Hoofdstuk 51

781 82 22
                                    

Hoofdstuk 51

Hij zag me niet. Hij had alleen oog voor de meters sneeuw die onze oprit blokkeerden. Hij ging zo op in het weghalen van de sneeuw dat hij ons niet eens had zien aankomen. Hij had ons niet eens gehoord. Hij had niets door.

'Ga maar gewoon,' zei Luke. 'Je kunt het niet voor altijd uitstellen.'

'Ik weet het,' zuchtte ik.

'Ze zullen alleen maar heel blij zijn dat je er weer bent, Suze.' Luke pakte mijn hand en drukte er een kus op.

'Ik weet het, maar ik kan al hun vragen niet beantwoorden, Luke.' Ik schudde mijn hoofd en keek hem aan. Hij droeg zijn lenzen niet waardoor zijn ogen heel erg opvielen. Hij zag er mooi uit. 'Ik kan niet nog langer tegen hen liegen, maar ik kan ook niet... Ik kan niet eerlijk zijn.'

'Wel, dat kun je wel.' Hij boog zich voorover en kuste me op mijn voorhoofd. 'Je kunt ze gewoon alles vertellen, Suze.'

Ik zuchtte diep. 'Ik wil ze niet in gevaar brengen.'

'Dat doe je ook niet. Dat ze het zo allemaal weten is niet gevaarlijk voor ze. Er is geen gevaar meer, dat weet je toch?'

'Ja, maar...'

'Nee, kom.' Luke liet mijn hand los en stapte uit de auto. Mijn oom keek niet eens om toen de autodeur open en weer dichtging, hij was helemaal verdiept in het sneeuwscheppen.

Ik zuchtte nog eens diep. Ik kon niet meer terug. Ik moest wel. Ik wilde niet dat ze bezorgd om me zouden zijn, als ik gewoon veilig was. Ik wilde hun zorgen weghalen, maar dan zou ik ze wel alles moeten vertellen.

Ik opende de autodeur en stapte ook uit. Luke wachtte op me voor de auto. Ik pakte zijn hand en samen staken we de weg over, naar mijn huis. Onze voetstappen knerpten in de sneeuw, maar mijn oom leek nog steeds niets door te hebben. Misschien kwam het doordat hij met zijn rug naar ons toe stond.

We stopten naast de grote berg met sneeuw die mijn oom had gemaakt, net naast het pad naar de voordeur. Luke kneep even in mijn hand, een teken dat ik iets moest zeggen, of misschien wilde hij me gewoon succes wensen.

Ik ademde diep in. 'Harry?'

Er gebeurde niets. Geen reactie. Hij draaide zich niet eens om. Hoe kon hij me nou niet gehoord hebben?

Ik keek even naar Luke, maar die haalde zijn schouders op. Hij wist het ook niet.

'Harry?' probeerde ik nog eens. 'Ik ben het, Susan.' Ik liet Luke's hand los en deed een paar stappen naar mijn oom toe. Waarom reageerde hij niet?

Ik stak mijn hand uit om zijn schouder aan te raken. Zodra mijn hand contact maakte met zijn jas, draaide hij zich geschrokken om. Zijn bruine ogen werden groot van ongeloof toen hij me zag. 'Wat...?'

'Hoi,' piepte ik. Ik wist niet zo goed wat ik moest zeggen.

'Susan!' Mijn oom was van de schrik bekomen en liet zijn sneeuwschop vallen. Hij deed een stap naar voren en sloeg zijn armen om me heen. Hij kneep me bijna fijn, zo sterk was zijn knuffel. 'Je bent er weer, meisje. Waar was je? Wat is er gebeurd? We dachten dat je...' Hij liet me los en keek me aan. 'We dachten niet dat je nog terug zou komen.'

Ik slikte. De tranen waren niet ver meer. 'Tuurlijk zou ik wel terugkomen,' zei ik met verstikte stem. 'Ik kom altijd weer terug.'

Mijn oom knikte en trok me weer tegen zich aan. 'Ik ben zo blij je weer te zien.'

'Ik ben ook blij jou weer te zien,' mompelde ik tegen zijn jas.

Op dat moment kreeg mijn oom Luke in de gaten. Hij liet me meteen los. 'Wat doet hij hier?' Al zijn vriendelijkheid was verdwenen.

Green Eyes (oude versie)Onde histórias criam vida. Descubra agora