To do: Ongehoorzaam zijn.

202 13 0
                                    

Olivia

"Olivia er komt een storm", Zei Lilly opmerkend. "pourquoi maintenant papa?" Schreeuwde ik. Lucy begreep er zo te zien niets van. "Ben jij van Frankrijk of zo." "Ja", antwoorde ik, "om precies te zijn van Parijs." Lucy keek opeens heel geïnteresseerd naar me. "Ik ben daar ook al eens geweest voor een seizoen in de Bataclan." "Echt waar", reageerde ik. "Nee, ik ben naar Parijs geweest om daarna meteen weer terug te keren naar Italië." Ik moest even lachen. "Ok goed, ik geloof je." "Ik vertel je er misschien later wel meer over." Met veel elegantie sprong ik de zee in. Lucy keek me na. Er verstreken een paar minuten zonder dat er iets gebeurde. "Hoe lang kan ze nog onderblijven?" Vroeg Lucy aan Lilly. "Ze is een kind van de zee, de dochter van Poseidon die kan lang weg blijven." Lilly keek Lucy aan en glimlachte. "Ze mag je denk ik wel." "Dat laat ze niet merken", zei ik op een negerend toontje. "Ja, maar geloof me dat komt wel. Ze is gewoon zo." Ik en Lilly schoten in de lach.

Ik zakte langzaam naar de bodem. Het was een lege donkere plek net zoals een bodem hoort te zijn. Beneden zag ik een heleboel zee dieren van sierlijke dolfijnen tot vissen die in groep zwommen. De storing kwam van het noorden dus ging ik in noordelijke richting verder. Een beetje verder kwam ik Eleonora tegen mijn hippocami. Ze hinnikte en zwom naar me toe. Ze duwde met haar kop tegen me aan. "Ja, ik ben ook blij om jouw te zien." Eleonora hinnikte opnieuw. "Nee het spijt me ik kan nu geen ritje maken. Heb je pap gezien?" Eleonora greep me van onderen en slingerde me op haar rug. Ze zwom verder naar het noorden. De ritjes met Eleonora onder water vond ik altijd geweldig. Ik voelde me dan altijd vrij onder water. Ok, Eleonora als je het zo wil aanpakken. Ik gaf een kleine por in haar zij. Nog geen moment later schoot ze vooruit en maakte ze drie salto's na elkaar. Ze dook door verschillende rotskloven en spleten. We gingen geweldig te keer. Tot Eleonora opeens fel remde. In de verte zag ik plots een man opduiken met een drietand in zijn hand. Hij had een Hawaii hemd aan en een driekwarts broek. Zoals mijn pa die altijd aan had als ik of Percy langs kwamen. "He, papa wat doe je?" Vroeg ik aan mijn vader. Hij keek op. Wat best raar voelde omdat hij zo 12m hoog was.

"Je wist dat ik het je had verboden naar hier te komen!" "Pap, wat moest ik doen? Chiron en het kamp teleur stellen? En kijk, we hebben er een nieuwe halfgod bij." "Dat is het hem juist Olivia, die nieuwe halfgod is gevaarlijk, je had haar beter laten doodgaan." "Pap! Dat is niet eerlijk! Elke halfblood heeft recht op een kans!" Protesteerde ik. "Er bestaan Saters en faunen voor iets, dat moet je begrijpen", gromde hij. Ik wist dat ik deze zaak ging verliezen al ik zo ging door doen, dus besloot ik het anders aan te pakken.

Ik heb geleerd dat goden net als mensen gevoelig kunnen zijn op bepaalde vlakken. Als je deze kon raken heb je sowieso gewonnen. Je moet ze alleen goed kennen, en dat was geen probleem ik wist genoeg argumenten om hem te laten buigen.

"Wedden dat als Percy hier was dat je het wel goed zou vinden." Ik zag dat ik een gevoelige snaar had geraakt. "Kom op, je mag onze band niet vergelijken met die van Percy." "Tuurlijk niet, want Percy is je oogappel." Ik zag aan zijn houding dat ik op het goede pad was. Nog een beetje verder en ik zal winnen. Poseidon aarzelde, "Olivia dat is nu buiten de zaak, het gaat erom dat het de dochter van Zeus is en je moet weg blijven bij kinderen van Zeus." "Alleen omdat jij ruzie met hem hebt?" "Ja!" barste hij uit. Iets in me zei dat ik verloren had. Toch wilde ik het er niet bij houden.

"En wat als ik er best vrienden mee word?" Pap stond op onweren: "Mag je niet meer naar kamp half blood, en ga je bij mij in de zee wonen." Bij die uitspraak was het alsof er iemand me een stomp in mijn buik heeft gegeven. Kamp half blood was mijn thuis, ik kon het niet meer weg denken uit mijn leven. Bij de gedachte er nooit meer naartoe te gaan gaf me een apart gevoel. "Pap dit kun je me niet aandoen je weet dat ik daar ben opgegroeid mam had dit waarschijnlijk begrepen!" Ik zwom de andere kant op. "Olivia kom terug." Ik draaide me om en zwom terug zodat pa niet nog kwader werd. "Olivia luister." Met tegenzin zuchtte ik. "Ik snap dat je haar mist ik mis haar ook maar je kunt haar hier niet in betrekken. Olivia ik ben er nu en ik weet wat goed voor je is." Er viel een ongemakkelijke stilte. "En zou je nu even het brave meisje uithangen niets tegen Lucy zeggen van dat Zeus ding, ze moet zelf haar weg vinden." Ik zat te denken aan wat hij had gezegd. "Weet je wat, ik ga haar naar het kamp breng en dan laat ik haar met gerust." Ik riep Eleonora weer. Ik klom terug op haar rug. Eleonora en ik legden stil hetzelfde traject weer af. Toen ik weer op de plaats van de boot kwam steeg ik af. Eleonora keek me zielig aan. "Nee, Eleonora je mag niet mee naar boven niemand weet dat je mijn paard bent zelfs Percy niet. Ik wil liever dat je hier blijft veilig in het wild." Teleurgesteld nam ik afscheid van Eleonora. "Niet zo triestig", vrolijkte ik haar op. "Ik zie je vast wel terug in het meer bij het kamp." Ze hinnikte blij terug. Ik knuffelde haar nog eens. Nu keek ze me aan of ze nog een iets van me wou. Ik keek haar verbaast aan. Ze duwde met haar neus tegen me aan. Toen had ik door dat ik niks mee had. "Oh nee, het spijt me ik heb niks bij me ik moest snel vertrekken en ik wist niet dat ik je zou zien. Weet je wat die krijg je later van me terug." Ze keek me uitdagend aan. "Ik zweer het op het graf van Nico. Nee, wacht dat klopt niet Nico leeft nog." Ik begon te giechelen. "Nee, ik zweer het op de eed van onderwaterwezens." Ze klapte met haar staart tegen mijn hand. Ik slingerde een paar meter achteruit. "Eleonora je weet dat ik die slag niet kan afweren", ik lachte me krom. Voor de laatste keer aaide ik over haar snuit en zwom terug naar boven. Lucy en Lilly staarden vol ongeloof, ik kroop weer in de boot alsof het de normaalste zaak van de wereld was. "Je... je bent niet nat", zei Lucy verbijstert. Ik rolde met mijn ogen: "Dat was echt de domste opmerking dat je kan maken tegen een kind van Poseidon. Lilly, heb je een iris bericht gestuurd naar het kamp?" "Ja, ze komen ons ophalen met de helikopter, en eh.. hoe was het met je vader?" Ik draaide me met mijn rug naar hen toe en ging op het punt van de boot gaan zitten. "Goed", Zei ik, maar Lilly kende me te goed om te zeggen dat er niets was. Toch hield ze haar mond.Na lang wachten vond de helikopter ons toch.

Demigod: de spreuk der vergiffenisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu