Hoofdstuk 28

1.6K 99 9
                                    

Hoofdstuk 28

Ik zat al een half uur in het gras naast de weg toen Luke me vond. Nadat ik het flatgebouw uit gevlucht was, had ik de weg gevolgd en was ik zo het dorp uitgelopen. Na een tijdje had ik maar besloten om te stoppen met lopen en was ik in het gras gaan zitten.

Mijn tranen waren opgedroogd en het enige wat ik nog voelde was boosheid. Ik was boos op Luke om de dingen die hij had gezegd. Ik was ook boos omdat ik al die dingen die hij had gezegd een paar dagen geleden zelf ook nog had gedacht. Hij had gewoon mijn twijfels hardop uitgesproken en dat deed pijn.

'Hé.' Luke kwam naast me in het gras zitten.

Ik keek hem niet aan en zei al helemaal niets terug. Hij mocht best weten dat ik nog steeds boos op hem was.
'Je bent nog steeds boos,' constateerde hij.

Ik gaf weer geen antwoord en staarde naar de grassprietjes. Ik ging niets terug zeggen. Ik zou hem net zo lang negeren totdat hij weer wegging.

Hij was een tijdje stil. Het enige waardoor ik wist dat hij er nog was was zijn ademhaling.

'Kunnen we er misschien over praten,' vroeg hij uiteindelijk. Dit klonk wat wanhopiger.

'Ik wil niet praten,' mompelde ik. Meteen had ik spijt dat ik wat had gezegd. Dat was niet mijn plan.

'Het spijt me,' zei Luke. 'Ik had al die dingen niet tegen je moeten zeggen.'

'Dat had je dan misschien eerder moeten bedenken,' zei ik. Ik voelde weer hoe boos ik was. Ik wilde niet met hem praten en ik wilde dat hij wegging. Nu meteen.

'Ga weg. Ik wil niet met je praten.' Ik stond op en begon terug naar de flat te lopen.

'Susan! Wacht.' Luke was ook opgestaan en greep mijn hand vast.

Ik draaide me om en trok mijn hand terug. 'Laat me gewoon met rust, Luke.' Ik keek hem niet aan, draaide me weer om en liep weg.

'Dus dit is het dan? Je maakt uit,' riep Luke me na.

Meteen bleef ik stilstaan. Het was nooit mijn plan geweest om het uit te maken. Ik wilde Luke niet kwijt. Ik hield echt van hem. Dit was gewoon een stomme ruzie. En dat was geen goede reden om het uit te maken.

Maar ik was koppig. Ik was nog lang niet van plan om hem te vergeven. Hij had dat misschien wel sorry gezegd, maar dat betekende niet dat alles opeens weer goed was. Eigenlijk wist ik niet wat ik wilde. Ik deel van me wilde doen alsof dit nooit gebeurd was en een ander deel wilde hem uitschelden voor van alles en nog wat.

Luke maakte meteen gebruik van mijn twijfels en liep snel naar met toe. Hij ging voor me staan en pakte mijn handen. Ik trok ze niet terug en keek naar onze handen. Ik wist niet meer hoe vaak ik zijn hand wel niet had vastgehouden. Het voelde zo vertrouwd. Het voelde goed. Ik kon dit niet allemaal opgeven door een stomme ruzie.

'Suze?' Lukes stem was zacht.

Ik keek op, recht in zijn bruine ogen. Meteen merkte ik dat ik het groen in zijn ogen miste.

'Het spijt me. Ik weet dat je boos op me bent, maar ik...ik wilde gewoon dat... ' Hij keek even naar een plek achter me en daarna ging zijn blik weer terug naar mij. 'Ik wilde niet dat je teleurgesteld zou zijn. Ik wilde niet dat je helemaal niets zou vinden en dat je dan teleurgesteld zou zijn.'

Hij meende het. Ik zag het aan hem. Hij wilde me gewoon beschermen en ik moest weer zo nodig boos op hem worden. Ik had het officieel verpest.

Ik keek naar mijn voeten. Ik wist niet wat ik moest zeggen.

Toen voelde ik Lukes armen om me heen. Hij trok me dicht tegen hem aan. Met zijne ene hand streek hij over mijn haar en met zijn andere hand trok hij me dichter tegen hem aan. 'Ik wil geen ruzie met je maken, Suze. En ik wil je al helemaal niet kwijt.'

Ik probeerde te knikken om te laten zien dat ik het daar mee eens was, maar dat was onmogelijk omdat hij me zo stevig vasthield.

'Ik wil ook geen ruzie met jou maken,' mompelde ik, 'maar wat je zei was...'

'Heel erg dom van me. En ook gemeen en onaardig en gevoelloos en nog veel meer,' maakte Luke mijn zin af. 'Het was echt niet mijn bedoeling. Ik wilde je gewoon beschermen.'

'Ik weet het,' zei ik.

We waren even stil. Er reed een auto voorbij. Ik stelde me voor hoe we eruit zagen. Vast heel vreemd. Twee mensen stonden elkaar zomaar te omhelzen aan de kant van de weg.

Ik bedacht dat het misschien wel een goed idee was om ook sorry te zeggen. Deze hele ruzie was deels ook mijn schuld.

'Het spijt me. Ik had nooit zo stom moeten doen,' zei ik.

Luke wreef over mijn rug. 'Het is goed. Ik ben niet boos op je.'

'En ik wil jou ook niet kwijt,' ging ik verder.

Ik voelde dat Luke knikte. 'Dan zijn we het daar tenminste over eens.'

We waren weer even stil. Het was een fijn moment. Soms zei een stilte meer dan een heel gesprek kon doen.

'Misschien moeten we maar weer terug gaan,' stelde ik na een tijdje voor. Mijn ouders waren vast bezorgd. Ik was er weer eens zomaar ervandoor gegaan. Het begon een beetje een gewoonte te worden.

Luke liet me los en knikte. 'Goed idee.'

Hand in hand liepen we terug naar de flat. Ik merkte nu pas hoe ver ik had gelopen. Het duurde minstens 20 minuten voordat ik de flat weer zag.

We namen de lift naar de zevende verdieping en voor de deur van appartement 729 bleven we stilstaan. Luke trok me naar hem toe en kuste me zacht op mijn lippen. Hij deed zijn mond open om iets te gaan zeggen en toen opeens werden zijn ogen wazig.

Ik had dit vaker gezien en wist wat het betekende, maar toch schrok ik even. Het zag er een beetje eng uit.

Als Lukes ogen wazig werden betekende het dat hij en Iris telepathisch met elkaar praatten.

'Jade,' mompelde hij. Ik keek hem angstig aan en hield zijn armen stevig vast. 'Wat is er met haar,' vroeg ik.

Toen werden Lukes ogen weer normaal. 'We moeten terug,' zei hij. 'Nu meteen.' De paniek was duidelijk op zijn gezicht te zien.

'Wat? Waarom? Wat is er gebeurt? Is ze ontsnapt?'

Luke schudde zijn hoofd. 'Ga je mee of blijf je hier?'

Ik keek hem verward aan. 'Zeg me eerst wat er aan de hand is. Dan kan ik die vraag beantwoorden.'

'Ze heeft Matt verwond,' zei Luke. 'Iris vraagt of we komen. Matt is gewond en ik moet hem helpen. Ga je mee?'

Luke zei het heel erg rustig, maar ik zag de paniek op zijn gezicht. Als Jade haar eigen familie echt iets had aangedaan, had Dean haar echt heel erg veranderd. Nee, niet veranderd, maar kapot gemaakt. Hij had haar kapot gemaakt.

'Geef me twee minuten,' zei ik en ik duwde hem de gang in, naar de liften. 'Ik regel dit even met mijn ouders en dan kom ik naar je toe.'

Luke keek me even aan, drukte snel een kus op mijn voorhoofd en rende toen met twee treden tegelijk de trap af.

Ik haalde diep adem en drukte op de bel. Ik wist niet hoe boos mijn ouders zouden worden, maar ik had het er voorover. Ik zou zeker weten weer huisarrest krijgen. Maar dat kon me niet schelen.

Ik hoorde dan wel niet echt bij Lukes familie, maar het voelde wel zo. En voor je familie had je alles over, toch?

Super leuk dat jullie mijn verhaal nog steeds leuk vinden. Dat betekent heel veel voor me :) Ik wil jullie allemaal heel erg bedanken voor alle comments en votes. Daar maken jullie me zo blij mee! Door jullie schrijf ik nog steeds verder (anders was ik waarschijnlijk allang met dit boek gestopt).


Green Eyes (oude versie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu