Deel 1: Rogue

412 21 19
                                    

Sanne pov

'Alweer een Rogue?' Vraag ik verbaast aan de jongen, waarvan ik de naam alweer ben vergeten. 'Ja. Hij ziet er gevaarlijk uit maar toen hij ons zag ging hij gelijk liggen en keek naar de grond, het lijkt er op dat hij geen verkeerde bedoelingen heeft.' Ik knik bedenkelijk. 'Ik wil met hem praten, waar zit hij?' Vraag ik. 'In de zilvercellen, de 3e. Ik zou niet bij hem in de buurt komen als ik u was' zegt de jongen. Ik knik 'dat zou ik ook niet doen als ik jou was. Je kunt gaan... Ehm....' 'Jonathan' helpt hij me herinneren. Ik glimlach vriendelijk naar hem voor hij de kamer uit loopt en de deur achter zich sluit. Zuchtend open ik de deur weer en loop richting de cellen.

Met elke traptrede die ik naar beneden loop lijkt het steeds kouder te worden. De cellen zijn een vreselijke plek en ik gebruik ze daarom ook niet vaak, maar deze roedel wel. De zilvercellen zijn het ergst. Ze liggen helemaal beneden waar het ijskoud is. Als het heeft geregend staat er zelfs een laagje water, dat al snel weer bevriest. En dan is er natuurlijk nog het feit dat ze gemaakt zijn van zilver. Wij weerwolven kunnen niet tegen zilver, we kunnen ons er aan verbranden en worden er zwakker van waardoor we ook minder snel helen. Met genoeg kan het zelfs dodelijk zijn.

Als ik eindelijk van de laatste traptrede af stap op de koude grond, gaat er een rilling door me heen. Behalve dat deze roedel hier alle Rogue's dropt zitten hier ook echte misdadigers. Gelukkig zitten die in de achterste cellen zodat ik ze nooit hoef te zien, alleen de gedachte al aan dat ze zo veel wolven vermoord hebben maakt me misselijk. Ik stop voor de 3e cel. Eerst zie ik niemand zitten, en voor een seconde denk ik zelfs dat hij is ontsnapt, maar dan zie ik een donkere schaduw liggen in de hoek. Langzaam beginnen mijn ogen aan het weinige licht te wennen en zie ik de vage omtrekken van een wolf.

De wolf is zo zwart dat ik hem eerst niet kon zien, ravenzwart. Hij ligt opgerold als een bolletje en heeft zijn ogen gesloten. Ondanks dat alles nog een beetje vaag is kan ik al wel zien dat hij vrij groot is. Ik kuch even en dan tilt de wolf zijn kop op, en opent een van zijn ogen. Ondanks het donker in deze ruimte lijken zijn ogen wel licht te geven. Ze zijn roodkleurig wat hem er zelfs in deze situatie extreem gevaarlijk laat uit zien. 'Hallo, Rogue' zeg ik, zodra ik mijn stem weer gevonden heb. De wolf maakt ook een vreemd begroetend geluidje. 'Zou je willen veranderen?'

Langzaam staat de wolf op en loopt naar het midden van de cel. Hij verandert terug en mijn mond valt gelijk open. Voor mijn ogen zit geen angstaanjagende jongen, maar een klein onschuldig meisje, dat evengoed angstaanjagend is als je weet wat voor wolf ze is. 'Hallo, Alpha. Dit had u niet verwacht hè?' Vraagt ze met een niet onvriendelijke glimlach als ze mijn geschokte gezicht ziet. Voor zover ik het kan zien heeft ze als mens even zwarte, krullende, haren als ze als wolf heeft. Haar ogen hebben nog wel een vage rode gloed maar zijn verder amandelkleurig. Haar kleren zijn oud en enigszins versleten. 'Wie ben jij?' Vraag ik geschokt. 'Ik heb vele namen, maar de meesten noemen mij gewoon Rogue' zegt ze, nog steeds met een glimlach maar ook een enigszins trieste blik in haar ogen. 'En hoe wil je dat ik je noem?' Vraag ik een beetje onzeker. 'Omdat je aardig bent en ik je vertrouw mag je me Ravi noemen.' 'Noem mij maar Sanne.'

Ik voel me wel vereerd dat een Rogue mij vertrouwt. "Misschien is het gewoon een truc om je vertrouwen te winnen. Als je even niet oplet vermoord ze zo je roedel, en dat zou niet de eerste keer zijn dat je er in trapt" zegt Heaven, mijn innerlijke wolf, in mijn hoofd. Heaven! Je had belooft het er nooit meer over te hebben! Ik kan haar niet zien maar weet nu gewoon dat ze grijnst. Snel negeer ik haar en richt me weer op de Rogue, Ravi. Haar naam komt me bekent voor, iets te bekend naar mijn zin.

'Dus, Ravi. Wat deed je hier op dit terrein?' Besluit ik maar te vragen, dat is tenslotte het belangrijkste van heel dit gesprek. 'Het spijt me dat ik op uw terrein was Alpha. Ik jaagde op een vos, want wij Rogue's moeten ook eten, maar toen rende hij uw terrein op. Ik had niks door totdat die wachters naar me toe kwamen en me hier neer zetten' antwoord ze beleeft, en aan haar blik zie ik dat ze het oprecht meent. Ik denk wel dat ze de waarheid spreekt omdat alles wat ze zegt zo logisch en geloofwaardig klinkt. "Ik waarschuw je. Vertrouw haar niet" zegt Heaven nog eens. Ik zal het onthouden Haev. "Je weet dat ik die bijnaam haat" zegt ze chagrijnig. Ik grijns duivels in mijn hoofd, daarom gebruik ik hem ook.

'Heb je geen honger?' Vraag ik bezorgt als het tot me doordringt dat ze uiteindelijk die vos helemaal niet heeft gevangen en daardoor ook geen eten heeft gehad. Ze schudt haar hoofd maar gelijk daarna begint haar maag rare geluiden te maken. In het weinige licht kan ik maar net zien dat haar wangen rood worden van schaamte en ze wend haar hoofd af. 'Kom mee, dan krijg je wat te eten. Ze kijkt me een paar seconden wantrouwig aan maar staat dan op. 'Zullen we gaan?' Vraag ik als ze op een paar meter afstand blijft staan. 'Vergeet u niet iets Alpha?' Vraagt ze op een toon alsof ik zou moeten weten dat het antwoord ja is. Ik denk na, maar kan er maar niet op komen. 'De tralies' helpt ze me met een glimlach herinneren. Ik bloos terwijl ik de deur open met de sleutel en kan alleen maar hopen dat Ravi mijn blunder snel weer vergeet.

UndercoverOpowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz