik wilde. Ik liep zonder iets te zeggen naar de martelkamer van de kerkers.

Daar bonkte ik om te beginnen met mijn vuisten tegen de harde, stenen muur aan. Net zolang totdat mijn knokkels helemaal open waren. Ik wilde mezelf alle pijn laten voelen die Aster ook had gevoeld. Ik wilde al mijn zelfhaat uit mij slaan en wensen dat ik haar nooit zo hard aan had gepakt. Mijn realiteit bestond op dat moment niet meer. Het enige waar ik aan kon denken was Aster, mijn lieve en dromerige mate die ik onrecht aan heb gedaan.

Na een lange martelsessie van mezelf en het duizend keer smeken van mijn kleine zusje Iris of ik wilde ophouden kwam ik naar buiten. Ik zat onder de schrammen en het bloed. Iris slaakte een kreet uit angst en rende weg. Het kon me niks schelen als ze nu mam of pap erbij zou halen. Ik bepaal zelf wel wat goed voor mij is en wat niet.

Ik liep naar mijn slaapkamer om te douchen en andere kleren aan te doen. Toen ik daarmee klaar was liep ik weer naar beneden. Mijn beide ouders stonden bezorgd op mij te wachten.

'Wat?' Snauwde ik.

'Wat deed jij in vredesnaam in de martelkamer?!' Riep mam uit.

'Konijntjes vangen. Nou goed?' Siste ik terug.

'Geen tijd voor domme grapjes. Ik wil een eerlijk antwoord.' Snauwt mijn moeder terug.

'Ik liet mezelf de pijn voelen die ik heb verdiend.' Siste ik zacht.

Om nog meer vragen te voorkomen veranderde ik in mijn wolf en rende ik het packhuis uit opweg naar Wesley. Ik mindlinkte hem dat ik naar zijn huis zou komen. Hij stond al grijnzend buiten op mij te wachten. Toen ik terug veranderde veranderde die grijns in een frons.

'Jezus, wat heb jij gedaan?' Vroeg hij.

'Ik ben bij grootmoeder op bezoek geweest.' Gromde ik. 'Wat denk je zelf?'

'Aggressief omaatje heb jij dan zeg.' Grijnsde hij. 'Maar wat kom je doen.'

'Ik heb je hulp nodig.'

We gingen Wesley's huis binnen en speelden een begonnen een potje Fortnite. Zijn ouders waren weg dus we konden hardop praten.

'Waar heb je mijn hulp bij nodig?' Vroeg Wesley toen.

'Hoe moet ik Aster in vredesnaam gaan overtuigen om mijn mate te zijn?' Gromde ik.

'Ga je haar accepteren dan?' Vroeg hij grijnzend.

'Wat denk je zelf. Anders had ik het niet gevraagd, idioot.'

'Ja oké, maar uhm. Ik denk dat je de komende tijd niks bij haar moet doen en even bij haar uit de buurt moet blijven. Soms een glimlach geven. Niet meer, niet minder. Je moet wel weten dat ze nog steeds een trauma heeft van jou hè.'

'Niet alleen van mij.' Gromde ik zacht. 'Want weet je, toen ik haar vanmiddag stalkte-'

Ik legde het hele verhaal aan hem uit. Iets waar ik later enorme spijt van kreeg.

DreamerWhere stories live. Discover now