Zoals verwacht was mijn vader helemaal niet blij met mijn punten. Hij had me uitgescholden voor het meest lelijke en domme ding op aarde. Mama had erg haar best gedaan om het toch gezellig en leuk voor mij te maken. Toch wou ik hier zo snel mogelijk weg. De vakantie was nog niet goed begonnen en ik had al enkele blauwe plekken, dat beloofde voor de rest van de dagen.
Sanura deed haar best wel om me af te leiden met enkele spelletjes te spelen maar als pap in de buurt was kon dat helaas niet. Met een zucht plofte ik in de zetel en nam ik het Toverdranken boek er bij. Morgen mocht ik eindelijk naar Harry. Ik miste hem zo ontzettend hard. Ik schrok toen ik de deur achter mij hoorde dicht gaan maar al snel was ik gerustgesteld toen ik mama zag.
"Het spijt me." Zei ze terwijl ze er kwam bij zitten. "De vakantie zou ontspannend moeten zijn."
Ik schudde mijn hoofd. "Jij kan er niet aan doen."
"Heb je niet afgesproken met jouw vrienden?" Vroeg mam om de sfeer wat luchtiger te maken.
Ik knikte. "Morgen zou ik naar Willow gaan en vrijdag gaan we samen met Benno en Draco kamperen." Loog ik toch een beetje.
Mama knikte. "Dat klinkt heel erg gezellig."
"Dat wordt het hopelijk ook." Glimlachte ik een beetje moe.
"En euhm..." Begon mam opnieuw. "Hoe zit het nu eigenlijk met dat vriendje van jou?"
"Oh euhm... Goed hoor." Voelde ik mijn wangen rood worden.
Mama grinnikte er even om. "Moet je dan niet met hem afspreken?"
"Wel... Eigenlijk..." Ik twijfelde, maar mam vertrouwde ik wel. "Ik ga morgen niet naar Willow maar naar hem."
Ze fronste even. "Waarom lieg je daar over?"
"Omdat..." Opnieuw zuchtte ik. Her is misschien tijd om eerlijk te zijn. Ik zou Harry ook niet kunnen blijven verstoppen. Het zou alleen maar moeilijker morgen dan. "Omdat mijn vriendje Harry Potter is." Gooide ik er uit.
Mama leek een beetje bleek weg te trekken. Alsof er iets was dat ik helemaal nog niet wist. Net voor mama iets wou zeggen hoorden we mijn vader. "Wat!?" Brulde hij.
"Ben jij echt helemaal achterlijk!?" Riep hij nog luider dan daarnet.
"Ach, als ze nu gelukkig is me-" Begon mijn moeder.
"Hou je mond!" Snauwde hij naar mijn moeder.
Mijn vader trok me aan mij haren uit de zetel en duwde me bruut tegen de muur aan. "Jij bent echt de aller grootste schande voor onze familie!" Hij hield zijn hand stevig om mijn keel heen waardoor ik moeite kreeg met ademen.
"Ambrosius, hou op." Smeekte mijn moeder bijna.
Mijn vader negeerde haar en lang duurde het niet voor ik een branderig gevoel kreeg op mijn wang. Ik deed mijn best om adem te krijgen maar dat lukte niet zo heel erg goed.
"Vergeet het dat jij naar hem toe gaat morgen!" Riep pap in mijn gezicht.
"Laat haar toch gaan." Probeerde mama nog steeds smekend. "Het komt misschien nog wel van pas."
De aandacht van mijn vader richtte zich op mijn moeder waardoor zijn grip wat losser werd en ik terug adem kreeg. De tranen rolden ondertussen over mijn gezicht maar nog steeds kon ik niet weg vluchten. Papa leek duidelijk na te denken over iets maar voor ik er tussen uit kon muizen keek hij me terug aan.
"Vergeet die jongen." Siste hij.
Ik schudde mijn hoofd. "Ik zie hem graag."
"Jij!... Jij groot stuk vuil!" Riep mijn vader.
Sanura kwam net binnen gelopen met een plateau drankjes aangezien het bijna tijd was om te eten. Ze schrok erg van het hele gebeuren. "Jij bent mijn dochter niet! Jij bent de naam Jones niet eens waard!" Bleef mijn vader furieus roepen.
"Ik schaam me dat jij mijn dochter moet zijn!"
Zijn geroep kwam gepaard met een paar duwen en schoppen. Hij draaide zich van me weg, graaide een drankje van Sanura haar plateau en gooide het naar mijn hoofd. Omdat ik het ontweken had gooide hij nog een tweede. Het zorgde er voor dat er opnieuw een kras op mijn wang verscheen.
"Jij bent echt een zwakkeling!" Riep mijn vader toen ik mezelf tegen de muur naar beneden liet schuiven.
Met grote woeste stappen liep hij naar mijn moeder en hij trok haar mee naar hun bureau. Ik hoorde hun tegen elkaar roepen maar wat ze precies zeiden hoorde ik niet. Ik wou het ook niet horen. Ik wist dat mijn vader mijn moeder ook pijn zou doen. De tranen rolden van mijn gezicht af en Sanura kwam voorzichtig naar me toe.
"Kan ik iets voor U doen juffrouw Jones?" Vroeg haar zachte stemmetje voorzichtig.
Ik schudde mijn hoofd en raapte de glasscherven op. Sanura hoefde dit niet op te ruimen. Ik legde de scherven bij op haar plateau voor ik naar boven liep. Haastig schreef ik nog een briefje voor mama dat ik op mijn bureau legde. Veel stond er niet op, alleen dat ze zich geen zorgen moest maken. Haleigh liet ik vrij ook al leek ze niet goed te weten naar waar ze moest vliegen.
De tranen bleven over mijn gezicht rollen en ik moest hier nu gewoon weg. Ik sloot mijn ogen en niet veel later begon alles te draaien. Ik had dan ook een hekel aan verschijnselen. Een paar seconden later stond ik voor het huis waar Sirius woonde en Harry verbleef. Het was helemaal niet slim om naar hier te komen maar hier wisten mijn ouders me niet zijn. Als ik naar Draco, Willow of Benno was gegaan duurde het exact een uur voor mijn ouders me zouden vinden.
Met bibberende handen deed ik een poging om mijn tranen opnieuw weg te wrijven. Opnieuw begon ik te twijfelen. Ik kon ook gewoon weg gaan maar ik wou niet alleen zijn. Toch klopte ik aarzelend aan. Onmiddellijk had ik er spijt van aangezien ik Harry zijn avond niet wou verpesten. Toch had ik de tijd niet meer om van gedachten te veranderen. De deur werd geopend en Harry kwam tevoorschijn. Onmiddellijk verscheen er een bezorgde blik op zijn gezicht.
"Fara?" Vroeg hij bezorgd. "Wat... Je... Kom hier."
Harry trok me onmiddellijk dichter bij. Mijn armen sloeg ik om zijn middel heen en mijn hoofd leunde tegen zijn schouder aan. De tranen kon ik niet meer inhouden en onmiddellijk trok Harry me nog dichter. Hij hield me stevig vast en wreef zacht door mijn haren om me te kalmeren. Even leek het niet te werken omdat ik met moeite adem kreeg door het gesnik. Toch sloeg Harry er in om me te kalmeren. Hij bleef door mijn haren wrijven en gaf me af en toe een kus op mijn hoofd.
"Gaat het?" Vroeg hij zacht zonder me los te laten.
Ik knikte maar ook ik liet hem nog niet los. Hem nu zo dicht bij me hebben leek alles te zijn wat ik nu nodig had. "Is alles in orde hier?" Hoorde ik waarschijnlijk Sirius vragen.
Snel liet ik Harry terug los en toch beschaamd wreef ik mijn tranen weg. Sirius durfde ik niet zo goed aankijken en Harry wreef even geruststellend over mijn rug. "Kom binnen." Zei Sirius lief. Harry liet zijn hand op mijn rug liggen en leidde me mee naar binnen. Gelijk voelde ik me schuldig toen ik zag dat ik hun spelletjes avond onderbroken had.
"Sorry ik wist niet dat... Ik wou jullie avond niet verpesten." Mompelde ik nog steeds beschaamd.
"Dat heb je niet gedaan." Zei Harry gelijk. "Toch?" Vroeg hij ter bevestiging aan Sirius.
"Helemaal niet." Stelde hij me toch ook wat gerust. "Ik ga wat halen voor die kras op jouw gezicht."
Sirius verdween uit de woonkamer en Harry deed teken dat ik moest gaan zitten. Toch wat aarzelend nam ik plaats in hun knusse zetel. Harry kwam naast me zitten en keek me nog steeds bezorgd aan. Ik zag er ook waarschijnlijk niet uit.
"Wat is er gebeurt?" Vroeg hij rustig.
"Papa." Mompelde ik. "Hij euhm... Hij was niet zo blij te horen dat we een koppel waren."
Harry fronste nog bezorgder dan daarnet. "De blauwe plekken komen door mijn punten niet goed genoeg waren." Voegde ik er nog aan toe.
"Het spijt me echt enorm Faar." Zei Harry toch wat moeilijk.
"Het is niet jouw schuld." Stelde ik Harry gerust.
"Fara?" Trok Sirius mijn aandacht. "Dit zalfje zorgt er voor dat die kras morgen van jouw mooie snoet is."
Ik schrok even aangezien ik hem niet had horen binnen komen. Ik bedankte hem en Sirius gaf de zalf aan Harry die het vervolgens voorzichtig aanbracht op de wonde. Zou Sirius gehoord hebben wat er was gebeurt? Ik voelde me eigenlijk wat op mijn ongemak omdat ik hier zo maar ben binnen gevallen en ook omdat ik Sirius helemaal niet kende. Een eerste goede indruk heb ik alleszins niet gemaakt.
"Sorry als ik jou pijn heb gedaan." Zei Harry toen hij klaar was met de zalf aan te brengen.
Ik schudde mijn hoofd. "Dat heb je niet." Stelde ik hem gerust. "Dank je wel."
Harry keek me nog steeds zo bezorgd aan en dat kwam volgens mij omdat de tranen nog steeds in mijn ogen stonden. Harry had me volgens mij ook nog nooit zien huilen en ik schaamde me enorm dat hij dat nu wel gezien had. Hij nam mijn hand vast en dat zorgde er voor dat ik me toch dat tikkeltje beter voelde.
"Heb je al gegeten?" Vroeg Sirius die de zalf terug had weggezet.
"Nee nog niet." Beantwoordde ik zijn vraag zo normaal mogelijk.
"Dat komt goed uit, wij ook nog niet." Glimlachte Sirius. "Frietjes met kip en salade. Lust je dat?"
"Euhm... Ja maar ik wil geen last zijn." Reageerde ik snel.
"Dat wil ik niet meer horen meisje. Het vriendinnetje van mijn peetzoon zal nooit een last zijn. Trouwens ik heb toch te veel eten in huis gehaald."
Voor ik Sirius kon tegen spreken liep hij al de keuken in. Harry had een glimlach op zijn gezicht staan en die spiegelde ik toch even. "Zullen wij een spelletje Uno spelen?"
"Uno?" Vroeg ik niet begrijpend. "Kunnen we niet beter helpen?"
Harry schudde zijn hoofd. "Geloof me Sirius laat je beter met rust in de keuken." Grinnikte Harry. "Uno is trouwens een Dreuzel spel. Het is heel erg simpel om te snappen."
Ik knikte uiteindelijk en Harry legde me uit hoe het spel gespeeld werd. Het was inderdaad heel simpel om te snappen en we begonnen het spel te spelen. Het verzette mijn gedachten en daar was ik erg blij om. Harry zorgde er voor dat ik even alle problemen vergat en er terug een glimlach op mijn gezicht verscheen.
"Fara!" Riep Harry toen ik opnieuw een plus vier kaart opgooide.
"Groen." Grijnsde ik.
Harry zuchtte. "Waarom niet rood?"
"Tja Potter, ik ben en blijf een Zwadderaar." Grinnikte ik omdat ik voor de groene kleur had gekozen.
Harry draaide lachend met zijn ogen en nam de vier kaarten van het stapeltje af. Vervolgens was het terug aan mij. Zo ging het spel eventjes door. Het was best een spannend spel. Harry en ik had af en toe nog maar enkele kaarten in onze handen, een minuut later had ik moeite met al mijn kaarten vast te houden.
"Het eten is klaar." Haalde Sirius ons uit ons spelletje Uno.
"Eindelijk." Reageerde Harry. "Ik heb echt honger."
"Ja , dat en je wou niet nog eens verliezen." Grinnikte ik terwijl ook ik recht stond.
"Pfft." Lachte Harry het weg. "Ik heb jou laten winnen."
"Hem niet geloven!" Lachte Sirius. "Hij is echt heel slecht in gezelschapspelletjes."
Er verscheen weer een glimlach op mijn gezicht en ik schonk ons drietjes al wat uit om te drinken terwijl Sirius de borden opschepte. Misschien was naar hier komen helemaal nog niet zo een slecht idee.