De laatste ~ Sirius Black

32. Eva

De bonkende muziek kwam me al tegemoet terwijl ik door de gang rende. Hijgend en lichtjes bezweet kwam ik aan bij het portret van de Fat Lady. Ik nam enkele tellen de tijd om op adem te komen en de Fat Lady begon tegen me te praten. 'McAllister! Waar kom jij vandaan en waarom was je nog niet op het feest? Iedereen is er al lang!' riep ze verontwaardigd. 'Geen tijd... om uit... te...leggen... Fortuna Beata,' bracht ik hijgend uit.

Ik kroop door het portretgat. De geur van alcohol en zweet vulde mijn neusgaten en ik duwde een vijfdejaars die tegen me aan begon te dansen opzij. De hele common room was volgeplakt met bewegende mensen en het was zo goed als onmogelijk om je er een weg tussen te banen. Er heerste een feestelijke, gelukkige sfeer, maar daar kwam ik voorlopig niet voor. Ik moest hem vinden en wel nu.

Dat ging moeilijk worden, want ik kon me letterlijk op geen enkele manier bewegen. Ik ging op mijn tenen staan en probeerde zo rond te kijken, maar ik zag niet de persoon die ik nodig had, alleen maar irritante dronken idioten die me de weg versperden.

Ik haalde diep adem en duwde de eerste mensen aan de kant. Zo baande ik me een weg door common room. Ik was hem nog steeds niet tegengekomen. Alleen Peter, en die wist ook niet waar hij was.

Intussen had ik mezelf een weg geduwd door de overbevolkte common room en kwam ik bij de tafel met eten en drinken. Ik kreeg een idee, een waanzinnig idee, een gestoord idee dat ik normaal gezien nooit zou uitvoeren. Maar op dat moment zag ik geen andere oplossing. Het was dat iedereen stomdronken was en er zich waarschijlijk niks meer van zou herinneren. Anders had ik het niet gedaan.
Ik greep een beker Firewhiskey van de tafel en sloeg het in een keer achterover. Moed indrinken, zeg maar. Ik blies mijn adem uit en kroop toen op de snacktafel, daarbij stootte ik enkele bekers en flesjes om en ging ik met mijn voet in de kom met Chocolate Frogs staan. Het maakte allemaal niet uit.

'Sirius! Sirius!' schreeuwde ik opnieuw en opnieuw, terwijl zoekend naar beneden tuurde. De mensen dichtbij de tafel keken me vreemd aan en dan boos omdat ik met mijn schoenen in het eten stond. Ik negeerde hen en ging door met roepen. Al snel zag ik hem. En hij zag mij ook. Zijn haar en gezicht waren nog steeds gekleurd, maar ondertussen wel uitgeveegd door het zweet. Hij begon zich een weg te duwen door de dichte mensenmassa naar de tafel, naar mij. 

'Wat is er?' riep hij naar boven, voordat hij zonder aarzelen ook op de tafel kroop. We ontvingen wat boze blikken en scheldwoorden van enkele mensen, omdat we drinken op de grond morsten in het eten stonden. Maar het kon me niks schelen. Het kon me niet eens schelen dat Max me zo zou zien. Eerlijk gezegd, was ik een beetje klaar met hem. Er was altijd wel iets dat ik deed dat hem niet aanstond.

Zodra Sirius goed en wel voor me stond, pakte ik zijn geverfde gezicht vast en kuste hem. Ik voelde zijn oprechte verbazing terwijl hij me terugzoende en proefde de Firewhiskey op zijn lippen.

Ik zoende hem zoals ik hem nog nooit gezoend had. Ik had zijn lippen dan ook maanden moeten missen. Maanden van verdriet en pijn en gemis. Gemis naar Sirius. Naar zijn lippen, zijn armen, zijn haar, zijn grapjes, zijn lach, zijn arrogantie, zijn lieve woordjes.

Ik kon het niet meer. Ik kon Sirius niet zomaar vergeten omdat ik te bang was voor wat er nog zou volgen. Ik kon Sirius niet kwetsen. Ik zou liever willen dat hij mijn hart honderd keren brak dan dat ik dat van hem één keer zou moeten breken,want, Merlin, dat verdiende hij echt niet. Ik kon hem dat niet aandoen, niet na wat Regulus me had verteld, niet nadat ik wist wat hij had meegemaakt.
En omdat ik van hem hield. Ik hield van hem, veel. En hij ook van mij, dat wist ik bijna zeker. Ik was zelfs niet bang meer dat hij me ooit nog pijn zou doen, door alles wat Regulus me verteld had. Ik wist gewoon dat hij me niet meer zou kwetsen. Ik voelde het zelfs aan deze hartstochtelijke zoen.
Ik was niet bang meer voor mijn gevoelens en daardoor kon ik nu volop van onze liefde genieten.