Hoofdstuk 26

837 48 4
                                    

Bran

We moesten Milan tegen houden zodat hij niet te ver ging. Leon is nu bewusteloos vanwege bloedverlies en waarschijnlijk pijn. Milan staat in de hoek met zijn bebloede handen tegen de muur, zijn gezicht verborgen door de duisternis. De hele ruimte ruikt naar bloed en urine, van Leon. Er is geen raam, dus ook geen licht op een klein lichtje boven de martel instrumenten. De kamer geeft een donkere vibe af. Daarom worden de meesten ook al zenuwachtig voordat ze überhaupt geraakt worden door een mes. Sem en Luuk staan tegen de muur, tegenover Milan , geleund. Ze praten zachtjes met elkaar. Sam is nog steeds de jongste en heeft dit allemaal niet zo vaak mee gemaakt, ook al is hij getraind door de beste. Ons. Pas na een paar jaar begin je het te accepteren. Ik begon al vroeg met wapens, te vroeg. Op mijn achtste kreeg ik wapen, op mijn elfde had ik iemand vermoord. Ik had sinds ik mijn wapen kreeg bijna non stop geoefend en mijn vader was trots, en daar deed ik alles voor, om mijn vader trots te maken. Op mijn veertiende kreeg ik mijn eerste eigen missie, die succesvol was. Ik had ook niet anders verwacht, ik was en ben er goed in. Plannen maken, informatie verzamelen en alle andere factoren voor een goede missie, en geluk.

Ik zucht, het is alweer bijna twaalf uur. Ik ben moe en hoop dat Niamh niks heeft uitgespookt, wat ik betwijfel. Ze is lastig dat is waar. Eigenwijs op haar eigen manier, maar verstandig genoeg om ons niet tegen te spreken, niet te erg tenminste. Dat houdt haar in leven. Ik lees ook wel eens over hoe ze dan dapper zijn maar wel worden gestraft. Als je slim bent hou je je gedeisd, dan verslapt de scherpheid van de kidnappers en kan je makkelijker ontsnappen. Blauwe plekken helpen daar niet bij.

Ik wenk Sem en hij loopt naar me toe, geen uitdrukking op zijn gezicht maar zijn ogen spreken boekdelen. Ik leg mijn hand op zijn schouder en geef een geruststellend kneepje.

"Hoe gaat het?" Vraag ik, licht ongerust.

Hij geeft me een half-glimlach die niet zijn ogen bereikt en zucht. "Het is nog steeds lastig maar beter dan in het begin," vertelt hij, wijzend op de marteling van Leon. Ik knik, ik herken het. Je komt er niet een-twee-drie overheen. Ik laat zijn schouder los en geef hem een vriendelijke klap op zijn rug.

"We zijn klaar voor vandaag, ga lekker slapen, Luuk let wel op," beveel ik want het is geen vraag. Ik zie Luuk knikken vanuit zijn ooghoek terwijl hij zijn mobiel pakt, waarschijnlijk om Maaike te appen. Wat me aan Niamh doet denken.

Sem is de trap al op en ik volg hem. Ik wrijf met mijn hand over mijn gezicht. Ik ben moe, ik wil gewoon even lekker slapen, als dat gaat lukken zonder nachtmerries. Ik open de deur en licht overvalt me, dat is nogal een verschil met beneden.

Ik zie mijn deur op een kiertje, het licht nog wel steeds uit. Die deur had ik achter me dichtgedaan, dat weet ik zeker. Geweldig. Ik voel irritatie opborrelen. Kan ze nooit een keer luisteren!

Ik gooi de deur naar haar kamer open en daar liggen ze, in elkaars armen. Alleen Donja kijkt op, een kleine grom klinkt uit haar keel die Niamh wakker maakt. Ze wrijft verbaasd in haar ogen en knippert een paar keer tot ze mij ziet. De boze staar zegt genoeg en angst is te zien in haar ogen. Een deel van mij wil dat ze niet van mij bang is het andere deel wil dat ze gehoorzaamt, met alles wat daar bij hoort. Ik buig me over haar tweeling broer en grijp haar arm, in een soepele beweging sleur ik haar omhoog. Dat worden blauwe plekken, niet dat ik er spijt van heb. Moet ze maar luisteren. Ze laat een zachte snik en mijn hart maakt een sprongetje, een onbekende emotie bloeit op. Ik negeer het en duw het terug waar het vandaan kwam. Ik sleep haar mee naar mijn kamer waar ze nonsens dingen mompelt.

Ik gooi haar kwaad op mijn bed. Ik draai me om, om mijn trillende hand door mijn haar te halen, wat nu in de war is. Ik zou kunnen moorden voor een sigaret. Ik rommel dan in een kastje naast mijn bureau en haal wat vodka eruit. Ik trek de dop eraf en drink een flinke teug, de al halfvolle fles nu nog leger. Ik smijt de dop er weer op en ram het bijna in het kastje. De smaak brandt op mijn tong en in mijn keel. De tijdelijke rust van mijn overdenkend brein welkom ik van harte. Ik trek mijn shirt uit en werp het in de wasmand naast de deur. De bloedvlekken vallen niet op, op zwarte kleding. Ik verwijder nu ook mijn broek en hang die over mijn bureaustoel. Ik draai me weer om, om Niamh awkward op het bed te zien liggen. Ik rol mijn ogen, waar ik echt mee moet stoppen, en kruip onder de dekens. Ik grijp haar arm weer vast en trek haar onder de dekens. Ze maakt een geluid van angst en ik zucht. Waarom is dit zo moeilijk, ga gewoon slapen.

"Slaap," beveel ik. Ze rolt naar de andere kant van het bed, zo ver mogelijk van mij vandaan. Het maakt mij niks uit, als ze maar niet vervelend gaat doen. Dat zien we morgen wel maar nu ben ik fücking moe en ik wil slapen.

Na een paar minuten kan ik mijn oogleden bijna niet meer openhouden. Mijn ademhaling vertraagt zodat het lijkt alsof ik slaap. Ik hoor zacht gesnik en ik knijp mijn ogen dicht in frustratie.

Are you kidding me!

Ik rol over en breng haar trillende lichaam naar mij toe. Ze begraaft haar gezicht in mijn borstkast, op zoek naar veiligheid. Niet dat ik dat kan brengen, maar misschien is warmte genoeg. De zoute tranen vallen op mijn huid. 

MissingWhere stories live. Discover now