Wij zijn Grieks niet Egyptisch. Duh.

59 8 0
                                    

"Eh?" "Je hoorde het goed. We hebben je door", zei de jongen. "En wie is Isis?" "Dat weet je best wel", zei het meisje. "Je schreef de hiërogliefen af van de obelisk in Parijs, je hebt een sterke aura, en de waarzeggers voorspelden al een tijdje dat er een boodschapper van Isis ging komen." "Sorry, ik weet niet wie Isis is. En die hiërogliefen zijn privé zaken. En ja, ik heb een sterke Aura maar ik ben niet wie jullie denken dat ik ben." Het meisje rolde wat met haar ogen. "Isis is de Egyptische godin van liefde en weet ik nog veel wat." "Ik denk dat jullie iemand anders zoeken", zei ik. Ik probeerde weg te komen maar de jongen hield me tegen. "Niet zo snel." Ik begon het uit te leggen: "Kijk, ik heb nog heel wat te doen in Olympus en daar zou ik me graag op voorbereiden." Louise en Austin keken elkaar verward aan. "Olympus? ja. Olympus. Ik heb ook niets te maken met de Egyptische goden en zo en dat wil ik zo ook graag houden." "Wacht! Jij kent ze dus degelijk wel?" "Ik weet wat ik moet weten erover." "Dus je geeft toe dat je geen sterveling bent." "Wat!? Nee, ik ben een halfgod. Dus, mag ik nu terug naar mij plaats?" Ik liep terug naar mijn stoel. "Wat zeiden ze zo al?" vroeg Lucy. "Niets bijzonder", antwoordde ik. "Niets bijzonder." Ze wist wel dat ik iets achter hield. "Je weet het zeker?" vroeg ze me nogmaals. "Ja!" En daar mee was ons gesprek afgelopen. Na een paar uur te hebben zitten spelen met de video games in de stoelen riep Lilly iets heel onverwachts: "Ja! Ik heb het." Toen ze het gezegd had besefte ze dat dat iets te luid was. En natuurlijk vonden Louise en Austin dat verdacht. "Ssst!" zeiden ik en Lucy. "Sorry, maar ik heb het gevonden." "Toon!" "Ik heb hem hier opgeschreven."

Bij het maken van woede en haat is er een limiet ook al is er niemand die iets ziet. Vast houden aan woede is het zelfde als vergif drinken en verwachten dat de ander sterft. Vergeving is niet meer hopen dat het verleden anders had kunnen lopen.

Gelukkig liet ze genoeg tijd tussen de zinnen om de spreuk te laten mislukken. "Hoe heb je hem kunnen vinden?" "Simpel je moet de hiërogliefen vertalen. Dan zijn er telkens zinnen die niet echt kloppen in het concept het is gewoon een kwestie van tijd die zinnen in de juiste volgorde te zetten." "Lilly je bent geniaal!" riep ik. "eh.. wablief ik hoor je niet zo goed", zei ze nog eens. We lachten even tot Lilly besliste om die boeken weg te leggen en te stoppen met hiëroglief lezen. "Ik heb echt hoofdpijn van die tekens gekregen!" Ze nam een kussen en legde die op haar hoofd. Ze schoof haar stoel wat achteruit en begon te slapen. Ik zag een blonde jongen en zijn moeder naar voor gaan in het vliegtuig. De jongen keek me raar aan. Hij leek wat op Will maar dan kleiner. Wacht.. Will? Mijn goden ik was hem vergeten! Hoe kon ik die jongen nu vergeten zijn? Hij is altijd zo lief voor me geweest. We spraken altijd af achter de rug van Lilly, het was eigenlijk al een paar maanden zo. Ik wist hoe boos ze ging zijn als ze het te weten kwam. Na nog een paar uur ging het vliegtuig eindelijk landen. Mijn spieren ontspanden zich waar toen de wielen van het vliegtuig de grond weer raakten. Rustig verlieten we allemaal het vliegtuig. Een golf van geruststelling overviel me toen ik argus weer zag. Rose leek voorlopig niets door te hebben van zijn honderd ogen. "Argus!" riep Annabeth en ze stormde op hem af. De Reus die tot dan nog had zitten genieten van zijn Koffie schrok op toen hij zijn naam hoorde. Snel keek hij rond en zag Percy, Olivia, Lucy, Grover en een ander rostharig meisje staan. Hij vroeg zich nog een milliseconde af waar Annabeth was maar daar moest hij niet lang over na denken toen hij iemand voelde hangen aan zijn rug en er een lok blond haar over zijn schouder viel. De andere halfgoden waren ondertussen ook al aangekomen aan hun tafel. "Ik denk dat er iemand blij is om je te zien Argus", merkte Grover op. Argus lachte even. Ook hij was natuurlijk blij om ze terug te zien. Alleen keek dat Roste meisje wat raar naar hem. Hij moest toegeven dat ze wat leek op Rachel, het orakel in het kamp. "Ik denk dat we beter zullen vertrekken. Chiron wacht op jullie", zei hij. En hij liep de groep voor naar de uitgang. Toen ze buiten waren en de grote gebouwen van new York City opdoemden moest Rose toch even naar adem happen. "Wow, die zijn nog hoger dan in Parijs!" Even lachtte "Percy, wel, ze worden nog groter als we dieper in de stad gaan." En bij die zin stapten ze de taxi in.

" En bij die zin stapten ze de taxi in

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.
Demigod: de spreuk der vergiffenisWhere stories live. Discover now