Hoofdstuk 36

1.5K 98 18
                                    

Hoofdstuk 36

Hoe vang je iemand die onzichtbaar is? Niet, zou ik zeggen. Maar Matt leek daar heel anders over te denken. Hij tuurde de kerk door alsof Joseph zomaar zou verschijnen. Misschien zou dat ook wel gebeuren. Wat wisten wij nou van zijn gave? Misschien kon hij maar een paar minuten onzichtbaar blijven. Misschien was het net zoals je adem inhouden, dat kon je ook niet voor altijd volhouden.

'Daar,' gilde Iris. Ze stond nog steeds met haar rug tegen de deur aan en wees nu naar de rechterkant van de kerk. Daar stond Joseph. Hij stond met zijn handen tegen zijn buik gedrukt en hijgde. Soms verdween hij even en dan verscheen hij weer. Hij was net een kapotte lamp die flikkerde.

Matt liep langzaam op hem af, maar Joseph bewoog niet. Hij bleef staan en keek me boos aan. Maar wat had hij dan gewild? Dat ik hem zou laten doodbloeden? Hij zou me juist dankbaar moeten zijn. Ik had wel zijn leven gered!

Luke stond ook op en liep achter Matt aan. 'We zullen je niets doen. We kunnen je zelfs helpen. Je moet alleen even meewerken,' zei Luke rustig.

Joseph lachte, en dat veroorzaakte een pijnscheut waardoor hij ineen kromp. 'Ik vertrouw jullie niet,' zei hij met een van pijn vertrokken gezicht. Hij greep zich vast aan een van de banken om rechtop te blijven staan.

Ik krabbelde overeind en rende naar hem toe. Toen ik halverwege was greep Luke me vast en hield me tegen. 'Je moet ze vertrouwen. Ze doen je niets,' zei ik tegen Joseph terwijl ik me los probeerde te trekken uit Lukes greep. 'Laat me los,' zei ik zacht zodat hij het alleen kon horen.

'Nee,' zei hij terug, even zacht als ik het had gezegd.

Ik zuchtte diep en hield op met me los trekken. 'Je kunt ons vertrouwen,' zei ik nog een keer tegen Joseph.

'Oh, dus nu hoor je ook al bij ze,' vroeg hij spottend.

Ik haalde mijn schouders op. 'Ik hoorde altijd al bij ze.'

Luke wreef even over mijn arm. Waarschijnlijk was hij het met me eens.

'Wie zegt dat jullie me niet vermoorden,' vroeg Joseph. Zijn gezicht werd steeds bleker door al het bloed dat hij verloor.

'Daar hebben we niets aan,' zei Matt. 'We moeten je eerst nog verhoren en dat kan niet als je dood bent,' hij dacht even na, 'of als je bijna dood bent.' Hij grijnsde.

Joseph knikte en hij dacht even na. Toen keek hij naar mij. 'Je hebt ze zeker alles al verteld, hé?'

Ik knikte. 'Het meeste wel.'

'Oké.' Hij dacht weer even na. 'Gaan jullie...' Hij haalde moeilijk adem. 'Gaan jullie Dean vermoorden?'

'Ja,' zei Matt.

'Dat weten we niet zeker,' zei George op precies hetzelfde moment.

Matt keek zijn vader boos aan. 'Hij verdient het, pap.'

'We kunnen niet zomaar over iemands leven beslissen, Matt,' zei Nadine. 'Dat is niet aan ons.'

'Maar...' begon hij verontwaardigd. George stak zijn hand op ten teken dat hij stil moet zijn. 'We zien het wel als het zover is.'

Matt keek hem chagrijnig aan. 'Toch verdient hij het om dood te zijn,' mompelde hij. Joseph keek van de een naar de ander. 'Dus, gaat hij dood of niet?'

'Waarschijnlijk wel,' zei Matt.

Joseph knikte. 'Oké, en jullie hebben Jade toch? Is ze.. is ze oké?'

'Ken je haar,' vroeg Luke. Hij sloeg zijn armen nog wat strakker om mijn middel.

'Ja, ik ken haar.' Joseph wankelde even. Het leek alsof hij ging flauwvallen. Ik wilde naar hem toe om hem te helpen, maar Luke hield me tegen. 'Luke is een genezer, hij kan je helpen,' zei ik paniekerig.

Green Eyes (oude versie)Where stories live. Discover now