Dinsdagmiddag- Viënna pov.
We lopen met z'n zessen gehaast richting het voetbalveld, de jongens, Brianna en ik. We zijn zo ongeveer een kwartier te laat en ondanks dat Coach een fijne leraar is, vindt ze het niet fijn als we te laat komen. Dus we weten allemaal wat ons te wachten staat zometeen.
'Vier rondjes om het veld heen,' beveelt ze ons als we uitleggen waarom we te laat zijn. Ik laat mijn schouders verslagen naar beneden zakken en begin dan aan onze verdiende straf. Ik weet dat dit nog maar het begin is van een erg zware training, maar toch zit ik hier het meest tegenop.
Ik ren op een rustig tempo naast Brianna. We zeggen niets, omdat we beiden onze volledige adem nodig hebben voor het rennen. De jongens lijken het minder zwaar te hebben en hebben ons al bijna een rondje ingehaald. Ik brom geïrriteerd als ik Seb langs me heen zie sprinten. Hij steekt plagend zijn tong naar me uit, waarna hij verder rent.
'Niet zo mokken,' hoor ik ineens een plagende stem naast me. Ik kijk hem zijwaarts en en geef hem een lichte duw, waardoor hij zacht moet lachen.
'Aiden, laat me nou rustig rennen,' snauw ik hem toe. Ik ben nogal geïrriteerd door het feit dat Coach ons laat rennen. Iedereen vergeet toch wel eens de tijd?
'Rustig rennen?' vraagt hij verbaasd. 'Dit is een straf! Je zou je helemaal suf moeten sprinten,' grinnikt hij.
Ik rol mijn ogen. 'Als jij je suf wil rennen, ga je gang,' hijg ik. Ik ben niet gemaakt om te rennen en tegelijkertijd ook hele conversaties te houden.
Gelukkig besluit ook Aiden dat het gesprek afgelopen is en sprint hij verder het veld rond. Ik heb uitzicht op zijn gespierde rug en kan niet voorkomen dat mijn blik wat naar onderen zakt. Op deze manier is rondjes rennen toch zo erg nog niet.
Na vier rondjes te hebben gerend, ben ik kapot, maar de echte training moet nog beginnen. Coach roept iedereen bij elkaar. De rest was nog maar aan het inspelen, dus we beginnen nu pas aan de warming-up.
Het lijkt wel of mijn spieren in brand staan als we heen en weer moeten rennen en ondertussen opdrachten moeten uitvoeren. Ik probeer elke kans te grijpen om even op adem te komen, maar Coach ziet erop toe dat ik doorga met rennen. Haar strenge bevelen galmen het veld over.
Als de warming-up voorbij is, laat ik me languit op het gras vallen. Als het zonlicht voor mijn ogen verdwijnt, kijk ik op, om vervolgens recht ik het gezicht van Coach te kijken.
'Gaan jullie nog een keer telaat komen, denk je?' vraagt ze met een hint van sarcasme in haar stem.
Met grote ogen schud ik mijn hoofd. 'Nee Coach, nooit meer,' verzeker ik haar gehaast.
Ze knikt goedkeurend en kijkt me dan met vernauwde ogen aan.
'Haal die luie kont dan van dat gras af en laat me echt voetbal zien'.
* * *
Aan het einde van de training doen we zoals gewoonlijk een wedstrijd. Ik zit samen met Luciën, Nathan, Seb en nog wat jongens die ik niet ken. We bespreken een tactiek, gaan dan in de opstelling staan en wachten op het startsignaal. Als Coach op haar fluitje blaast, sprint ik het veld over.
Luciën krijgt de bal en ik sprint met hem mee richting het doel van de tegenstander. Ik steek mijn hand op als teken dat ik vrij sta en Luciën blikt kort mijn kant op, maar het ziet er niet naar uit dat hij de bal naar me gaat overspelen. In plaats daarvan doet hij zelf een poging om te scoren, wat hem nog lukt ook.
Ik rol mijn ogen en laat een gefrustreerde grom horen. Ik praat mezelf ik dat hij het niet waard is en ren daarom zonder er iets van te zeggen weer terug naar mijn plek. Coach is echter van plan om er wel wat van te zeggen.
'Je speelt in een team, Luciën,' spreekt ze hem aan. 'Dus ik verwacht ook van je dat je samenwerkt. Viënna stond helemaal vrij aan je rechterkant'.
Hij heft zijn blik op en kijkt me recht in mijn ogen aan. Er zit een gevaarlijke twinkeling in zijn blik, maar het enige wat ik doe is hem vuil terug aanstaren.
'Ik voetbal met spelers die het waard zijn om mee samen te werken. De rest is weer goed om andere dingen mee te doen,' hoor ik hem zeggen. Hij weet dat ik hem heb gehoord, want hij kijkt me uitdagend aan. Ik steek woedend mijn middelvinger naar hem op als reactie.
'Negeer hem,' hoor ik Nathan naast me zeggen. Ik knik en draai mijn blik weg van Luciën. Ik kijk Nathan dankbaar aan.
Na de training ben ik verbaasd dat het me nog lukt om op mijn benen te staan. Ik voel me halfdood, mijn longen branden en mijn benen zijn verzuurd. Deze training was de zwaarste die ik tot nu toe heb gehad. Coach heeft het ons niet makkelijk gemaakt.
Ik wil samen met Brianna terug naar het hoofdgebouw lopen, als ik zie dat ze met een jongen staat te praten. Ik herken hem als Dustin, de blauwharige vriend van Luciën, die ook veel met Nathan omgaat. Ik trek verbaasd mijn wenkbrauw op als ik ze samen zie lachen.
'Hij vraagt haar mee naar het Zomergala,' hoor ik Nathans stem naast me zeggen. 'Hij zat de afgelopen dagen erg te twijfelen, maar toen ik hem net vertelde dat Brianna zelf misschien iemand gaat vragen, was de knop voor hem om'.
Een brede glimlach kruipt op mijn gezicht als ik naar het koppel kijk. Dustin is zeker niet onaantrekkelijk en zijn blauwe haren staan hem goed. Hij zou een uitstekende match voor haar zijn.
'Eigenlijk had zij hem moeten vragen,' mompel ik, ondanks dat ik blij ben dat ze nu wel een koppel heeft voor het gala.
'Hoezo?' vraagt Nathan verbaasd. 'Het maakt toch niet uit wie wie vraagt? Als ze maar samen gaan'.
Ik haal mijn schouders op. 'Jawel, maar ik wil Aiden bewijzen dat meiden ook prima de jongens kunnen vragen'.
Hij schiet in de lach en schudt zijn hoofd. 'Soms kan je zo koppig zijn,' grinnikt hij.
Ik rol grijnzend mijn ogen. Dat is iets wat gewoon niet te ontkennen valt.
'Hoe gaat het eigenlijk tussen jullie twee?' vraagt hij verder. Ik besluit niet op Brianna te wachten, aangezien het er niet uitziet dat ze binnen nu en tien minuten klaar is met haar gesprek. Daarom loop ik samen met Nathan naar het hoofdgebouw.
'Het gaat wel prima, geloof ik,' antwoord ik eerlijk. Er zijn geen problemen meer tussen Aiden en mij. We zijn beiden nogal koppig en vasthoudend en dat kan af en te voor meningsverschillen zorgen, maar over het algemeen gaat het goed. Ik weet niet over het echt verliefde gevoelens zijn, maar dat ik iets voel voor Aiden, is duidelijk. Ik weet alleen nog steeds niet of Aiden ook echt iets voor mij voelt, of dat hij het gewoon casual wil houden zonder ingewikkelde gevoelens. En ikzelf heb er ook niet zo'n probleem mee om het simpel te houden.
Nathan knikt. 'Ik ben blij dat het weer goed zit tussen jullie,' bekent hij glimlachend.
Ik kijk hem glimlachend aan. 'Heb jij eigenlijk al iemand op het oog?'
Hij lacht en schudt zijn hoofd. 'Ik ben niet zo van de relaties, daar krijg ik alleen maar gedoe van,' legt hij uit. Ik wil erop doorvragen, als ik ineens een hand om mijn middel voel glijden.
Aiden trekt me strak tegen zijn gespierde borstkas aan, haast alsof hij zijn vriend nog even extra duidelijk wil maken dat ik bezet ben, ondanks dat ik dat helemaal niet ben. Er is niets officieel tussen ons, alhoewel het wel iets moet betekenen dat we samen naar het gala gaan.
Er wordt verder niets meer gezegd en we lopen alledrie in stilte richting onze slaapkamers. Nathan kijkt voor zich uit en ik weet dat er iets speelt, maar ik houd mijn mond erover. Binnenkort vraag ik erover door, maar nu zijn we allemaal moe van de training.
* * *
Mijn hemel, dit boek heeft nu al de 1k gehaald!! Tijd voor een feestje! Ik had niet verwacht dat het zo snel zou gaan! Iedereen echt super veel bedankt voor het lezen, reageren en stemmen. Jullie zijn echt helden!
Liefs,
nachtgedaante