26. Sirius

1.6K 82 73
                                    

Eva's pols verliet mijn greep. Eva liep snel de trap op en keek niet meer om. Niet een keer. Marlene, die nog half sliep, slofte achter haar aan de meisjesslaapzaal in. Ik keek toe hoe ze met z'n tweeën de kamer in verdwenen en de deur sloten. Ik zuchtte diep en haalde een hand door mijn lange haar.

Weer had ik niet kunnen vertellen wat ik echt voelde. Weer was ze angstig weggerend en had ze me alleen achter gelaten. Op deze manier zou ik het nooit kunnen uitleggen. Het leek wel alsof ze het echt niet wilde horen. Eva was niet achterlijk en wist heus wel dat er meer aan de hand was. Ze wist wel dat er een reden was dat ik haar niet met rust liet en haar steeds wilde spreken. Het kon gewoon niet anders. Maar ze wilde er echt niet van weten, leek me. Het kwetste me, want ik wilde niets liever dan zeggen wat ik echt voor haar voelde. Het zou zò ongelooflijk opluchten als ik het gewoon allemaal zou kunnen uitleggen, ze hoefde me zelfs niet te vergeven, ze moest gewoon weten wat er speelde en dan kon ze kiezen wat ze ermee doet.

De kaars die ik had aangestoken blies ik terug uit, waardoor het helemaal donker werd in de common room. Mijn toverstaf lag nog in de slaapzaal, dus ik moest op de tast mijn weg naar boven terugvinden.

Traag en voorzichtig liep ik de trap op en ging onze slaapzaal binnen. Ik had verwacht om mijn vrienden slapend aan te treffen, maar ze zaten klaarwakker op James' bed. Een afwachtende blik brandde in hun ogen. 'En?' drong James aan. Hij haalde mijn schouders op en ging ook op het bed zitten.

'Ze weet de waarheid over de roddels, maar toen ik de rest wilde uitleggen, verscheen Marlene ineens bovenaan de trap en is Eva zowat van me weggerend,' vertelde ik. Remus legde een hand op mijn schouder. 'Ze heeft tenminste met je gepraat,' klonk het.

Dat was waar, ze had met me gesproken, maar het was niet genoeg. Ze had me alles moeten laten uitleggen. Dan was misschien alles terug goed geweest. Misschien waren we dan terug samen en kon ik haar weer de mijne noemen. Maar als je het positief bekeek: ze wist dat de roddels niet waar waren en ze had al één reden om niet meer kwaad te zijn.

James glimlachte klein naar me. 'Als ze dit keer met je wou praten, misschien lukt het morgen nog wel eens,' zei hij.
Ergens had hij gelijk. Als het me een keer lukt, waarom dan geen twee keer? Nieuwe hoop brandde in mijn lichaam. Door dat ene korte gesprek was mijn moed teruggekeerd. 'Ik ga het morgen nog eens proberen,' besloot ik glimlachend.

Remus maakte aanstalten om naar zijn eigen bed te gaan. 'Zullen we gaan slapen? Je wilt natuurlijk niet met een vermoeide kop voor Eva staan,' zei hij grijnzend.



De volgende ochtend werd ik goedgezind wakker. Dat was lang geleden. James maakte me wakker door op mijn bed te springen en eraf te vallen toen ik me omdraaide. 'Au, Paddie. Het is tijd om op te staan,' zei hij pijnlijk. Ik wreef een keer door mijn ogen en stond op. James begon net als ik zijn kleren aan te trekken. Remus en Peter waren al weg.

Met een spreuk zorgde ik ervoor dat de klitten uit mijn haar gingen en het in model zat. Ik keek naar mezelf in de spiegel en grijnsde. Afgezien van de wallen en vermoeide ogen, zag ik er weer zo goed uit als vroeger. James stond een paar meter achter me en keek naar me via de spiegel. 'Mister Black is back!' juichte hij. Ik lachte.

Altijd als we wegslopen om te gaan feesten noemden we onszelf "Mister Black en Mister Potter". Dat is mysterieuzer en iedereen weet dat meiden van mysteries houden. Het was iets dat altijd werkte en ook nog eens grappig was om op terug te kijken en om over te grappen.

Samen liepen James en ik de common room uit. James liep zelfzeker naast me zoals altijd. Ik probeerde mijn arrogante loopje van vroeger na te doen, maar het lukte niet meteen. Ik voelde me nog niet helemaal zoals vroeger.

Kin omhoog, schouders naar achteren, handen losjes in je broekzakken en grijnzend voor je uitkijken, herhaalde in steeds in mijn hoofd. De leerlingen in de gangen zagen ons aankomen en gingen onmiddellijk aan de kant. Mijn grijns werd breder. Dìt liet zien welke macht de Marauders hadden op de school. Wat een boost voor mijn zelfvertrouwen. Het duurde niet lang of James en ik paradeerden door de gangen zoals vroeger. We leken wel filmsterren. Iedereen ging aan de kant voor ons, meisjes stonden te zwijmelen en jongen keken jaloers toe. Het voelde heerlijk.

De laatste ~ Sirius BlackKde žijí příběhy. Začni objevovat