Hoofdstuk 44: Weg

713 55 32
                                    

Albus pakt zijn boeken bij elkaar en stopt ze in zijn tas. Scorpius doet hetzelfde en samen lopen ze naar buiten. Ze lopen met zijn tweeen door de hal naar the Great Hall voor de lunch, maar dan breekt Rose plotseling tussen hen door en haakt haar arm door die van Scorpius.

'Hey, wil je samen lunchen?'

Scorpius's gezicht breekt open, maar toch kijkt hij Albus nog even aan. Die haalt ongeinteresseerd zijn schouders op en maakt een wegwerpgebaar. Hij wist dat hij geen inspraak had als het ging om Rose. Hij houdt zijn pas in en Scorpius en Rose lopen arm in arm weg. Rose draait zich nog even om en kijkt Albus aan.

'Doei Al!'

Albus' ogen worden groot. Rose had hem nog nooit Al genoemd. Zijn gedachten worden echter onderbroken als hij een harde klap op zijn schouder voelt. Dan verschijnen de zwarte wilde krullen van James in zijn ooghoeken.

'Jij ook in de steek gelaten door je beste vriend?'

Albus kijkt James met een schuin oog aan. Aan zijn andere kant doemt zijn neefje Fred II op, deel van zijn broers groepje en, net als het overgrootte deel van het legioen Weasley op Hogwarts, een Gryffindor.

'Rose laat ons ook in de steek sinds ze een relatie hebt met die Malfoy, en...'

Albus knarst hoorbaar met zijn tanden, zijn blik is gericht op de grond en donker terwijl zijn broer hem mee door de gang trekt.

'Doe niet alsof je er niet alles vanaf weet James. Alsof het niet jou idee was om Rose een relatie te laten beginnen met Scorpius.'

James houdt zijn pas in.

'Oh, weet kleine Albus hoe het in elkaar steekt?'

Albus' ogen schieten naar James.

'Ik weet dat dit alles een grote grap is om Scorpius een hak te zetten. Terwijl hij je nooit iets heeft gedaan, ben jij erop gebrandt om zijn leven tot een hel te maken...'

James tuit zijn lippen en schudt zijn hoofd.

'Tut tut tut broertje van me. Die Malfoy heeft meer op zijn geweten dan hij weet...'

Albus rukt zich los uit zijn broers greep en draait zich om, zodat hij hem recht aan kijken.

'Praat geen onzin James. Scorpius heeft je nooit iets gedaan maar je maakt zijn leven maar al te graag tot een hel, zonder daar echt een rede voor te hebben.'

James schudt zijn hoofd.

'Dat zie je verkeerd Albus, ik heb een rede.'

Hij leunt naar zijn kleine broertje toe.

'Het is leuk.'

Hij schiet in de lach en Fred II volgt zijn voorbeeld, samen lopen ze door, Albus achterlatend. Maar dan draait James zich weer terug naar Albus.

'Oh, en broertje, als je dat vriendinnetje van je ooit nog een keer tegenkomt, bedank haar dan. Ze heeft Scorpius nog dichter bij Rose gebracht met haar actie. Ik had het haar zelf gezegd, maar ze is blijkbaar al bijna een week vermist.'

Nog altijd lachend loopt de oudste
Potter weg en Albus kijkt hem na. Hij pakt de band van zijn boekentas vast en loopt richting de binnenplaats, hij had geen honger meer. Het was waar wat James had gezegd. Layla was weg. Ze leek van de aardbodem verdwenen. Hij had haar niet in de Great Hall gezien na haar ruzie met Scorpius en volgens haar jaargenoten was ze ook niet naar de les gekomen de daarop volgende dagen, ook niet naar de N.E.W.T vakken die ze volgde. Hij had aan professor Longbottom gevraagd of hij wist waar zijn dochter was, maar die had Albus op dat moment dezelfde vraag willen stellen. Hij stapt naar buiten en ziet meteen Lizzy en haar vriendinnen staan. Hun blikken kruisen elkaar en lezen ze in elkaars ogen af dat ze beide niet meer wisten. Hij loopt verder en verlaat de binnenplaats weer naar een groot grasveld dat uitkeek op the Black Lake. Hij gaat zitten en zet zijn boekentas naast zich neer. Met zijn handen gaat hij door zijn haren heen en zo blijft hij zitten. Het leek nog zo kort geleden dat hij Layla voor het laatst had gezien. Dat ze hem naar Scorpius liet gaan. Als hij bij haar was gebleven, was het dan anders gelopen? Scorpius kon het niets interesseren. Als hij ook maar de naam Layla hoorde werd hij woedend om wat ze tegen hem had gezegd. Hij geloofde het niet wat ze hem had gezegd, had haar een jaloers egocentrisch kreng genoemd toen Albus hem had gevonden. Maar de jonge Potter had nu ondertussen ook gezien wat Layla ook had gezien. Dat alles wat Scorpius en Rose hadden en leugen was. Hij was echter te bang om er iets van te zeggen, uit angst zijn vriendschap met Scorpius te verbreken. Layla was niet bang geweest, en had de waarheid willen zeggen, ondanks dat ze daar zo hard voor gestrafd zou worden door iemand waarvan ze hield. Iedereen houdt van Scorpius. Iedereen. Waarom houdt er niemand van mij?! Ik kende Layla al langer dan Scorpius. Ik zou haar nooit zoiets aandoen, zelfs als ik haar niet geloofde. Waarom kan ze niet van mij houden, waarom houdt ze alleen maar van....

The Last SnapeWhere stories live. Discover now