Olympus

61 8 4
                                    

Ik keek uit het raam. De zon kwam op. Het wasnog vroeg. De eetzaal was nog niet open. Ik liep naar de badkamer. Ik nam eendouche en nam een speciaal product om de haarverf eruit te wassen. Meestal moetik mijn haar dan vier tot vijf keer wassen tegen dat het eruit is. Ik droogdeme af. Ik nam mijn nieuwe leren vest. Het was zwart maar had ergens een paarsachtige schijn. Ik trok mijn nieuwe gescheurde zwarte jeans en paarse sneakersaan. Ik nam een kamp t-shirt met het logo van mijn vader. Ik knobbelde mijnleren jas rond mijn middel. Aan dat fel oranje t-shirt moest ik nog wennen. Iknam het pakketje dat madre me had opgestuurd. Mijn haarverf zat erin, mijn boeken mijn Ipod. Een Ipod was wel toegelaten in het kamp. Ik nam de haarverf enging voor de spiegel staan. Ik deed mijn haar in een staart. Ik nam de haarverfen een doek. Ik verfde voorzichtig pluk per pluk paars. Na een uurtje was mijnhaar droog. Mijn toppen waren paars gekleurd tot ongeveer 15 cm naar boven. Ikdeed mijn haar van van achteren tot opzij in een visgraat vlecht. Hij kwam nettot onder mijn borstkas. Een vierde van de vlecht was natuurlijk paarsonderaan. Ik liep naar de eetzaal. Ik zag dat hij al halfvol was. Nico kwam ookaan gelopen. Hij zuchtte nadat hij zjjn tafel zag. "Tja we zitten beiden alleenhé." "Zeg dat wel", antwoorde Nico. "Maken ze er een groot probleem van als wesamen zitten?" "Nog nooit geprobeerd", ginnegapte Nico. "Wel dan gaan we dateens doen", grijnsde ik. Hij lachte. We namen ons eten en gingen samen aan detafel van Hades zitten. Sommige kampers dachten dat ik de zus van Nico was. Totdatze mijn shirt zagen. Daar stond ook het logo van Zeus op. Nico had ook zijnkamp t-shirt aan. Percy kwam langs aan onze tafel: "Nico, dat is de eerste keerdat ik je zie met dat t-shirt, echt gaaf!" knipoogde Percy. Nico lachte kort enbijna onmerkbaar terug. Ik wist dat er iets mis was. Maar dat hoorde ik laterwel. Na het eten offerde ik aan de goden en zei gedag tegen Nico. Een uurtjevoor de middag ongeveer zag ik Olivia en Lilly klaar staan om te vertrekkennaar Olympus om de spreuk te gaan uitvoeren. We liepen naar de uitgang van hetkamp met onze wapens. We namen een taxi en reden naar het Empire StateBuilding. Ik begreep nog altijd niet hoe in godsnaam Olympus hier lag. Maar datwaren vragen voor later. We slopen het gebouw in. We stapten de lift in.

Oliviaduwde op een geheim knopje waar het getal op stond van een wel heel hogeverdieping. Nog geen vijf seconden later schoten we de lucht in. De liftdeurging open. We waren in Olympus. Alles leek tien keer groter dan wij waren. Hetwas gemaakt voor echte reuzen. We liepen de mega grote trappen op. Aan deingang van een heel groot uitziende Griekse tempel stond een godin. Mijnvermoeden ging uit naar Hestia. "Welkom halfgoden op Olympus, ik ben Hestia.Jullie komen voor Zeus neem ik aan?" Mijn vermoeden klopte. Olivia en Lillykeken naar mij. Ik nam het woord: "Ja dat klopt." "Ik verwachte jou al Lucy."Ik slikte. "Goed halfgoden, ik wil jullie allemaal laten doorgaan maar dat zouniet goed aflopen. Maar één persoon mag Zeus aanspreken." Olivia, Lilly en ikstaken de koppen bij elkaar. "Ik ga naar binnen", zei Lilly. "Ik ken de spreukuit het hoofd." Ergens had ik het gevoel dat ik naar binnen moest. Of tenminstealsof Olympus dat wou. Olivia antwoorde: "Ik weet niet Lilly, je wilde dolgraagje moeder ontmoeten. Je hebt haar alleen nog maar in je dromen gezien." "Ja,dat weet ik maar...", begon Lilly. Ik greep mijn kans: "Lilly dit is het momentwaarop je je moeder kan ontmoeten. Laat mij maar naar binnen gaan. Ik ga despreuk proberen. Het is ook mijn vader. Waarom zou ik anders zijn meegekomennaar Olympus." Lilly's ogen begonnen vochtig te worden. Ik nam haar bij haarschouder. "Lilly je kunt nu naar je moeder gaan." Ze knikte. "Dan zijn we erhet over eens, Lucy jij gaat", stamelde Olivia een beetje. "Succes meiden",antwoord ik. "Jij ook", zeiden ze in koor. Ik wachtte tot ze vertrokken waren."Je mag binnengaan", Hestia wees naar een mega grote poort. Ik liep naarbinnen. Het was er eerlijk gezegd wat koud hier. De wind raasde door de kamer.De deur werd door de wind toe geblazen. Er was niemand in de zaal. Verder stonder een grote tafel in het midden met twaalf stoelen. Iedere stoel zag er naarmijn mening vreemd uit. Volgens mij was die half kapotte vissersstoel vanPoseidon.

Alhoewel de stoel van Zeus er ook niet al te best uit zag. Watlogisch was voor zo'n tweeduizend jaar oude stoelen. De kamer was geheel versierdin marmer. Het was zoals je natuurlijk zou verwachten goddelijk. Ook was devloer versiert met gouden tekens. Als je naar boven keek zag je desterrenhemel. Tussen de sterren zag je een boogschutter. Zoë Nightshade, ze waseen dappere jageres van Artemis, de dochter van de titaan atlas. Nadat zijPercy, Bianca en Grover, Annabeth en Artemis gingen redden is ze omgekomen enwerd ze aan de sterrenhemel geplaatst. Ik ken het verhaal Vera vertelde het me.Een mooi einde van je leven vind ik. Er ging wat verder een deur open. Er kwameen grote man binnen met zwart haar en een baard dezelfde man als ik in hetvliegtuig heb tegengekomen alleen was deze vorm meer dan twaalf meter hoog!Mijn vader liep naar binnen en ging vooraan op zijn troon zitten. Hij staardeme aan. Het was een ongemakkelijk moment. Ik verstopte het kleine stukje papierdat we hadden mee genomen in mijn hand. Mijn vuist sloot zich er om heen. Ikhad wel een groot vermoeden dat hij toch al wist wat ik hier kwam doen. "Lucy,het is een verassing om je hier te zien." Ik keek verast op. "Ja, ik dacht ikkom je even een bezoekje brengen. Ik was toch in de buurt." Zijn wenkbrauw gingomhoog. Je bent de eerste die dat zegt. Ik moest een lachje onderdrukken. Hijwist toch niet wat ik kwam doen.

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.
Demigod: de spreuk der vergiffenisWhere stories live. Discover now