Ruben en Tijl: beste vrienden (of wat daar voor door moet gaan)

63 4 0
                                    

Het viel Ruben nu pas op hoe veel ze eigenlijk automatisch samen deden, en hoe daar rekening mee werd gehouden in de groep. Automatisch waren er twee plekken naast elkaar vrij in de bus voor Tijl en hem. Eenmaal in het theater was er automatisch een kleedkamer voor hen twee. En zonder dat ze het door hadden zaten ze naast elkaar aan tafel bij het diner. Het was maar goed dat ze vanavond na de show naar huis zouden gaan, anders waren ze waarschijnlijk ook weer in dezelfde hotelkamer beland. En dat had Ruben niet aangekund op dit moment.

De voorstelling begon en het was routine als altijd. Het dansje, het opkomen, de spelletjes. Er was alleen één ding anders. Tijl en Ruben zochten elkaars grenzen niet meer op, uit angst te ver te gaan en te veel te verraden van wat er daadwerkelijk in hun hart om ging. Ze vermeden elkaar zo veel mogelijk en als ze toch een scene samen hadden, stuurden ze het angstvallig weg van alle erotiek die ze maar konden bedenken. Ruben was bijna blij toen het tijd was voor het moordspel en hij mocht beginnen en Tijl als laatste was, zodat er iets tenminste wel kon gaan zoals normaal.

In de pauze trok RubenM RubenN hardhandig een kleedkamer in en sloot de deur. Hij duwde Ruben tegen de muur. "Zeg Nicolai, wat heb jij vandaag? En Tijl? Hebben jullie ruzie ofzo?"

RubenN keek verbaasd. "Nee, hoezo?"

"Jullie negeren elkaar al de hele dag", zei RubenM licht agressief. "Als jullie ruzie hebben over wat dan ook, dan leggen jullie dat nu bij, want we hebben op het podium vonken nodig, en niet twee mensen die elkaar negeren. Jullie spelen als zoutzakken man! Er gebeurt niks!"

"Oh", was alles dat uit Rubens mond kwam. Innerlijk was er lichte paniek. Hij had zelf het gevoel gehad dat Tijl en hij best goed bezig waren in niet-te-vriendschappelijk zijn. Maar blijkbaar was dat niet hoe het over kwam. Wat kon hij nu tegen Ruben zeggen om hem gerust te stellen? "Ruub, ik verzeker je ervan dat er niks is tussen Tijl en mij. Geen ruzie."

Rubens hart klopte in zijn keel toen RubenM dreigend een stap dichterbij deed. "Het is maar beter waar wat je zegt, Nicolai. Kijk, ik weet niet wat Tijl en jij in jullie vrije tijd uitspoken, en dat hoef ik ook niet te weten, maar we hebben die haat-liefde verhouding tussen jullie op het podium nodig. Dus ik vraag nog één keer: is er echt niks gebeurd tussen jullie?"

Ruben schudde zijn hoofd. "Ik zweer het Ruupie."

RubenM stapte achteruit en knikte. Hij deed de kleedkamerdeur weer open en stapte naar buiten. "Ik vertrouw je", zei hij nog, voordat hij weg liep.

Ruben slikte even en bleef tegen de muur aan hangen. Rubens woorden klonken in zijn hoofd. "We hebben die haat-liefde verhouding tussen jullie nodig." Ruben had er nooit bij stil gestaan dat wat er onderhuids aan het broeien was tussen Tijl en hem, directe impact had gehad op zo ongeveer alles wat ze samen deden. De manier waarop hun vrienden hen alle ruimte gaven om samen te zijn, zei eigenlijk al genoeg.

Met zijn ogen dicht zag Ruben een paar van de heftigste scènes van de afgelopen tijd langs zijn netvlies trekken. Ze hadden elkaar betast, aangespoord tot zoenen (tot Patrick op tijd afzoemerde), hun hoofden tegen elkaar aan gelegd, elkaars shirt uit getrokken... allemaal op het podium, voor een groot publiek. Op die momenten zelf had Ruben alleen Tijl voor ogen en hoorde hij het gegil en gelach van het publiek nauwelijks. Maar nu hij er zo over nadacht, hoorde hij het wel. Wat hij en Tijl op het podium deden, was spannend voor hen zelf, maar ook voor het publiek. Zo had hij er nog nooit naar gekeken.

"Oh, hier ben je."

Ruben schrok en keek met een ruk opzij. "Oef, Tijl, jij bent het", zei Ruben opgelucht. Hij lachte naar zijn maat, die glimlachend in de deuropening stond.

"Waar zat jij met je hoofd, dat je zo van mij schrok?", zei Tijl met een nieuwsgierige grijns.

"Bij ons", zei Ruben zacht. "Ruupie vroeg of wij ruzie hadden. Blijkbaar doen we het niet zo goed als dat we dachten."

Tijl liep naar binnen, op Ruben af, en pakte zijn handen voorzichtig vast. Ruben zond hem een vragende blik. "Er is nu toch niemand", zei Tijl schouderophalend. "Waarom dacht Ruben dat wij ruzie hebben?"

"Hij vond ons gedrag niet normaal. En hij zei ook... dat het hem niks kan schelen wat wij in onze vrije tijd samen uitspoken, zolang we op t podium maar zo met elkaar om blijven gaan zoals... zoals we deden." Het verhaal kwam licht stotterend Rubens keel uit. Het hielp niet dat hij af en toe dreigde te verdwalen in Tijls ogen.

Tijl knikte langzaam. "Dus Ruub kan aan ons merken dat er iets anders is", concludeerde hij. Ruben knikte. Tijl beet op zijn lip. "Dan hebben we een probleem." "Wat?" "We kunnen niet meer terug." 

"We kunnen het proberen... om terug te gaan naar hiervoor?" Ruben klonk hoopvol. "We hebben misschien verkeerd ingeschat dat we overal van elkaar af moeten blijven. Misschien moeten we dat alleen maar buiten het podium doen, maar op het podium moeten we juist wat wij samen hebben uitbuiten. Het publiek vindt het prachtig en ik mis het nu al om elkaar richting de grenzen van het seksuele te duwen, elkaar uit te dagen..."

Tijl knikte en begon met Rubens vingers te spelen. "Ik ben bang... dat ik het dan niet hou en dat we dan opeens zoenend op de mat liggen", zei hij zacht.

"Hee", zei Ruben opbeurend. "Dat vinden de mensen alleen maar grappig. Niemand zoekt daar wat achter joh. En ik vertrouw je. Je hebt meer zelfbeheersing dan dat je denkt." Ruben kneep even in Tijls handen.

Tijl keek weer op, in Rubens ogen. Ze wisselden een blik van liefde voor elkaar. Tijl begon iets meer vertrouwen in de situatie te krijgen. "Als jij het zegt."

"Ik zeg het.", knikte Ruben, vol vertrouwen. "We hebben straks weer een interview achteruit. Zullen we gewoon vol voor elkaar gaan?"

Er verscheen een vreemde blik in Tijls ogen. Een mengeling tussen liefde en ontzag, met een vleugje angst en een basis van vertrouwen. "Met jou, Ruben, durf ik alles", zei hij.

Ruben knikte, blij als een kind, en trok zijn handen los, om Tijl te omhelzen.

"Kijk, dat bedoel ik!", klonk opeens de stem van RubenM uit de deuropening. "Hou dat vast voor de 2e helft jongens! Kom op, we gaan weer beginnen."

Ruben en Tijl stapten uit elkaar. Tijl grinnikte. "De zegen van Van der Meer hebben we", grapte hij. Een heel klein vonkje van hoop leefde op in zijn binnenste.

Maar Ruben schudde zijn hoofd. "Kom, we moeten op." Voor Tijl het door had was Ruben al door de deur en hoorde hij hem enthousiast iets tegen Horace roepen.

Tijl haalde diep adem en probeerde het kleine vonkje in zijn binnenste te beteugelen. Het mocht niet gelijk uit de hand lopen. Ruben hij mochten weer met elkaar spelen zoals ze graag wilden, op het podium. Alleen niet daarbuiten. Tenminste, dat hadden ze net besloten. Toch? 

Gewoon vriendenWhere stories live. Discover now