Hoofdstuk 31: Hoop kan de Oplossing brengen

1.3K 108 32
                                    

'En Sev, heb je al iets gevonden?'

Fred kijkt met een schuin oog op van zijn cauldron, waarin hij bezig was met het maken van Wolfsbane Potion. Hij maakt het vaker, en het was bijna net zo perfect als zijn moeders Wolfsbane. Elke keer leverde hij het af in een holle boom ergens in Engeland, waar iemand het weer op kwam halen. Het was iets waar hij zes jaar na de dood van zijn moeder mee begonnen was, nadat hij een brief had ontvangen van een anoniem persoon die hem en zijn broertje had gesmeekt om Wolfsbane te maken voor hem als een van hen het talent van hun moeder had, met daarbij een plaats waar het neergelegd moest worden. Fred, toen 14 jaar oud, was onmiddellijk begonnen en de eerstvolgende volle maan was de eerste voorraad klaar. Na nog een brief te hebben ontvangen met daarin een bericht dat alles goed was en het heel fijn zou zijn als dit voortgezet kon worden, was Fred er nooit mee opgehouden. Nooit had hij zich afgevraagd wie de anonieme persoon was en hij had er nog nooit met iemand over gesproken, behalve zijn tweelingbroer natuurlijk. Die zat nu tegenover hem, te lezen in de dossiers die in stapeltjes om hem heen lagen, haren als een gordijn voor zijn gezicht.

'Sev?'

Langzaam gaat het gezicht van Severus omhoog, zijn vinger rustend op waar hij was gebleven, ook al wist hij dondersgoed waar hij was, hij kende de dossiers bijna uit zijn hoofd. Fred kijkt zijn broertje aan, die merkt de blik op en wrijft meteen met zijn vrije hand zijn haren uit zijn gezicht, zodat hij zijn broer met zijn pikzwarte ogen aan kan kijken. Ze waren zo donker als die van zijn grootvader, bijna net zo'n zwarte irissen als zijn pupillen.

'Zei je wat Fred?'

Fred schiet kort in de lach.

'Ik heb je pas vier keer gevraagd of je al iets hebt Sev, dat is alles.'

Severus glimlacht zwak en kijkt dan weer even naar het dossier op zijn schoot. Ze waren sinds afgelopen zomer vaker bij elkaar gaan zitten. Zeker Fred vond dat belangrijk, zodat hij zijn broertje in de gaten kon houden. Maar stiekem vond Severus het ook wel fijn om dichter in de buurt van zijn broer te zijn. Ook al woonden ze al 22 jaar bij elkaar in hetzelfde huis, waarvan 14 jaar met z'n tweeen, de jongens waren van elkaar vervreemd sinds ze van Hogwarts waren gekomen. En daarvoor gaf Severus zichzelf de schuld. Maar nu zou het voor eens en altijd voorbij zijn, tenminste...

'Ik kom maar niet verder.'

Fred kijkt zijn broertje aan, hij roert nog een keer door zijn cauldron en tovert dan het vuur uit. Hij loopt om de tafel heen naar de stoel van zijn broertje, die onbeweeglijk zit.

'Hoe bedoel je Sev?'

Dan vliegt plotseling het dossier door de kamer, Severus buigt nog verder naar voren en grijpt met zijn handen in zijn haren. Dan kijkt hij op, de tranen branden in zijn ogen, iets wat Fred door de lokken haar heen ziet.

'Ik kom maar niet verder. Ik weet niet waarom, maar alles leidt op de een of andere manier naar Regulus Black.'

Fred kijkt zijn broertje verbaasd aan.

'Regulus? Hoe bedoel je, denk je dat hij...'

Severus schudt zijn hoofd.

'Nee, hij heeft het niet gedaan. Maar hij zou ooit woorden hebben laten vallen dat hij iets zou weten.'

Fred glimlacht.

'Nou dan ben je toch al een stap verder?'

Maar dan betrekt zijn gezicht onmiddellijk weer bij het zien van het gezicht van Severus.

'Hij heeft nooit zijn verhaal uitgesproken?'

Severus knikt langzaam.

'De enige getuige van de moord op onze moeder is overleden voordat hij zijn verhaal kon doen. De afspraak met de Aurors stond twee dagen later.'

The Last SnapeWhere stories live. Discover now