Sukkelen in een nepgevecht.

73 6 0
                                    

Olivia

Lucy staarde ongeloofwaardig in het water. "Wat is er?" vroeg ik. Ze keek geschrokken op. "Niets." Aandachtig keek ik haar aan. Al snel had ik door dat ze iets achter hield. Maar besloot niet op te dringen. "We zouden beter eens terug gaan. Gaan kijken als ze er al zijn", stelde Lucy voor. Eerlijk gezegd was ik bang om de andere weer onder ogen te komen. Nu Lilly het wist had ik het gevoel dat ze me een beetje behandelde als een vijand. Ze is minder open. Ook was ik bang dat als iemand het door zegt en het hele kamp het weet met mr. D er inclusief bij. Dat ik het kamp niet meer mag betreden. Ik kan niet mijn hele leven tegen monsters blijven vechten. Elke dag opnieuw. Het probleem is dat die monsters maar niet dood gaan. Als je ze verslaat gaan ze terug naar Tartarus en blijven ze daar tot ze terug kunnen komen. Tenzij dat er nog een kamp bestaat, voor Romeinse halfgoden. Maar die hoop wilde ik niet hebben. Als ze elkaar tegenkomen zal het grote oorlog zijn. Maar goed, terug naar waar ik gebleven was. We gingen terug naar porte de lion. Maar nog altijd stonden alleen Rose en Lilly daar. Rose zat haar pen te bewonderen en Lilly zat te naar de twee grote leeuwen een de ingang. En naar de rest van het Louvre. "Zo, zijn ze hier nog steeds niet." "Vreemd er zou toch niks gebeurd zijn?" zei Rose. "Niet zo erg als bij ons hé Olivia." Lilly knipoogde naar me. Ik keek naar mijn portemonnee. "Shit! Ik heb geen geld meer alleen maar drachmen. Hoe gaan we nu binnen geraken in het Louvre." "Gaan we hier nog de hele middag zitten of niet", zei Lilly geïrriteerd. "Blijkbaar wel", antwoorde ik. "Wacht ik heb een idee", zei Lucy. We keken haar alle drie raar aan. "Rose kom mee naar die winkel op het einde van de winkelstraat, waar we ons gevechtje hadden." "Ok maar wat gaan we daar doen." "Wacht maar af", zei ze. Wacht maar af. Ok, Lilly en ik liepen hen achterna. We hoefden niet lang te lopen of ik zag de winkel al opdoemen uit de straat. Ja, natuurlijk hoe kan het ook anders. Deze winkel was niet met gouden kroonluchters versierd en glitters. Hij was 'wild' om het zo te zeggen. "Olivia vraag eens in het Frans of ik hier wat instrumenten kan lenen." "Ok natuurlijk." Terwijl ik aan het onderhandelen was met de man in de muziekwinkel liep Lucy naar achteren in de winkel waar de huurinstrumenten stonden. Je raad nooit wie er daar stond. Alsof het nog maar gisteren gebeurd was stond hij daar. De zoon van Hades maar dit keer helemaal alleen. Zonder die jongen en dat meisje. Hij keek naar een drumstel naast een gitaar die er ongeveer uit zag als die van Lucy. "Kijk eens wie we hier hebben de emo." Nico draaide zich om en schrok wakker. Het eerste wat hij zei was: "Ik ben geen emo maar een gothic." Lucy lachte. "En weet je al wie je ouder is?" Vroeg Nico. "Eh... ja mijn eh....." Lucy stamelde. "Ik weet niet of ik het wel wil zeggen." Nico staarde naar haar geschrokken. "Maak je geen zorgen mijn pa is niet Hades." Nico zuchtte: "Amai een pak van mijn hart." Zei hij sarcastisch. "Zeg! Dat is niet grappig", zei Lucy op een kinderlijk toontje. "Nee... eh... mijn vader is Zeus." Toen ze dat zei keek Nico op. "Oh fijn voor je. Nog een kind van de grote drie." Hij keek teleurgesteld of beter gezegd wat kwaad. "Tja het lijkt me dat de goden zich niet aan hun belofte houden. Wat is er je bent precies niet echt tevreden over mijn pa", zei Lucy. "Tja, ik had het anders voorgesteld." "Hé eh... gothics onder elkaar toch", zei Lucy. Nico knikte en keek weer wat opgewekter: "Natuurlijk." Ik snapte maar half wat dat gothics onder elkaar was. Maar blijkbaar is dat dus iets tussen hen. Op dit moment dacht ik eigenlijk: Die twee gaan ooit op een dag kussen. Ik schudde dat beeld van me weg en onderhandelde verder. "Nico kun je ons helpen vroeg Lucy." Nico knikte. "We zijn Percy, Annabeth en Grover weer eens kwijt." Nico antwoorde: "Oh die zijn bij de Eifeltoren ik heb ze daar gezien zoals gewoonlijk weer zo... je weet wel klef zijn." "Oh bedankt dat is het eerste antwoord op mijn eerste vraag." "Ok en je tweede vraag," vroeg Nico. "Kun je drummen", vroeg Lucy. "Ja toevallig wel ja", zei Nico mysterieus. "Waarom?" "Ik denk dat Olivia", begon Lucy, "vergeten is dat ze al haar geld heeft opgebruikt tijdens het shoppen." "Dus ik wilde een beetje muziek spelen op straat." "Je weet dat je hier in Parijs een vergunning nodig hebt om op straat te spelen." "Ja I know", zei Lucy. "Ben je misschien bang om de regels te breken", daagde Lucy hem uit. "Nee natuurlijk niet. Regels breken is mijn hobby op mijn leven redden, wegrennen, monsters verslaan en losgaan met mijn muziek is dat het enige wat ik doe." "Mooi zo, bij porte de lion." Ik ging naar hen toe. "Man jullie zijn creepy als jullie iets van plan zijn." "Denk je?" zei Nico grijnzend. We liepen de winkel uit. Lucy had een elektrische gitaar bij zich en Nico zijn drumsticks. Nog geen moment later stond alles klaar bij porte de lion. Lucy kwam naar me toe. "Olivia voor ik het vergeet Nico vertelde me dat Percy, Annabeth en Grover nog bij de Eifeltoren waren." "Ja, dat zou kunnen", zei ik. "Annabeth wilde dolgraag de Eifeltoren eens zien ze vind dat zo romantisch. Bleik!!!" Ik draaide me om en ging achter het muurtje achter Lucy en Nico samen met Lilly en Rose. Wij moesten een 'nep' gevechtje houden als spektakel. Ik hoorde de piano. Het was een rustige melodie. Alsof je rustig in een bos zat in de herfst. Opeens verdween de piano. Een hoog tempo werd opgezet. Ik had mijn kap over me getrokken en sprong over het muurtje. De mensen schrokken zich rot deze zagen ze niet aankomen. Ik zweepte het publiek wat op met mijn zwaard.

Demigod: de spreuk der vergiffenisWhere stories live. Discover now