Opdracht 6: Beccie321 - Lisa

29 3 4
                                    

Geniet van de zesde opdracht van Beccie321, over het personage Lisa.
--------------------------------
"Lisa! Stop!" schreeuwt Noah. Ik ren over het verharde tegelpad met Noah op mijn hielen.
"Kan niet..." schreeuw ik terug. Niemand mag het weten, zelfs Noah niet. Ik zal ze alleen maar pijn doen.
Ik ren nog steeds verder, maar begin moe te worden. Ik voel een hand om mijn pols. Ik kijk achter me en zie daar Noah rennen. Ik wil mezelf bevrijden uit zijn greep, maar het lukt niet, ik ben te moe.
"Waarom rende je weg?" zei Noah. Ik kan niet tegen hem liegen... Ik kan het echt niet. Hij kijkt me aan met zijn grote, bruine ogen. Hij kijkt niet nieuwsgierig en opgewekt zoals normaal gesproken, maar hij kijkt bezorgd.
"Ik... I- ik kan je het niet vertellen. Ik heb een... gave. Nee, geen gave, een vloek. Je mag het niet weten, het zal alleen maar pijn doen." Hij kijkt me onbegrijpend, nee... Verbaasd aan.
"Ik zal het aan niemand vertellen, dat beloof ik. Laat me het alsjeblieft zien, Lisa. Ik ben je beste vriend." Ik twijfel... Hij mag het niet weten, hij mag het niet zien. Ik wil niet dat hij diezelfde pijn ondergaat waar ik doorheen ben gegaan. Ik strijk met mijn hand door mijn blauwe haarlok, dat geeft me kracht.
"Ik heb ook een gave... Als ik de mijne laat zien, laat jij de jouwe zien, oké?" Noah heeft ook een gave? Dus misschien is hij net zoals ik! Misschien... Ik wordt onderbroken door Noah die een handstand doet en op zijn handen ga lopen.
"Cool hè? Mag ik nu jouw gave zien?" vraagt Noah. Ik lach, zelfs als ik bang ben kan hij me nog laten lachen. Ik ga tegen alles in wat ik net dacht, Noah is mijn beste vriend, hij zal me vast niet verraden. "Oké dan." zeg ik. Ik zet een paar stappen achteruit, en vraag aan Noah om aan de kant te gaan. Ik sluit mijn ogen, en doe mijn best om me te concentreren. Ik steek mijn armen naar voren en voel het water eroverheen vloeien.
"W-wat?!" schreeuwt Noah. "Dit kan niet." Hij rent naar me toe en raakt de vliegende waterblob tussen mijn handen aan. "Je bent net zoals die mensen in Avatar, supercool!" schreeuwt Noah, nog steeds. Ik lach verlegen.
"Daarvan komt mijn blauwe haarlok... Dat plukje haar wordt steeds blauwer en blauwer, naarmate mijn krachten sterker worden. Noah staat me verbaasd aan te gapen, hij zegt niets, hij kijkt alleen naar het plasje water dat nu op de grond ligt.
"Dus je kunt gewoon water sturen! Dat is zo cool! Kun je het mij ook leren?? Of is het iets waarbij je geluk moet hebben dat je het kan? Je kunt een talentenjacht winnen! Denk aan alle coole dingen die je kunt doen! Wil je een keertje golven maken in de zee, zodat ik kan surfen? Je kunt echt iedereen verbazen en mhmhhppfff mhhhmmmmm..." Ik heb mijn hand op zijn mond gelegd.
"Wees eens stil, niemand mag dit weten! Als ik mijn hand weghaal, ben je dan stil?" Noah knikt. Ik haal langzaam mijn hand van zijn mond af. "Sorry." mompelt hij. Ik grinnik, Noah heeft soms moeite om stil te blijven wanneer hij blij is.

-1 week later-
Ik loop naar school via mijn gewoonlijke route; door het bos achter mijn huis. De wind strijkt langs mijn haren. De blauwe haarlok heeft zich verder verspreid, mijn krachten nemen toe.
Ik zucht, waarom ik? Mijn krachten zijn nog eerder een vloek dan een gave. Niemand mag het weten, ze zouden het nooit begrijpen. Ze zouden me voor gek verklaren en me opsluiten. Ik heb spijt dat ik het aan Noah heb verteld... Nadat ik hem mijn krachten had laten zien ben ik hem niet meer tegen gekomen. Hij is de hele week al niet op school geweest, voor een onbekende reden. Ik stop mijn handen in mijn zakken en loop door, ik ben bijna op school.
Opeens springen een aantal mannen in zwarte kleding op me af, van achter de bomen. "AAH LAAT ME LOS GEK!" schreeuw ik tegen een man die mijn arm vastpakt. Een andere man pakt mijn vrije arm vast, en ik kan nu niets anders dan trappen. De mannen ontwijken behendig mijn trappen en gooien me op de grond, waar ze me vasthouden.
"Wat moeten jullie van me?!" zeg ik, iets banger dan ik zou willen. De mannen grijnzen, en roepen iemand genaamd 'Oliver'. Hij loopt naar voren en geeft antwoord op mijn vraag.
"Wij zagen je toen je je krachten liet zien aan je kleine vriend, hij is nu dood by the way. We hadden hem niet meer nodig. Wij willen jou trouwens ook niet, alleen je krachten. Zodra we die hebben kunnen we jou gewoon loodsen, dan ben je waardeloos." Ik voel woede en tranen in mij op komen. "NOAH!!" Ik maak me zo klein als ik kan en spring daarna op, vol kracht. Ik gooi de drie mannen die me vasthielden om met een krachtige waterstoot. Alleen Oliver staat nog overeind.
"Zo, zo. Pittige tante." zegt hij. "Als je vecht met je krachten, zal ik dat terug moeten doen." H-heeft hij ook.. Voordat ik het weet vliegt een vuurbol mijn kant op. Net op het laatste moment maak ik een watermuur om de vuurbol tegen te houden.
Oliver maakt een vuurbol die groter is dan ik. Wat moet ik doen?! De vuurbol komt op me af. Ik wil niet levend verbranden! Ik wil weg rennen, maar in plaats daarvan wordt ik omcirkeld door water. Ik volg mijn instinct en trek het water naar me toe. Tranen komen in mijn ogen, maar ik weet dat dit de juiste keuzen zal zijn. Ik hoor hier niet...
Ik verander het water in ijs en zeg gedag aan de wereld. "Ik zal je vinden, Noah. Dat beloof ik je."
--------------------------------
Commentaar:
Ik heb echt genoten van dit verhaal! Leuk ook dat dit een Fantasy-verhaal is, terwijl het echte verhaal een Tienerfictie-verhaal is, waardoor je echt wel creativiteit hebt gebruikt.

Alleen - dit ligt waarschijnlijk aan mij, ik had het duidelijker moeten aangeven - is Noah een meisje en geen jongen ;-)
Geeft niets, dat maakt het verhaal niet minder leuk!

Ook de spelling is weer perfect!
Je hebt het super gedaan!

X GrijzeWolf

Schrijfwedstrijd, door GrijzeWolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu