Hoofdstuk 34

1.5K 100 19
                                    

Hoofdstuk 34

Ik had een plan. Nou ja, ik had een paar ideeën die misschien tot een plan zouden kunnen leiden.

Mijn eerste idee was om te doen wat Dean me zei. Dat was natuurlijk niet echt een heel goed idee, maar ik zag geen andere oplossing. Volgens mij was het nogal onmogelijk om Dean te slim af te zijn.

Mijn tweede idee was om Luke op de een of andere manier te beschermen. Ik wist niet hoe, maar misschien kon ik hem zeggen dat hij moest vluchten. Waarschijnlijk zou hij dat niet doen, maar ik kon het proberen.

Het moeilijkste van mijn plan, of eigenlijk het deel dat het meeste pijn deed, was mijn laatste idee. Ik had bedacht om afstand te scheppen tussen mij en Luke. Als ik echt zijn familie ging verraden, kon hij me maar beter van te voren haten. Dat zou dingen tenminste iets gemakkelijker maken.

Al deze domme ideeën zouden tot een geweldig plan moeten leiden waarbij Dean dood zou gaan, Luke veilig zou zijn en iedereen nog lang en gelukkig zou leven. Maar ik was er niet van overtuigd dat dat ging werken. Helemaal niet eigenlijk.

Ik liep door de gangen van school op weg naar mijn kluisje. Vanochtend was ik met Nicole naar school gereden, dus ik had Luke de hele dag nog niet gezien. Ik wist niet hoe ik me bij hem in de buurt moest gedragen. Moest ik normaal doen of hem gewoon negeren?

Toen ik aankwam bij mijn kluisje, deed hem open en propte er wat boeken in. Toen ik hem bijna weer dicht wilde doen, zag ik het briefje. Ik pakte het op en vouwde het open. Er stonden maar vier woorden op. Maar wel precies vier woorden die me doodsbang maakten.

Vanmiddag 4 uur, kerkhof.

De rillingen liepen over mijn rug. Ik wist van wie dit briefje was. Ik keek om me heen, maar er waren haast geen mensen in de gang. Ik zag hem niet, maar dat zei natuurlijk niets. Hij kon overal zijn. Nog een keer keek ik om me heen, maar de gang was leeg op een paar leerlingen na.

Zo snel mogelijk propte ik het briefje in mijn broekzak en liep ik de gang uit. Ik bleef over mijn schouder kijken, maar er was echt niemand. Ik probeerde te kalmeren, maar het idee dat hij zo dichtbij was geweest maakte me bang. Echt bang. Misschien had hij iemand wel iets aangedaan! En dat allemaal door mij.

Ik liep de kantine in en toen ik al mijn vrienden zag zitten, voelde ik me al iets beter. Ze waren oké.

Snel ging ik bij ze zitten. Rachel glimlachte even naar me, maar verder werd ik niet opgemerkt. Ik probeerde mijn veel te snel kloppende hart rustig te houden, maar ik was nog steeds bang. Ik keek de hele tijd om me heen. En toen, heel even, dacht ik Joseph te zien, maar toen ik nog een keer keek was hij weg.

De verdere ochtend ging in een waas voorbij. Toen het eindelijk pauze was, was ik helemaal kapot. Het was vooral erg dat Luke de hele tijd naar me keek en ik dan weg moest kijken. Ik had dit hele stomme plan wel zelf bedacht, maar het was echt afschuwelijk. Hoe kon ik Luke nou negeren?

In de pauze kwam hij naast me zitten. Hij zette zijn dienblad met een klap op tafel. Ik schrok zo dat ik mijn broodje bijna liet vallen.

'Kunnen we even praten,' fluisterde hij in mijn oor. Hij klonk niet heel boos, maar ook niet echt aardig.

Ik keek hem een beetje zenuwachtig aan. 'Ja tuurlijk. Waarover?'

'Niet hier. Kom.' Hij stond op en pakte mijn hand. Hij trok me mee door de gangen en duwde een paar mensen aan de kant. Bij mijn kluisje bleven we staan.

'Oké, waar wilde je over praten,' vroeg ik zenuwachtig. Ik sloeg mijn armen over elkaar en keek naar alles behalve hem. Ik voelde dat hij me onderzoekend aankeek, maar ik negeerde het.

Green Eyes (oude versie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu